0920055x_covr
Rss

RegelMaat

Meer op het gebied van Bestuursrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2012 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Snelheid van wetgeving

Auteurs Mr. M.M. den Boer
Auteursinformatie

Mr. M.M. den Boer
Mr. M.M. den Boer is directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en redacteur van RegelMaat. mm.d.boer@minvws.nl
Artikel

Versnelling van wetgeving

Over uiteenlopende ontwikkelingen en eigenwijze actoren

Trefwoorden snelheid van wetgeving, wetgevingsproces, wetgevingsagenda, compacte overheid, efficiëntie
Auteurs Mr. J.F.L. Roording
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage wil de auteur – voorlopig, want de ontwikkeling gaat verder – de balans opmaken: waar staat het Nederlandse wetgevingsproces qua tempo en efficiency? Achtereenvolgens passeren daarbij de revue: cijfermatige gegevens, reeds getroffen maatregelen, enkele parallelle (c.q. paradoxale) ontwikkelingen en de positie van de diverse wetgevingsactoren in het versnellingsdebat. Om te eindigen met de vraag: kan het nog sneller?


Mr. J.F.L. Roording
Mr. J.F.L. Roording is coördinerend raadadviseur bij de sector Wetgevingskwaliteitsbeleid van het ministerie van Veiligheid en Justitie en is betrokken bij het in de inleiding genoemde project van de ICCW. j.f.l.roording@minvenj.nl
Artikel

The fast and the furious: de Crisis- en herstelwet

Trefwoorden Crisis- en herstelwet, totstandkomingsproces, snelheid van wetgeving, prioriteit, politieke regie, wetgevingsproject
Auteurs Mr. N. Verheij
SamenvattingAuteursinformatie

    De Crisis- en herstelwet (CHW) is een complexe wet, maar heeft het totstandkomingsproces ‘van blanco papier tot inwerkingtreding’ binnen een jaar doorlopen. De auteur – als wetgevingsjurist bij de CHW betrokken – schetst hoe dit is gegaan en onderzoekt welke factoren aan deze snelheid hebben bijgedragen. Hij noemt er vier:
    – absolute prioriteit;
    – politieke regie;
    – een vrijgesteld team;
    – een goed team.
    De eerste drie factoren zijn slechts voor enkele wetgevingsprojecten per kabinetsperiode te realiseren. Daarom zou een kabinet maximaal vijf projecten met topprioriteit moeten aanwijzen. De vierde factor is moeilijk grijpbaar, want vergt een beetje magie.


Mr. N. Verheij
Mr. N. Verheij is lid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In een vorig leven was hij als wetgevingsjurist op het ministerie van (toen nog slechts) Justitie nauw betrokken bij de totstandkoming van de Crisis- en herstelwet. n.verheij@raadvanstate.nl
Artikel

Kaderwetgeving en de verstrooiing van de wetgevende macht

Trefwoorden kaderwetgeving, delegatie, snelheid en slagvaardigheid, primaat van de wetgever
Auteurs Prof. dr. R.A.J. van Gestel
SamenvattingAuteursinformatie

    De laatste jaren heeft zowel de Raad van State als de Eerste Kamer zich herhaaldelijk met klem verzet tegen het vermeendelijk toegenomen gebruik van kaderwetgeving vanwege de inbreuk die kaderwetten al snel zouden maken op het primaat van de wetgever. Het belangrijkste bezwaar tegen kaderwetten lijkt het gevaar dat het parlement als medewetgever buiten spel wordt gezet door te kiezen voor open normen in wetgeving en veelvuldige delegatie van regelgevende bevoegdheid naar het bestuur of het overlaten van nadere normstelling aan private regelgevers. Een vaak genoemd motief voor het gebruik van kaderwetten is het streven naar meer snelheid en slagvaardigheid in het wetgevingsproces. De vraag is echter of snelheid wel het daadwerkelijke motief is achter de inzet van kaderwetgeving, aangezien de tijdwinst die ermee wordt geboekt, vaak twijfelachtig lijkt. Denkbaar is ook dat veeleer sprake is van een verstrooiing van de wetgevende macht mede als gevolg van het tanende gezag van het parlement als medewetgever. Daarnaast lijkt de invloed van Europa belangrijke gevolgen te hebben voor het gebruik van kaderwetgeving en valt op dat het fenomeen kaderwet zeker geen nieuw of louter nationaal verschijnsel is. Het gebruik van kaderwetgeving lijkt populair in tijden van crisis en komt zowel op Europees niveau (kaderrichtlijnen) als in de ons omringende landen (lois-cadres, Rahmengesetze, skeleton bills, enzovoort) regelmatig voor.


Prof. dr. R.A.J. van Gestel
Prof. dr. R.A.J. van Gestel is hoogleraar Theorie en Methode aan de Universiteit van Tilburg en redacteur van RegelMaat. r.a.j.vangestel@uvt.nl
Discussie

De Digesten en de wet van het voortschrijdend inzicht

Trefwoorden Digesten, interpretatie, vrijheid, Aanwijzingen voor de regelgeving
Auteurs Prof. dr. W.J. Witteveen
SamenvattingAuteursinformatie

    Bij interpretatie van oude rechtsbronnen zoals die van het Romeinse recht kan een productieve dialectiek van systeem en fragment optreden. Toepassing daarvan op Digesten-teksten over de wet en op de hieraan in de verte verwante Aanwijzingen voor de regelgeving laat zien dat de Digesten een open systeem vormen en de Aanwijzingen een gesloten systeem. Voortschrijdend inzicht werkt met terugwerkende kracht en dit betekent dat ook oudere denkbeelden nog bij moderne wetgevingsproblemen betrokken kunnen worden.


Prof. dr. W.J. Witteveen
Prof. dr. W.J. Witteveen is hoogleraar rechtstheorie en retorica aan de Universiteit van Tilburg. w.j.witteveen@uvt.nl
Praktijk

De verklaring van contraseign: een schimmige figuur

Trefwoorden Staatsblad, wet, AMvB, koninklijk besluit, contraseign
Auteurs Mr. T.C. Borman
SamenvattingAuteursinformatie

    In de bijdrage wordt aandacht besteed aan de zogenoemde verklaring van contraseign. Deze figuur houdt in dat een minister of staatssecretaris verklaart dat een bepaalde wet of een bepaald koninklijk besluit door hem zal worden gecontrasigneerd. Het feitelijk contraseign wordt dan pas gegeven na plaatsing in het Staatsblad. De procedure is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen waarin onverwijlde plaatsing in het Staatsblad gewenst is, maar lijkt een ruimere toepassing te kennen. Staatsrechtelijk is het een wat gewrongen en schimmige figuur. Bepleit wordt daarom om de toepassing te beperken tot gevallen van uiterste noodzaak, temeer omdat er adequate voorzieningen voor vervanging van een minister of staatssecretaris zijn getroffen.


Mr. T.C. Borman
Mr. T.C. Borman is werkzaam bij de directie Wetgeving van het ministerie van Veiligheid en Justitie. t.c.borman@minvenj.nl