Te_1874-1681_2023_024_003_covr
Rss

Tijdschrift Erfrecht

Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 6, 2016 Alle samenvattingen uitklappen
Diversen: In Memoriam

Prof. dr. E.A.A. Luijten

Artikel

Nieuwe Europese IPR-verordeningen inzake huwelijksvermogensrecht en vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen

Belangrijkste wijzigingen voor de notariële praktijk

Trefwoorden Huwelijksvermogensrechtverordening, geregistreerd partnerschap, toepasselijk recht, IPR, notariële praktijk
Auteurs Mr. J.G. Knot en Mr. J.L.D.J. Maasland
SamenvattingAuteursinformatie

    IPR-vragen omtrent huwelijksvermogens- en partnerschapsvermogensrecht worden vanaf 29 januari 2019 beantwoord aan de hand van de regels uit twee nieuwe Europese verordeningen. Dit artikel beoogt een overzicht te geven van de hoofdlijnen van deze verordeningen. De nadruk ligt daarbij op het toepassingsgebied van beide verordeningen (welke onderwerpen regelen de verordeningen zoal?) en met name de regels van toepasselijk recht. Welke mogelijkheden zijn er tot het uitbrengen van een rechtskeuze en welk recht beheerst het huwelijksvermogens- of partnerschapsvermogensregime als partijen geen rechtskeuze hebben uitgebracht? Beide verordeningen worden besproken vanuit hun belang voor de notariële praktijk. In dat kader komen ook het overgangsrecht en het geldingsbereik van artikel 1:88 BW in grensoverschrijdende gevallen uitdrukkelijk aan de orde.


Mr. J.G. Knot
Mr. J.G. Knot is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en IPR-adviseur bij PlasBossinade Notarissen te Groningen.

Mr. J.L.D.J. Maasland
Mr. J.L.D.J. Maasland is kandidaat-notaris/partner bij Bluelyn te Rotterdam en universitair gastdocent bij de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Artikel

Van ‘levensexecuteur’ tot executeur, waar ligt de grens?

Trefwoorden levenstestament, gevolmachtigde, executele, subrogatie
Auteurs Mr. dr. N.V.C.E. Bauduin
SamenvattingAuteursinformatie

    Bevoegdheden in levenstestamenten zijn vaak ruim verwoord en omvatten vaak ook allerlei erfrechtelijke bevoegdheden. In deze bijdrage staat de vraag centraal of de gevolmachtigde namens de volmachtgever een executeursbenoeming al dan niet mag aanvaarden én namens de volmachtgever de bevoegdheden van de executeur mag uitoefenen.


Mr. dr. N.V.C.E. Bauduin
Mr. dr. N.V.C.E. Bauduin is als kandidaat-notaris verbonden aan Vrijthofnotarissen te Maastricht en Fellow aan het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Artikel

De afwikkeling/vereffening van een fideicommissaire nalatenschap na de vervulling van de voorwaarde

Trefwoorden afwikkeling, vereffening, tweetrapsnalatenschap, fideicommis
Auteurs Mr. dr. R.E. Brinkman
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel gaat in op de afwikkeling en vereffening van de fideicommissaire (of tweetraps)nalatenschap. Als de bezwaarde komt te overlijden, moet zijn eigen nalatenschap en die van de insteller worden afgewikkeld/vereffend. Voor de vraag wie welke nalatenschap afwikkelt of vereffent en wie in welke nalatenschap een vereffenaar kan laten benoemen, moet scherp onderscheid worden gemaakt tussen de beide nalatenschappen. Voor elke nalatenschap geldt een eigen regime, ook al zijn de nalatenschappen wellicht met elkaar verweven.


Mr. dr. R.E. Brinkman
Mr. dr. R.E. Brinkman is notaris te Hardenberg, docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Jurisprudentie

Een notariële redactiefout in een uiterste wil

Rb. Amsterdam 16 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9032

Trefwoorden uiterste wilsbeschikking/uiterste wil, herroeping, clerical error, uitlegging, discrepantie tussen wil en verklaring
Auteurs Prof. mr. W. Breemhaar
SamenvattingAuteursinformatie

    De bijdrage behelst een kritische bespreking van het vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 16 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9032, omtrent een notariële redactiefout in een uiterste wil. Het praktische belang van het leerstuk van de discrepantie tussen wil en verklaring (art. 3:33 BW) in een dergelijk geval wordt in het bijzonder onderstreept.


Prof. mr. W. Breemhaar
Prof. mr. W. Breemhaar is senior raadsheer in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en emeritus bijzonder hoogleraar notarieel recht aan de Universiteit van Amsterdam.
Jurisprudentie

Jurisprudentieoverzicht

Auteurs Mr. E.M.A. van Amersfoort

Mr. E.M.A. van Amersfoort