In de afgelopen jaren heeft de Kamer haar betrokkenheid bij Europese ontwikkelingen en wetgevende voorstellen aanzienlijk versterkt. Vanuit hun ervaring in de EU-staf beschrijven de auteurs hoe de Tweede Kamer Europese besluitvormingsprocessen beïnvloedt. In de decentrale aanpak blijft de betrokkenheid niet beperkt tot de woordvoerders Europa. Instrumenten als de subsidiariteitstoets en het recent ingevoerde behandelvoorbehoud worden uiteengezet. Dit wordt toegelicht met praktijkcases van een ‘vakcommissie’ die veel meer is gaan doen aan de Europese Unie: Sociale zaken. De Kamerinbreng wordt minder juridisch-technisch en meer politiek. Soms wat korter door de bocht, maar een duidelijke bijdrage aan de politisering van het EU-beleid. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
‘De Tweede Kamermethode’: versterkte parlementaire invloed op Europese besluitvorming |
Trefwoorden | Tweede Kamer, EU-besluitvorming, subsidiariteit, behandelvoorbehoud, BNC-fiche, gele kaart, nationale parlementen |
Auteurs | Drs. J. Kester en Dr. M. van Keulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De subsidiariteitstoets: analyse, ervaringen en aanbevelingen |
Trefwoorden | subsidiariteit, Europa, parlementen, ontvankelijkheid |
Auteurs | Dr. mr. Ph. Kiiver |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een juridische en empirische analyse van enkele aspecten van de subsidiariteitscontrole van Europese wetsvoorstellen zoals zij door nationale parlementen wordt uitgevoerd. De bijdrage concentreert zich op de ontvankelijkheidscriteria die voor opinies van nationale parlementen gelden en de wetgevingsbeginselen die in deze opinies behandeld kunnen worden, en stelt manieren voor om de strekking van de toets ten gunste van de parlementen lichtelijk uit te breiden zonder daarmee de tekst van de Europese verdragen te schenden. |
Artikel |
De veranderende rol van nationale parlementen in de Europese Unie |
Trefwoorden | nationale parlementen, Europese verdragen, gescheiden bestuurslagen, Economische en Monetaire Unie |
Auteurs | Drs. Th.J.A.M. de Bruijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een historische schets gegeven van de positie die nationale parlementen hebben ingenomen in de opeenvolgende Europese verdragen, van het Verdrag van Rome (1957) tot en met dat van Lissabon (2009). Daarbij wordt duidelijk hoe groot de weerstand was en is tegen een rechtstreekse invloed van de nationale parlementen op het Europese besluitvormingsproces en welke institutionele principes aan dat verzet ten grondslag liggen. Recent hebben de pogingen van de Europese Unie (en in het bijzonder die van de landen van de eurozone) om grip te krijgen op de schuldencrisis geleid tot een discussie over de vraag of de steeds grotere bemoeienis vanuit Brussel met het begrotingsbeleid van de lidstaten de fundamentele bevoegdheden van de nationale parlementen niet uitholt. Mede in dat verband oppert de auteur ten slotte enkele ideeën voor een versterkte rol van de nationale parlementen bij de verdere vormgeving van de Economische en Monetaire Unie. |
Praktijk |
Sanctionering van gedelegeerde regelgeving en de ‘bij of krachtens’-formuleEnkele opmerkingen naar aanleiding van Rb. ’s-Gravenhage 23 februari 2011, LJN BP9769 |
Trefwoorden | wetgevingstechniek, bestuurlijke boete, handhaving, bestuursrecht, sanctiebepalingen |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage staat stil bij de uitspraak van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 23 februari 2011, LJN BP9769 over de gebrekkige formulering van artikel 51 Meststoffenwet. De casus laat zien dat uiterste precisie is vereist bij het formuleren van bepalingen die de grondslag vormen voor punitieve bestuursrechtelijke sancties. Zeker bij omvangrijke aanpassingswetten kan er gemakkelijk een klein foutje tussendoor slippen. In dit geval een foutje dat € 1,3 miljoen kostte, naast administratieve kosten voor onder andere het herzien en terugbetalen van zesduizend boetebeschikkingen. Ook laat de casus zien dat het in wetsbepalingen die verwijzingen naar andere artikelen bevatten, nauw luistert of alleen wordt verwezen naar die artikelen of ook naar de op die artikelen berustende bepalingen. In dat laatste geval is de geijkte formulering dat wordt verwezen naar ‘het bepaalde bij of krachtens’ de genoemde artikelen. |
Discussie |
Robert Bork en het Supreme Court als superwetgever |
Auteurs | Mr. E.C.M. Jurgens |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Discussie |
Brutus over tirannicide en het risico van wederkerige wetteloosheid |
Trefwoorden | natuurrecht, tirannie, wetteloosheid, vrijheid |
Auteurs | W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De dood van de Libische dictator Kadhafi is aanleiding voor een korte beschouwing over het leerstuk van de tirannenmoord, zoals dat werd ontwikkeld door de hugenootse monarchomachen in Frankrijk na de Bartholomeusnacht. Onder welke condities kan tirannicide gepaard gaan met een gematigde opstelling die erop gericht is geweld te minimaliseren en de binding aan een voor alle partijen geldende overkoepelende wet te bevestigen? |