De verhouding tussen de Tweede en de Eerste Kamer is enigszins tweeslachtig: aan de ene kant hebben beide Kamers altijd van elkaar te onderscheiden taken vervuld, maar overlap van die taken is en blijft onvermijdelijk. Sinds 2010 biedt het uit artikel 51, eerste lid, van de Grondwet voortvloeiende politieke primaat van de Tweede Kamer steeds minder houvast voor een goede afbakening van de positie van beide Kamers: door de versplintering van het partijenlandschap vervult de Eerste Kamer steeds meer een politieke rol, die kan gaan bijten met haar taak als bewaker van wetgevingskwaliteit. In deze bijdrage komt aan de orde hoe de positie van de Eerste Kamer tegen die achtergrond kan worden geduid. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
De rol van de Eerste Kamer in het wetgevingsproces |
Auteurs | R.J.B. Schutgens en C. Riezebos |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Nederlandse constitutie en de Eerste KamerOntwikkelingen, uitgangspunten en perspectieven |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteit, tweekamerstelsel, grondwetsinterpretatie |
Auteurs | G.J.A. Geertjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De werkzaamheden van de Eerste Kamer: een getalsmatige benadering |
Trefwoorden | statistieken, politisering, senatoren, cijfers |
Auteurs | F.J. Bergman en R. Nehmelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de media duikt regelmatig het commentaar op dat de Eerste Kamer zich steeds politieker opstelt en steeds meer op de Tweede Kamer begint te lijken. Dit artikel beoogt te abstraheren van staatrechtelijke analyses van individuele politieke casus en de werkzaamheden van de Eerste Kamer in de voorbije twintig jaar meer cijfermatig en vanuit een vogelvluchtperspectief te bezien. In dat kader zijn tellingen gedaan op het niveau van Senatoren en fracties, van de Kamer en van de Kamercommissies. De gepresenteerde cijfers leveren niet bepaald het beeld op dat zich in deze periode ingrijpende wijzigingen hebben voorgedaan in de werkwijzen en opstelling van Senatoren. Het politieke handwerk laat zich echter moeilijk vatten in statistieken. Idealiter baseren onderzoeken naar een eventueel veranderende rol van de Eerste Kamer zich daarom op kwantitatief én kwalitatief onderzoek. |
Artikel |
Een staatsrechtelijke verbouwing van de Eerste Kamer: het terugzendrecht in perspectief |
Trefwoorden | novelle, staatscommissie parlementair stelsel, verkapt amendementsrecht, gedifferentieerde inwerkingtreding, vetorecht |
Auteurs | L. Dragstra en G. Boogaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De staatscommissie parlementair stelsel heeft eind 2018 voorgesteld de Eerste Kamer naast haar bestaande vetorecht een voorwaardelijk terugzendrecht toe te kennen. Als het aan de staatscommissie ligt, mag de Eerste Kamer voortaan wetsvoorstellen amenderen en vervolgens terugzenden naar de Tweede Kamer. De regering heeft het terugzendrecht inmiddels omarmd, maar het is nog altijd wachten op de indiening van een voorstel tot grondwetswijziging. In dit artikel wordt geanalyseerd hoe het terugzendrecht kan worden vormgegeven, welke keuzes hierbij moeten worden gemaakt, en hoe die zich verhouden tot de taak en verkiezingswijze van de Eerste Kamer. |
Uit de wetgevingspraktijk |
Het toetsingskader ‘Digitalisering en wetgeving’Een nieuwe impuls voor wetgevingstoetsing |
Trefwoorden | techniekafhankelijke wetgeving, uitvoering, algoritme, ICT, privacy |
Auteurs | G.H. Evers, G.J. van Midden en L.H.M. Weesing-Loeber |
SamenvattingAuteursinformatie |
