Private regelgeving geeft blijk van een bepaalde maatschappelijke behoefte aan normstelling door private, niet-statelijke actoren. De regels die uit deze private normstelling voortvloeien, vallen in beginsel buiten ‘het recht’ in de zin van artikel 79 Wet RO. Als gevolg blijft ook de toepassing van private regelgeving door de rechter beperkt. In deze bijdrage wordt via een analyse van de rechtsstaat een aanzet gedaan tot het formuleren van criteria aan de hand waarvan de rechter een gemotiveerd oordeel kan vormen betreffende de juridische binding van private regelgeving in een concreet geschil. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Private normstelling: criteria voor toepassing van private regelgeving in de rechtszaal |
Trefwoorden | Private normstelling, private regelgeving, rechtsstaat, juridische binding, rechterlijke toetsing |
Auteurs | mr. A. Kristic, mr. F.A. van Tilburg en mr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Negen aanwijzingen voor wetsevaluatief onderzoek |
Trefwoorden | wetsevaluatie, wetsevaluatief onderzoek, beleidstheorie, ex ante evaluatie, impact assessment |
Auteurs | prof. dr. G.J. Veerman en dr. C.M. Klein Haarhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetsevaluatie staat op de wetgevingsagenda, reden om in te gaan op het wat en hoe van wetsevaluatief onderzoek. Op basis van literatuuronderzoek en eigen inzicht worden negen aanwijzingen gegeven: 1. Weet wat je wilt weten; 2. Laat altijd de beleidstheorie onderzoeken; 3. Laat de beschikbaarheid van voorzieningen onderzoeken; 4. Laat bij ex ante evaluatie primair het probleem onderzoeken; 5. Gebruik bij ‘impact assessments’ een methodenmix; 6. Doe niet louter doelbereikingsonderzoek. Omdat men 7. beter wat terughoudend kan zijn met doeltreffendheidsonderzoek (laat, als het gebeurt, de diverse betrokkenen een schatting maken van de bijdrage van de wet aan de doelbereiking) en zeker 8. met oeverloos effectonderzoek (men weet niet waar men het zoeken moet), wordt aanbevolen te kiezen voor 9. procesevaluaties: de omgang van diverse betrokkenen met de wet; laat daarbij ook kijken naar de invloed van het flankerend beleid. |
Artikel |
De BES-eilanden van buiten de Europese Unie naar binnen de Europese UnieEen reactie op H.G. Hoogers: De BES-eilanden, de Grondwet en het Europees recht |
Trefwoorden | LGO, landen en gebieden overzee, BES-eilanden, Europese Unie, Nederlandse Antillen |
Auteurs | mr. F.H. van der Burg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer de BES-eilanden worden opgenomen in het Nederlands staatsverband, krijgen zij een andere status. Zij maken nu geen deel uit van de Gemeenschap, maar door hun opname in het Nederlandse staatsverband gaan zij wel deel uitmaken van de Gemeenschap. Het Koninkrijk is niet gemachtigd eenzijdig een wijziging aan te brengen in de reikwijdte van de gelding van het Europese recht. De opneming van de BES-eilanden in het Nederlands staatsverband moet dan ook gepaard gaan met een wijziging van het EG-verdrag. |
Artikel |
Het ene buiten is het andere nietEen reactie op Van der Burg |
Trefwoorden | LGO, landen en gebieden overzee, BES-eilanden, Europese Unie, Nederlandse Antillen |
Auteurs | mr. H.G. Hoogers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijlage bij het verdrag waar de LGO-gebieden opgesomd worden, noemt niet slechts de Nederlandse Antillen, maar ook de onderscheiden eilandgebieden daarvan bij naam. Bonaire, St. Eustatius en Saba worden derhalve met zoveel woorden genoemd als territoria waarvoor de LGO-status geldt. De territoria die de status van LGO hebben behoren tot het grondgebied van de lidstaten van de Unie (en daarmee tot het grondgebied waarop het recht van de Unie van toepassing is), maar door de LGO-status is de werking van dat Europese recht in de Landen en Gebieden Overzee fors ingeperkt. Die inperking vindt plaats op basis van Europese normen, lidstaten kunnen niet eenzijdig een wijziging aanbrengen in de status van die aangewezen gebieden. |
Artikel |
Kanttekeningen bij de Invoeringswet-BES |
Trefwoorden | invoeringswet-BES, wetgever, grondwet, attributie van bevoegdheden, regelstellende bevoegdheden |
Auteurs | mr. M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Invoeringswet-BES zet relevante Antilliaanse regelgeving om in Nederlandse normen. Deze omvorming vindt plaats door vermelding van de desbetreffende regelingen op de bijlage bij het wetsvoorstel. In deze bijlage wordt voor de daarin genoemde regelingen vermeld of zij de status verkrijgen van formele wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling. De wetgever kan de regelstellende bevoegdheden van regering en bewindspersonen echter niet zelf uitoefenen. De wetgever is niet bevoegd om te knutselen met de grondwettelijke attributie van bevoegdheden. Bovendien levert dit problemen op in het kader van de rechterlijke toetsing en de ministeriële verantwoordelijkheid. |
Case |
Wetgevingsbeleid in de reshuffle: de Britse regering ziet toch af van regulatory budgets. |
Trefwoorden | regulatory budgets, wetgevingsbeleid, Better Regulation, administratieve lasten, kosten van regelgeving |
Auteurs | dr. mr. A.C.M. Meuwese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Meestal lijkt Better Regulation net een trein die maar doordendert. Er zijn altijd weer nieuwe landen die zichzelf ten doel stellen administratieve lasten te verlagen, er lijkt altijd behoefte aan meer evaluaties en er komt elk halfjaar weer een nieuw instrument om de effecten van regelgeving te beheersen in de mode. Maar een van de laatste instrumenten die aan het Better-Regulationscala werden toegevoegd, is stilletjes weer van de agenda afgevoerd. De Britse regering heeft namelijk haar ambitieuze plannen om regulatory budgets te introduceren voor onbepaalde tijd in de ijskast gezet. Terwijl het idee op de International Regulatory Reform Conference in Berlijn in de herfst van 2008 nog was aangekondigd als ‘the next frontier in regulatory reform’, heeft men in april 2009, in één grote beweging met de cabinet reshuffle, toch van het idee afgezien, om in plaats daarvan over meer specifieke hervormingsmaatregelen te gaan nadenken. |
Discussie |
Shelley en een Europese grondwet in verzen |
Trefwoorden | Europese grondwet, Grondrechten, Preambule, Poëtica |
Auteurs | prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De grote Engelse dichter Shelley besloot zijn Defense of Poetry (1821) met de uitroep: `Poets are the unacknowledged legislators of the world.’ Shelley denkt hierbij aan grote dichters zoals Homerus, Dante of Milton die het wereldbeeld bepaalden waar gewone wetgevers zich maar naar hadden te voegen. Toch wil Shelley de verbeelding niet aan de macht helpen; dichters staan bij hem buiten en tegenover de machtige instellingen en personen van hun tijd. Zij kunnen een visie op een betere ordening formuleren waar anderen zich op kunnen richten. Is dat laatste streven niet ook aan de orde bij het project van een 40-tal dichters om, uit bezorgdheid over de impasse waarin de Europese Unie verkeert, een Europese grondwet in verzen te ontwerpen? Er zijn de nodige overeenkomsten tussen hun aanpak en die van Shelley. |