Dit artikel gaat over de mogelijkheden die de nieuwe Omgevingswet biedt om uiteenlopende regels binnen het bestaande omgevingsrecht met elkaar te verbinden. Het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht is een belangrijk doel van de wetgevingsoperatie. In dit artikel staat het ontwerpproces centraal. Wat is het vertrekpunt van de nieuwe regelgeving, welke regels kunnen gestroomlijnd worden, hoe ontstaat er meer samenhang in het begrippenkader, de juridische instrumenten en de wijze van normstelling? Daarmee wordt tevens inzicht geboden in de vele keuzes die zullen moeten worden gemaakt binnen het ontwerpproces van de nieuwe regelgeving. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Zijn er grenzen aan integratie van wetgeving? |
Auteurs | Mr. G.J.M. Evers |
Auteursinformatie |
Artikel |
Verbindende regelsKansen voor meer samenhang binnen het omgevingsrecht |
Trefwoorden | Omgevingswet, omgevingsrecht, integratie, stroomlijning, deregulering |
Auteurs | Mr. H.W. de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Integraal en flexibel omgevingsrecht – droom of drogbeeld? |
Trefwoorden | positieve evenredigheid, integraal vergunningenstelsel, flexibiliteit, trias politica |
Auteurs | Prof. dr. Ch.W. Backes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een belangrijke drijfveer tot ontwikkeling van een Omgevingswet was het scheppen van een integraal en flexibel toetsingskader voor toestemmingsplichtige activiteiten. Het werken met één integraal criterium, bijvoorbeeld ‘een duurzame leefomgeving’, heeft inderdaad enige toegevoegde waarde, maar dit criterium moet dan wel door specifiekere normen geconcretiseerd worden. De regering wil daarentegen vooralsnog afzien van een dergelijk integraal criterium. Integraliteit en flexibiliteit moeten worden bereikt door de introductie van een niet-generieke afwijkingsmogelijkheid van in beginsel alle normen (‘positieve evenredigheid’). Een dergelijke afwijkingsmogelijkheid is echter in strijd is met de trias politica, de rechtszekerheid en het beginsel van materiële legaliteit. De regering zit dus op de verkeerde weg. |
Artikel |
De Omgevingswet in Europeesrechtelijk perspectief |
Trefwoorden | Omgevingswet, Wabo, Europees recht |
Auteurs | Mr. B.A. Beijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal of de nieuwe Omgevingswet gemodelleerd kan en moet worden naar het Europese milieurecht en of dit de implementatie van nieuwe Europese richtlijnen in de toekomst eenvoudiger zal maken. Problematisch daarbij is met name dat het Europese milieurecht geen compleet en samenhangend systeem vormt. Bovendien laten sectorale richtlijnen zich niet altijd makkelijk in een integrale wet omzetten en stellen verplichtingen uit Europese richtlijnen grenzen aan de mogelijkheid om een integraal toetsingskader voor vergunningen te hanteren. |
Discussie |
Weber, de politicus en het regelmoeras |
Trefwoorden | bureaucratie, politicus, verantwoordelijkheid, inschattingsvermogen |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn klassieke essay Politiek als beroep uit 1919 geeft de socioloog Max Weber een analyse van het beroep en de roeping van de politicus, die nog steeds actueel is. Hij laat zien hoe de legitimatie van bureaucratie en politieke leiding uiteenloopt en wat voor problemen dit voor de sturende politici oplevert. De ontwikkelingen in de bureaucratie na Weber hebben de sturingsproblemen van de politicus nog versterkt. Wellicht kan het idealistische profiel van de reflectieve machtspoliticus dat Weber schetst, toch houvast geven bij het leidinggeven aan de bureaucratie. |