De wetgever vervult een essentiële rol bij de verdeling van schaarse vergunningen, omdat die de speelruimte van het verdelende bestuur bepaalt. In de praktijk blijkt de wetgever zich echter lang niet altijd bewust te zijn van die rol, waardoor het risico aanwezig is dat het reguleringspotentieel van schaarse vergunningen onvoldoende wordt benut. Deze bijdrage identificeert de verschillende houdingen die de (bijzondere) wetgever in de praktijk aanneemt ten aanzien van de verdeling van schaarse vergunningen. Deze houdingen lopen uiteen van een zwijgende wetgever die weinig tot geen richting geeft aan de verdeling tot een overijverige wetgever die het verdelende bestuur juist verhindert om maatwerk te leveren. Op basis van de vraagstukken die kenmerkend zijn voor de verdeling van schaarse vergunningen, schetst deze bijdrage vervolgens de contouren van optimale verdelingswetgeving. Daarbij wordt bepleit dat de wetgever zich breed oriënteert op het Unierecht, zelf keuzes maakt ten aanzien van kernelementen van de verdeling, tegelijk ruimte durft te laten aan het verdelende bestuur, maar in elk geval oog houdt voor de samenhang tussen verschillende verdelingen. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Voer voor de wetgever: de verdeling van schaarse publieke rechten |
Auteurs | Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Artikel |
De rollen van de wetgever bij de verdeling van schaarse vergunningen |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteit, verdelingsrecht, schaarse vergunningen, competitie |
Auteurs | mr. dr. C.J. Wolswinkel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verhandelbare rechten, tussen markt en overheidOver het dierrechtenstelsel in de Meststoffenwet |
Trefwoorden | verhandelbare rechten, vergunningstelsel, algemene wettelijke regels, mestregelgeving |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Too much love will kill you’, zong Brian May van Queen ooit. Van iets moois kun je ook te veel hebben, waardoor het in het tegenovergestelde verandert. Zo is het ook met mest: een waardevol product waarvan we in Nederland veel te veel hebben en dat dus tot problemen kan leiden. ‘Tot de schijt ons doodt.’ Dat betekent dat er maatregelen nodig zijn om de boel in goede banen te leiden. Dat gebeurt door regels te stellen over het aanwenden van mest, maar ook over de productie ervan. Dat laatste is gebeurd in de vorm van een dierrechtenstelsel. Dierrechten zijn de rechten voor veehouders om dieren (varkens en pluimvee) te houden. Die rechten zijn gelimiteerd (schaars) en vrij verhandelbaar gemaakt. In dit artikel wordt dit dierrechtenstelsel aan een nadere beschouwing onderworpen en afgezet tegen drie alternatieven, te weten een ‘traditioneel’ vergunningstelsel zonder verhandelbaarheid, een verplichting om via privaatrechtelijke overeenkomsten het publiek belang te borgen, en het stellen van algemene regels. De twee laatstgenoemde alternatieven zijn daadwerkelijk uitgewerkt in wetsvoorstellen, die in het artikel ook worden beschreven. Geconstateerd wordt dat uiteraard alle stelsels hun voor- en nadelen hebben, maar dat een stelsel van verhandelbare rechten als het dierrechtenstelsel als aanvullend sturingsinstrument waarschijnlijk de beste optie is en blijft. Dat komt met name door de eenvoud, de harde bovengrens en de goede uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. |
Casus |
Verder met rechtsstatelijke toetsing van verkiezingsprogramma’s |
Trefwoorden | Rechtsstatelijkheid, Rechtsstaat, Rule of law |
Auteurs | mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Politici spelen een belangrijke rol bij de bescherming van de rechtsstaat, maar er wordt soms betwijfeld of zij die rol waarmaken dan wel voldoende serieus nemen. Het toetsen van verkiezingsprogramma’s van politieke partijen kan een goed middel zijn om in beeld te brengen hoeveel aandacht er daadwerkelijk is voor de rechtsstaat. Dat is echter geen sinecure; zoals uit deze bijdrage blijkt is het al lastig om tot een gedeelde opvatting te komen van wat de rechtsstaat inhoudt. Immers, als de onderzochte partijen zich niet herkennen in het gehanteerde concept zullen zij zich daar ook niet door aangesproken voelen. Internationaal, bijvoorbeeld binnen de VN en Europese Unie is er al enige ervaring opgedaan met het meten van rechtsstatelijkheid binnen staten. Welke indicatoren daarbij worden gebruikt zijn van groot belang voor de uitkomsten van de toetsing, waarbij het risico op versimpeling van de werkelijkheid op de loer ligt. De ervaringen van internationale organisaties hiermee kunnen als bron van inspiratie dienen voor toetsing van verkiezingsprogramma’s op rechtsstatelijkheid en tevens kunnen daar lessen uit worden getrokken. Deze vraag staat in deze bijdrage centraal. |
Praktijk |
De inwerkingtreding van inwerkingtredingsbepalingen |
Trefwoorden | wetgevingstechniek, inwerkingtreding, inwerkingtredingsbepalingen, Aanwijzingen voor de regelgeving |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aanwijzing 176 van de Aanwijzingen voor de regelgeving schrijft voor dat de inwerkingtreding van bepalingen betreffende inwerkingtreding niet wordt geregeld. De toepassing van deze aanwijzing roept soms vragen op. De verhouding met de elders in de Aanwijzingen opgenomen modelinwerkingtredingsbepalingen lijkt niet in alle opzichten doordacht. Een door toenmalig VVD-senator Heijne Makkreel in 1984 aangezwengelde kwestie maakt duidelijk wat de vermoedelijke achtergrond is van aanwijzing 176. In de woorden van de toenmalige minister van Justitie Korthals Altes: het voorkomen van een vicieuze cirkel, omdat anders tot in het oneindige zou moeten worden bepaald wanneer de inwerkingtredingsbepaling van een inwerkingtredingsbepaling op haar beurt in werking zou moeten treden. Het lijkt aanbevelenswaardig om bij een komende herziening van de Aanwijzingen nog eens goed te kijken naar de verhouding tussen aanwijzing 176 en de in de Aanwijzingen opgenomen modelinwerkingtredingsbepalingen. |