In tegenstelling tot het klassieke vruchtgebruik, dat primair is gericht op instandhouding van het vermogen, wordt in de testamentenpraktijk steeds vaker vruchtgebruik met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid geadviseerd en toegepast. Deze bijdrage bevat een civielrechtelijke analyse van vruchtgebruik met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid, waarbij de grenzen van de verteringsbevoegdheid worden verkend en ingegaan wordt op de verhouding tussen verteringsbevoegdheid en de zorg van een goed vruchtgebruiker. Ook wordt in de bijdrage ingegaan op een aantal fiscale aspecten, te weten de waardering van vruchtgebruik met verteringsbevoegdheid voor zowel de schenk- en erfbelasting als de inkomstenbelasting en de betaling van de door vruchtgebruiker en hoofdgerechtigden verschuldigde belasting. |
Tijdschrift Erfrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Vruchtgebruik met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid |
Trefwoorden | vruchtgebruiktestament, vervreemdings- en verteringsbevoegdheid, schenk- en erfbelasting, inkomstenbelasting, waardering |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Analogische wetstoepassing en overgangsrecht met betrekking tot artikel 4:52 BW |
Trefwoorden | uiterste wilsbeschikking, echtgenoot, aanstaande echtgenoot, scheiding van tafel en bed, echtscheiding, vervallen van een uiterste wilsbeschikking |
Auteurs | Mr. W. Breemhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is geen plaats voor analogische toepassing van artikel 4:52 BW, dat bepaalt dat een ten behoeve van een echtgenoot of aanstaande echtgenoot gemaakte uiterste wilsbeschikking vervalt door een daarna ingetreden echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Evenmin is plaats voor toepassing van deze bepaling op dergelijke, onder het oude recht gemaakte beschikkingen van een erflater die onder het huidige recht overlijdt. |
Jurisprudentie |
De uitleg van een polis levensverzekering en de erfrechtelijke gevolgen daarvan |
Trefwoorden | levensverzekering, Begunstiging, leer van het eigen recht, leer van het afgeleide recht |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en mw. prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een vonnis van de Rechtbank Utrecht besproken, waarbij de bekende vraag werd beantwoord of een uitkering levensverzekering de nalatenschap van de erflater op wiens leven de verzekering was gesloten, passeert of dat de derde die als begunstigde is aangewezen, een eigen recht op de uitkering heeft. |