‘Toekomstbestendigheid’ is in de mode, dat geldt ook voor het idee van de toekomstbestendige wetgeving. Van oorsprong betekent toekomstbestendig: duurzaam. Dat wordt geïllustreerd aan de hand van het materiaal waarop teksten vroeger werden vastgelegd en van ideeën over de aard en oorsprong van regels: een godheid, de natuur, het wezen van de mens. Empirisch gesproken, is wetgeving niet zo duurzaam, maar wordt zij aangepast aan de maatschappelijke omstandigheden. Dat is in het algemeen zo, maar is ook vast te stellen voor de recente tijd. Een onderzoek naar wetten die de laatste tien jaar niet zijn gewijzigd, laat zien dat dergelijke wetgeving nauwelijks voorkomt en dat die zeer specifieke situaties betreft. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Wetgeving en innovatie |
Auteurs | Guido Evers en Dennis de Kok |
Auteursinformatie |
Artikel |
Toekomstbestendige wetgeving: duurzaam? wendbaar? duurzaam wendbaar? |
Trefwoorden | toekomstbestendige wetgeving, Right to Challenge, experimenteerbepaling, doelregulering |
Auteurs | Gert Jan Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Regels voor de digitale deeleconomie, oftewel ‘uber-regulering’ |
Trefwoorden | deeleconomie, experimenteerbepaling, innovatie |
Auteurs | Sofia Ranchordas |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zogenoemde ‘deeleconomie’ wordt steeds populairder en steeds meer elektronische platformen bieden goederen en diensten aan die niet door professionals, maar door gewone burgers geleverd worden. Dit levert kansen op, maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Omdat de deeleconomie gebaseerd is op gedeelde consumptie, kunnen deze initiatieven in principe leiden tot een lager verbruik van hulpbronnen, minder CO2-uitstoot en een grotere vraag naar duurzamere producten van goede kwaliteit. Als nadelen worden vaak genoemd een gebrek aan regels, arbeidsonzekerheid, gevaren voor de veiligheid van de gebruikers en schending van de privacy van consumenten. Dit alles werpt de vraag op hoe de wetgever met de opkomst van de deeleconomie moet omgaan: moet hij maatregelen nemen om de deeleconomie te bevorderen of bestaande regelgeving toepassen? De auteur neemt het standpunt in dat, omdat de deeleconomie nog in grote beweging is, er een voorlopige oplossing moet worden gevonden waarbij de voordelen van de deeleconomie afgewogen worden tegen de publieke belangen die op dit moment onbeschermd blijven. Deze derde weg kan worden bewandeld door de invoering van afwijkende regels of via experimenten. De wijze waarop de gemeente Amsterdam omgaat met Airbnb is volgens de auteur hiervan een goed voorbeeld. |
Artikel |
Paden naar UtopiaOver regels, regeldruk en experimenten in het onderwijs |
Trefwoorden | experimenten, regeldruk, toekomstbestendige wetgeving |
Auteurs | Erik Florijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) maakte onlangs bekend dat hij een experiment met regelluwe scholen wil starten. Het experiment houdt in dat ongeveer zestig ‘excellente’ scholen zes jaar lang de ruimte krijgen om met het oog op verbetering van de kwaliteit of de doelmatigheid van het onderwijs af te wijken van vrijwel alle onderwijsrechtelijke bepalingen. In dit artikel gaat de auteur na of het experiment met regelluwe scholen als een voorbeeld kan dienen voor het werken met experimenteerbepalingen zoals het kabinet dat voor ogen staat, of dat uit de opzet van dit experiment juist andere lessen kunnen worden getrokken. De auteur ziet een aantal knelpunten bij dit experiment. Zo worden onder meer opmerkingen gemaakt over de meetbaarheid van kwaliteit van onderwijs, de vormgeving van het experiment, de verhouding tussen het experimentenbesluit en de bovenliggende wet, en de praktische uitvoerbaarheid van een evaluatie. |
Casus |
‘Vluchten voor het AZC’Over lokale democratie, referendumperikelen en trechterwerking in het bestuursrecht |
Trefwoorden | asielopvang, specialiteitsbeginsel, trechterwerking, referendum, fair play |
Auteurs | Rob van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vestiging van AZC’s in Nederland levert doorgaans heftige protesten op. Deze bijdrage laat aan de hand van een concrete casus zien dat dit niet altijd louter of vooral een kwestie is van boze burgers, maar soms ook wordt aangewakkerd door de wijze waarop door de wetgever bestuurlijke besluitvormingsprocessen zijn ingericht en de manier waarop bestuursorganen daarmee omgaan. Met name wanneer particuliere ondernemers een omgevingsvergunning aanvragen voor het vestigen van een AZC, kan een serieuze alternatievenafweging gemakkelijk worden geblokkeerd, wanneer het bevoegd gezag zich beperkt tot het nemen van een besluit op grondslag van de aanvraag. In zo’n geval hebben omwonenden weinig mogelijkheden om het achterliggende (ontbrekende) asielopvangbeleid ter discussie te stellen in bezwaar en beroep en blijkt ook een referendumverzoek om de gemeenteraad tot beleidskeuzes te dwingen geen garantie voor succes. In de sfeer van de rechtsbescherming doet zich bovendien al snel gevoelen dat het besluitbegrip als aangrijpingspunt voor bezwaar en beroep belemmert dat een geschil met de overheid in zijn totaliteit wordt bezien. |
Praktijk |
Niet bekrachtigen of weigeren contraseign? |
Trefwoorden | Contraseign, bekrachtiging, initiatiefwetgeving |
Auteurs | Tim Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op de staatsrechtelijke finesses van de bekrachtiging van wetsvoorstellen nadat zij door de Eerste Kamer zijn aangenomen, het ministeriële contraseign en het verschil tussen die twee zaken. Letterlijk genomen ziet de term ‘bekrachtigen’ in de tekst van artikel 87 lid 1 Grondwet op een daad van de Koning en is de contrasignering door één of meer bewindspersonen een staatsrechtelijk en procedureel daarvan te onderscheiden handeling. Toch moet de bekrachtiging als geheel, dus inclusief het contraseign, worden gezien als een daad van de regering. Daarnaast gaat de auteur in op de niet-bekrachtiging van initiatiefwetsvoorstellen. De procedure voor niet-bekrachtiging wordt besproken, alsmede enige staatsrechtelijke curiosa die zich in de geschiedenis op dat punt hebben voorgedaan. Het blijkt dat niet-bekrachtiging niet alleen bij initiatiefwetsvoorstellen is voorgekomen, maar dat ook een aantal maal is afgezien van bekrachtiging van regeringsvoorstellen. |
Artikel |
Een algemene bepaling of preambule voor de Nederlandse Grondwet – gerommel in de marge? |
Trefwoorden | Grondwet, preambule, algemene bepaling |
Auteurs | Mirjam von Meijenfeldt en Roos Molendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regering heeft voorgesteld een algemene bepaling aan de Grondwet toe te voegen waarin staat dat de Grondwet de kernwaarden democratie, rechtsstaat en grondrechten waarborgt. In reactie op het door Adams en Leenknegt geschreven artikel wordt betoogd dat zowel een algemene bepaling als een preambule bij de huidige constitutionele stand van zaken slechts gerommel in de marge is. Het voorstel gaat voorbij aan waar het daadwerkelijk om gaat: een fundamentele herbezinning op de Grondwet en diens plaats in de samenleving. |