Digitaliseringsvraagstukken zijn voor de wetgever een zekere worsteling, omdat het vaak lastig is vooraf te overzien op welke wijze digitaliseringsaspecten moeten worden geadresseerd in wet- en regelgeving. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft daarom, in aanvulling op haar algemene toetsingskader, een specifiek op digitalisering gericht toetsingskader gepresenteerd. Binnen de drie onderdelen van het kader – de beleidsanalytische, de juridische en de wetstechnische toets – wordt een aantal vraagpunten benoemd dat vanwege de digitaliseringsdimensie aandacht behoeft. Door aan te geven hoe zij zelf digitaliseringsaspecten weegt en toetst in haar advisering heeft de Afdeling een nieuwe impuls willen geven aan de discussie over wetgevingstoetsing in het digitale tijdperk. In dit artikel wordt het kader toegelicht en in de context van de bredere discussie rondom digitalisering en wetgeving geplaatst. |
Objets trouvés |
Wettelijke bescherming van de academische vrijheid? |
Trefwoorden | wetenschappelijke integriteit, draaideurcontracten, onafhankelijkheid, gedragscodes |
Auteurs | R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De academische vrijheid staat onder druk, mede door de wijze waarop onderwijs en onderzoek gefinancierd worden en wetenschappers ‘gemanaged’ worden. Door ontwikkelingen zoals het langdurig op tijdelijke contracten houden van jonge wetenschappers en toenemende nadruk op valorisatie en cocreatie van onderzoek slinkt de ruimte voor kritiek en voor ongebonden onderzoek. Ook in het onderwijs zien we dat er via toelatingsbeleid, accreditaties en onderwijsprogrammering steeds minder ruimte lijkt voor de eigen professionaliteit van wetenschappers. Bestaande gedragscodes lijken weinig houvast te bieden bij het beschermen van de academische vrijheid. Hierdoor rijst de vraag of het geen tijd wordt voor hardere wettelijke regels. |
Het Ambacht |
Onorthodox wetgeven: het wijzigen van een amvb door een wet |
Trefwoorden | Wetgevingstechniek, Aanwijzingen voor de regelgeving, Wetgeving, Algemene maatregelen van bestuur, Wijzigingswetten |
Auteurs | T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het via een hogere regeling (een wet) wijzigen van een lagere regeling (een algemene maatregel van bestuur) wordt sinds 1993 uitdrukkelijk verboden in de Aanwijzingen voor de regelgeving. Toch wordt deze techniek heel af en toe toegepast. In deze bijdrage worden achtergronden en overtredingen van dit verbod belicht aan de hand van casuïstiek uit de afgelopen vier decennia. In het bijzonder wordt daarbij ingegaan op adviezen van de Raad van State, die zich niet kenmerken door consistentie. Aansluitend bij dit themanummer, is het vertrekpunt van deze bijdrage een hooggeleerd en hoogoplopend debat dat in 1987 over deze thematiek plaatsvond in de Eerste Kamer. |
Legisprudentie |
Verzamelwetgeving |
Trefwoorden | wetgevingsadvisering, Raad van State |
Auteurs | M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit themanummer over de Eerste Kamer staat de rubriek ‘Legisprudentie’ stil bij een wetsfiguur die de Eerste Kamer het mes op de keel zet: verzamelwetgeving. |
Buitenlands nieuws |
Van croissants, pains au chocolat en parlementaire resoluties ex artikel 34-1 Franse Grondwet |
Trefwoorden | résolution, motie, volksvertegenwoordiging, oppositie, grondwetsherziening |
Auteurs | G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds juli 2008 is de Franse Grondwet verrijkt met een nieuwe bepaling: artikel 34-1. Uit kracht hiervan worden de Assemblée nationale en de Sénat bevoegd verklaard om zogeheten résolutions aan te nemen. Voor de stemming in de Kamer in kwestie worden de ontwerpen van resoluties echter eerst bezien door de regering. Deze laatste heeft de bevoegdheid om resoluties die kunnen uitmonden in een vertrouwenskwestie of een bevel bevatten aan de regering niet-ontvankelijk te verklaren. In de bijdrage wordt ingegaan op deze parlementaire resoluties ex artikel 34-1 Franse Grondwet. Hoe kunnen zij staatsrechtelijk worden geduid en waarom zijn zij in 2008 grondwettelijk erkend? |