Bij zowel de Europese als de nationale overheid is er al meer dan twee decennia lang een duidelijke belangstelling voor private kwaliteitsborging als een instrument voor regulering en toezicht naast exclusief overheidsoptreden. Dit past bij de gedachte dat in de samenleving ook veel kan worden gereguleerd zonder dat de overheid daar meteen aan te pas hoeft te komen. De auteur bespreekt dit instrument als wetgevingsvraagstuk. Daarbij komen de modaliteiten van private kwaliteitsborging aan bod en welke aandachtspunten in acht moeten worden genomen als de wetgever kiest voor private kwaliteitsborging. Deze aandachtspunten zijn te ontlenen aan beginselen van de democratische rechtsstaat en beginselen van behoorlijke wetgeving, goed bestuur en de open markt. Aan het slot trekt de auteur enkele conclusies over op welke wijze de overheid rekening moet houden met private kwaliteitsborging bij de totstandkoming van wetgeving. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Kwaliteitsborging door het veld: en de wetgever dan? |
Auteurs | Mr.dr. G.J.M. Evers en Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Artikel |
Private kwaliteitsborging als wetgevingsvraagstuk |
Trefwoorden | private kwaliteitsborging, regulering, toezicht |
Auteurs | dr. A.R. Neerhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen; nieuw stelsel voor het bouwtoezicht |
Trefwoorden | bouwkwaliteit, kwaliteitsborging, nalevingstoezicht, toelatingsorganisatie, stelselwijziging |
Auteurs | R. Ahraoui |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het langverwachte wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen ter introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en versterking van de privaatrechtelijke positie van de bouwconsument is ingediend bij de Tweede Kamer. Bouwpartijen moeten bij het bouwen zelf voorzien in privaatrechtelijk georganiseerd toezicht om te voldoen aan het Bouwbesluit 2012. Dit heeft gevolgen voor het nalevingstoezicht door de gemeente. Ingegaan wordt op de gemaakte keuzes. Tevens wordt ingegaan op de verschillende mogelijkheden waarop het toezicht op de naleving van de regels en afspraken vorm krijgt in het nieuwe stelsel. |
Artikel |
Private toezichthouders als radertjes in wiens machine: die van de overheid of van bedrijven?De casus van zelfregulering in de uitzendbranche |
Trefwoorden | vervangende zelfregulering, private toezichthouders, toezicht, uitzendbureaus |
Auteurs | Dr. H.G. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Overheden accepteren vaak private, helpende handen voor toezichtstaken, zoals normstelling, informatieverzameling en handhaving. Publieke toezichthouders ontmoeten in een dergelijk geval hun private collega’s. Voorbeelden van deze collega’s zijn zelfregulerende brancheorganisaties, die op hun beurt toezichtstaken hebben. Zij zijn te zien als de facto private toezichthouders tussen publieke toezichthouders en bedrijven. Hoe is de rol van private toezichthouders te typeren? In een uitgebreide casusbeschrijving over vervangende zelfregulering in de uitzendbranche exploreert de auteur de rol van private toezichthouders tussen overheid en de bedrijven waarop zij toezicht houden in. Zijn zij heel afhankelijk van de overheid, een radertje in haar machine? Of juist een radertje in de machine van de bedrijven die de schone schijn willen ophouden voor de overheid? De casus laat zien dat private toezichthouders niemands radertje zijn, maar beter te zien zijn als zelfstandige module die een ingewikkeld systeem van publieke en private regels gaande houdt. De casus is inspirerend voor de wetgever, want deze heeft de branche zelf de prikkels gegeven om zich op de huidige wijze te reguleren en daarmee de private toezichthouders de huidige rol gegeven. De bijdrage sluit af met een uiteenzetting van deze prikkels en de verklaring van hun werking. |
Artikel |
De functie van de kwaliteitsborging in het zorgstelsel |
Trefwoorden | kwaliteit van zorg, professionele standaard, private regulering |
Auteurs | Prof. mr. J.G. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het gezondheidsrecht is de ontwikkeling van private normen van groot belang. Tussen normen van de wetgever en toetsing door de rechter ontwikkelt zich steeds meer een laag van standaarden, richtlijnen en protocollen. Deze geven invulling aan de meer globale normen en plichten die in formele wetgeving zijn neergelegd. Het Zorginstituut Nederland speelt hierin een belangrijke rol door registratie van richtlijnen en protocollen. De auteur gaat onder meer in op de ontwikkeling en vormgeving van de kwaliteitsnormering en plaatst enkele kanttekeningen daarbij. Zo zal de verwachting dat met deze ontwikkeling ook transparantie bij kwaliteit van zorg kan worden bevorderd, voorlopig niet zijn gerealiseerd. Integendeel, het heeft eerder de ondoorzichtigheid van het kwaliteitsvraagstuk in beeld gebracht. Het is zelfs de vraag of met een tendens naar standaarden als algemene, minimale kwaliteitsnormen met optimale doelmatigheid met de registratie wel de goede sleutel tot het goed functioneren van het stelsel is gevonden. |
Casus |
Eerste Kamer en wetgevingEen boodschap aan de staatscommissie |
Trefwoorden | wetgevingsprocedure, wetgevingskwaliteit, novelle, amendement |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De positie van de Eerste Kamer heeft al vaak onder druk gestaan. Gelet daarop is het een wonder te noemen dat wij nog altijd een senaat hebben. Dit is te danken aan een voortdurende aanpassing van zijn functie, een strategie van terughoudendheid en een zware procedure van grondwetwijziging. In meer positieve zin is de huidige acceptatie ook te danken aan het meer en meer optreden als toetsende instantie van het wetgevingsproces en de wetgevingskwaliteit. Aan de hand van twee recente voorbeelden, het wetsvoorstel Elektriciteits- en gaswet en een wijziging van de Mediawet, beziet de auteur of deze positionering terecht is. Vanuit de Kamer zelf is kritiek geuit op het staatsrechtelijke gehalte van het optreden van de Kamer bij de behandeling van die voorstellen. De auteur is van mening dat het veel meer perspectief biedt als de aangekondigde staatscommissie aandacht besteedt aan de feitelijk bijdrage die de Senaat kan leveren aan de kwaliteit van onze wetgeving, zijnde dé functie van de Senaat, dan herhaalde aandacht voor zijn staatsrechtelijke positie, waarvoor de argumenten al vele malen gewisseld zijn. |
Diversen: Buitenlands nieuws |
De boycot van de ‘toiletwet’ |
Trefwoorden | gelijkheidsbeginsel, genderidentiteit, discriminatie, transseksualiteit |
Auteurs | Dr. S.H. Ranchordás |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zogenaamde ‘toiletwet’ van de Amerikaanse staat North Carolina heeft zowel binnen als buiten de Verenigde Staten de nodige beroering veroorzaakt. Deze wet regelt wie welke toiletten en kleedkamers mag gebruiken op basis van het geboortegeslacht. Dit heeft vergaande gevolgen voor transgenders, maar de betekenis van deze wet beperkt zich niet tot een toiletbezoek. Volgens de auteur ligt de betekenis dieper, in het gelijkheidsbeginsel, maatschappelijke waarnemingen over geslacht, de relatie tussen federale en lokale overheid en hoe economische en culturele belangen de toekomst van wetgeving kunnen beïnvloeden. Deze aspecten komen in de bijdrage aan bod, alsmede pogingen om de wet te boycotten. |