Deze bijdrage doet verslag van een multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar herstelbelemmerende factoren van de schadeafwikkeling en een experiment met een website om de schadeafwikkeling te verbeteren door empowerment van het slachtoffer. Een volledig verslag is te vinden in het proefschrift van N.A. Elbers, Empowerment of injured claimants. Investigating claim factors, procedural justice and e-health, 2013. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Epidemiologische inzichten in het effect van letselschadeafwikkeling op herstel en de zoektocht naar mogelijkheden voor verbetering |
Trefwoorden | afwikkelingsproces, beleving van slachtoffer, herstel, re-integratie, communicatie |
Auteurs | Dr. N.A. Elbers en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Heeft de opneming van zorgstandaarden in een wettelijk register gevolgen voor de juridische betekenis van die standaarden? |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, standaarden, professionele standaard, wettelijk register |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijnen en standaarden van de medische beroepsgroep spelen bij het beoordelen van medische aansprakelijkheid vaak een belangrijke rol. Het Zorginstituut Nederland (ZiN) gaat een wettelijk register van dergelijke standaarden beheren. In gevallen waarin het veld dat nalaat, kan het ZiN zelf standaarden laten opstellen en deze doen opnemen in het register. De vraag is of deze nieuwe wettelijke mogelijkheden gevolgen hebben voor de juridische betekenis van standaarden en voor de juridische positie van zorgaanbieders in aansprakelijkheidszaken. Het ziet ernaar uit dat de nieuwe wetgeving vooral transparantie-effecten heeft en de juridische positie en betekenis van standaarden niet wezenlijk wijzigen. |
Jurisprudentie |
Familieverweer (art. 7:962 lid 3 BW) beperkt ook regresrecht op medeaansprakelijkeHR 23 november 2012, LJN BX5880 |
Trefwoorden | subrogatie, hoofdelijke aansprakelijkheid, verhaalsuitsluiting, familieverweer |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Menzis Zorgverzekeraar zoekt in deze procedure verhaal voor de ziektekosten die zij heeft vergoed aan haar verzekerden. Het gaat om een moeder en haar zoon, die in 2007 als passagier betrokken waren bij een tweezijdig auto-ongeval. De auto waarin zij zaten, werd bestuurd door hun echtgenoot respectievelijk vader. |
Jurisprudentie |
Verhaalsimmuniteit artikel 7:962 lid 3 BW strekt zich ook uit tot uitzendkrachtRb. Amsterdam 28 november 2012, LJN BY7234 |
Trefwoorden | subrogatie, verhaalsuitsluiting, collega-verweer, uitzendkracht |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 5 juni 2009 vond in Emmen een eenzijdig ongeval plaats. Een auto, bestuurd door A, botste tegen de betonnen pilaar van een brug. Inzittende B (tevens eigenaar van de auto) heeft bij het ongeval ernstig letsel opgelopen. B was ten tijde van het ongeval in dienst bij een bestratingsbedrijf. A was op dat moment als uitzendkracht werkzaam bij ditzelfde bestratingsbedrijf. Anderzorg heeft, als ziektekostenverzekeraar van B, uitkeringen aan B gedaan. In deze procedure tracht zij deze uitkeringen te verhalen op WAM-verzekeraar London. London heeft zich beroepen op het collega-verweer als opgenomen in artikel 7:962 lid 3 BW. |
Jurisprudentie |
Smartengeld zonder bewuste smartRb. Utrecht 6 februari 2013, LJN BZ0813 |
Trefwoorden | smartengeld, immateriële schadevergoeding, bewustelozen, coma, functies aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. B.I. Bethlehem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Coma-arrest bepaalde de Hoge Raad dat comateuze slachtoffers recht hebben op smartengeld. Er bleef echter onduidelijkheid bestaan over de vraag of dergelijke slachtoffers slechts vergoedbaar nadeel hebben geleden wanneer bij hen achteraf sprake is geweest van een zekere mate van bewustzijn (de ‘beperkte opvatting’), of dat zij levensvreugde derven ongeacht de vraag of zij zich ooit nog bewust zullen zijn van het feit dat zij in coma hebben gelegen (de ‘ruime opvatting’). De Rechtbank Utrecht toont zich in haar vonnis van 6 februari 2013 (LJN BZ0813) voorstander van de ruime opvatting door smartengeld toe te kennen aan een comateus slachtoffer dat zich niet (aantoonbaar) bewust is (geweest) van het feit dat hij in coma ligt. Deze uitspraak strookt niet met de functies die met het toekennen van smartengeld worden geacht te worden verwezenlijkt. |
Diversen |
Liability for asbestos-related injuries door F. Sobczak |
Auteurs | Mr. dr. A.J. Van |
Auteursinformatie |