In deze bijdrage wordt het nut en de meerwaarde van het recht op de onaantastbaarheid van het lichaam onderzocht, alsmede de grondrechtelijke randvoorwaarden die van belang zijn bij de realisering van het recht op de onaantastbaarheid van het lichaam. Dit wordt onder meer in het licht geplaatst van de rechtspraktijk en huidige en toekomstige dilemma’s en technologische ontwikkelingen. De meerwaarde van artikel 11 Grondwet wordt, met name ten opzichte van artikel 10 Grondwet (bescherming persoonlijke levenssfeer), wel als beperkt ingeschat omdat beide bepalingen ten aanzien van de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam juridisch dezelfde bescherming bieden. De vraag is echter of dat terecht is, nu artikel 11 Grondwet het menselijk lichaam expliciet als rechtsobject beschermt. Technologische ontwikkelingen, waarbij enerzijds het menselijk lichaam steeds meer maakbaar wordt en aan veranderingen kan worden onderworpen. Juist in die context heeft het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam betekenis en urgentie. Anderzijds roepen ook de steeds grotere medische mogelijkheden en de hoge kosten waarmee dat gepaard gaat vragen op. Het belang van de bescherming die artikel 11 Grondwet biedt, is daarmee juist in het huidige tijdsgewricht van belang. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Wetgeving op het domein van de onaantastbaarheid van het lichaam |
Auteurs | Mr. M.M. den Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
Realisering van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam door middel van wetgeving |
Trefwoorden | Onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, Recht op lichamelijke integriteit, Artikel 11 Grondwet |
Auteurs | Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Lichamelijke integriteit bij de ontwikkeling van de medische wetenschap: elementen uit de belangenafweging |
Trefwoorden | belangenafweging, wetgeving, lichamelijke integriteit, wetenschappelijk onderzoek, lichaamsmateriaal |
Auteurs | Mr. E.B. Beenakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de belangenafweging onder de loep genomen die volgens de Nederlandse wetgever moet worden gemaakt om de integriteit van het lichaam te beperken en te beschermen bij de ontwikkeling van de medische wetenschap. Het toepasselijke juridisch kader bestaat uit het vereiste van toestemming van de betrokkene, het verbod op onevenredige financiële vergoeding, de medisch-ethische toetsing van onder meer de noodzakelijkheid en de bovengrens aan de belasting en risico’s. Naast een bespreking van deze vereisten wordt ingegaan op de klaarblijkelijke wens van de wetgever om aan te sluiten bij bestaand recht en om te kiezen voor een systeem met een sterk procedureel karakter in combinatie met open normen. |
Artikel |
Rechtspositie van mensen met een verstandelijke beperking en ouderen met dementie; vrijheid gewaarborgd? |
Trefwoorden | artikel 11 Gw, rechtsbeginselen, Wet zorg en dwang, Wet Bopz, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; |
Auteurs | Mr. dr. B.J.M. Frederiks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over gedwongen zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening. De aanleiding hiervoor is de toekomstige Wet zorg en dwang, die de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) moet vervangen. Het beoogde doel van de nieuwe wet is het realiseren van een uniforme regeling voor het verlenen van zorg aan alle mensen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking, ook als zij niet instemmen met de zorgverlening en ongeacht de plaats waar zij verblijven. De vraag die in deze bijdrage centraal staat is of de wetgever haar grondwettelijke taak serieus neemt als het gaat om rechtsbescherming van cliënten met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening als zij te maken krijgen met gedwongen De Wet zorg en dwang is een wet met een zeer brede reikwijdte, waardoor inbreuken op artikel 11 Grondwet in veel meer situaties en ook bij vrijwillig opgenomen zorg cliënten mogelijk zijn dan onder het regime van de Wet bopz het geval was. Daar staat tegenover dat deze toepassingen wettelijk beschermd worden (stappenplan). Tegelijkertijd is volgens de auteur de rechtsbescherming daarmee erg dun. Bovendien zijn de verschillen met de toepassing van gedwongen zorg in andere sectoren groot. In het licht van artikel 11 Grondwet zijn deze verschillen volgens de auteur zelfs te groot. |
Artikel |
Register 2017 |