In deze bijdrage wil de auteur – voorlopig, want de ontwikkeling gaat verder – de balans opmaken: waar staat het Nederlandse wetgevingsproces qua tempo en efficiency? Achtereenvolgens passeren daarbij de revue: cijfermatige gegevens, reeds getroffen maatregelen, enkele parallelle (c.q. paradoxale) ontwikkelingen en de positie van de diverse wetgevingsactoren in het versnellingsdebat. Om te eindigen met de vraag: kan het nog sneller? |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Snelheid van wetgeving |
Auteurs | Mr. M.M. den Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
Versnelling van wetgevingOver uiteenlopende ontwikkelingen en eigenwijze actoren |
Trefwoorden | snelheid van wetgeving, wetgevingsproces, wetgevingsagenda, compacte overheid, efficiëntie |
Auteurs | Mr. J.F.L. Roording |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
The fast and the furious: de Crisis- en herstelwet |
Trefwoorden | Crisis- en herstelwet, totstandkomingsproces, snelheid van wetgeving, prioriteit, politieke regie, wetgevingsproject |
Auteurs | Mr. N. Verheij |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Crisis- en herstelwet (CHW) is een complexe wet, maar heeft het totstandkomingsproces ‘van blanco papier tot inwerkingtreding’ binnen een jaar doorlopen. De auteur – als wetgevingsjurist bij de CHW betrokken – schetst hoe dit is gegaan en onderzoekt welke factoren aan deze snelheid hebben bijgedragen. Hij noemt er vier: |
Artikel |
Kaderwetgeving en de verstrooiing van de wetgevende macht |
Trefwoorden | kaderwetgeving, delegatie, snelheid en slagvaardigheid, primaat van de wetgever |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren heeft zowel de Raad van State als de Eerste Kamer zich herhaaldelijk met klem verzet tegen het vermeendelijk toegenomen gebruik van kaderwetgeving vanwege de inbreuk die kaderwetten al snel zouden maken op het primaat van de wetgever. Het belangrijkste bezwaar tegen kaderwetten lijkt het gevaar dat het parlement als medewetgever buiten spel wordt gezet door te kiezen voor open normen in wetgeving en veelvuldige delegatie van regelgevende bevoegdheid naar het bestuur of het overlaten van nadere normstelling aan private regelgevers. Een vaak genoemd motief voor het gebruik van kaderwetten is het streven naar meer snelheid en slagvaardigheid in het wetgevingsproces. De vraag is echter of snelheid wel het daadwerkelijke motief is achter de inzet van kaderwetgeving, aangezien de tijdwinst die ermee wordt geboekt, vaak twijfelachtig lijkt. Denkbaar is ook dat veeleer sprake is van een verstrooiing van de wetgevende macht mede als gevolg van het tanende gezag van het parlement als medewetgever. Daarnaast lijkt de invloed van Europa belangrijke gevolgen te hebben voor het gebruik van kaderwetgeving en valt op dat het fenomeen kaderwet zeker geen nieuw of louter nationaal verschijnsel is. Het gebruik van kaderwetgeving lijkt populair in tijden van crisis en komt zowel op Europees niveau (kaderrichtlijnen) als in de ons omringende landen (lois-cadres, Rahmengesetze, skeleton bills, enzovoort) regelmatig voor. |
Discussie |
De Digesten en de wet van het voortschrijdend inzicht |
Trefwoorden | Digesten, interpretatie, vrijheid, Aanwijzingen voor de regelgeving |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij interpretatie van oude rechtsbronnen zoals die van het Romeinse recht kan een productieve dialectiek van systeem en fragment optreden. Toepassing daarvan op Digesten-teksten over de wet en op de hieraan in de verte verwante Aanwijzingen voor de regelgeving laat zien dat de Digesten een open systeem vormen en de Aanwijzingen een gesloten systeem. Voortschrijdend inzicht werkt met terugwerkende kracht en dit betekent dat ook oudere denkbeelden nog bij moderne wetgevingsproblemen betrokken kunnen worden. |
Praktijk |
De verklaring van contraseign: een schimmige figuur |
Trefwoorden | Staatsblad, wet, AMvB, koninklijk besluit, contraseign |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de bijdrage wordt aandacht besteed aan de zogenoemde verklaring van contraseign. Deze figuur houdt in dat een minister of staatssecretaris verklaart dat een bepaalde wet of een bepaald koninklijk besluit door hem zal worden gecontrasigneerd. Het feitelijk contraseign wordt dan pas gegeven na plaatsing in het Staatsblad. De procedure is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen waarin onverwijlde plaatsing in het Staatsblad gewenst is, maar lijkt een ruimere toepassing te kennen. Staatsrechtelijk is het een wat gewrongen en schimmige figuur. Bepleit wordt daarom om de toepassing te beperken tot gevallen van uiterste noodzaak, temeer omdat er adequate voorzieningen voor vervanging van een minister of staatssecretaris zijn getroffen. |