De auteur betoogt dat het werkgeversaansprakelijkheidsrecht faalt jegens slachtoffers van beroepsziekten. De opkomst van diverse compensatieregelingen probeert dit probleem te verzachten, maar biedt uiteindelijk geen oplossing. De auteur verwijst nadrukkelijk naar de methodiek van beroepsziektelijsten die door andere landen wordt gehanteerd, in navolging van ILO-verdrag nr. 121. Een vermelding van een beroepsziekte op zo’n lijst zou, met handhaving van het civielrechtelijk karakter van het Nederlandse werkgeversaansprakelijkheidsrecht, als een vermoeden of bewijs van causaal verband kunnen worden aanvaard. Frappant: Nederland heeft dit verdrag al in 1966 geratificeerd. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De opkomst van compensatieregelingen voor beroepsziekten: pappen en nathouden |
Trefwoorden | beroepsziekterecht, ILO-verdrag nr. 121, causaal verband, rechtsvergelijking, artikel 7:658 BW |
Auteurs | Mr. dr. Y.R.K. Waterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Letselschadevergoeding in de loonbelasting: de (smeer)put is nog niet gedemptBespreking van HR 25 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:444 (Smeerput II) |
Trefwoorden | bijzondere afspraken, rechtspositionele regeling, verlies van arbeidsvermogen, Belastingdienst, belastinggarantie |
Auteurs | P.A.C. Hoynck van Papendrecht LLB |
SamenvattingAuteursinformatie |
De belastingkamer van de Hoge Raad heeft in 2022 geoordeeld dat werkgeversvergoedingen aan een werknemer voor blijvend verlies van arbeidsvermogen en immateriële schade onbelast zijn, tenzij hierover in de arbeidsovereenkomst afspraken zijn gemaakt en de vergoeding hoger is dan uit de erkenning van de aansprakelijkheid van de werkgever voortvloeit. De vergoeding moet dan tot het loon worden gerekend. Deze toets heeft gevolgen voor de (civielrechtelijke) afwikkeling van werkgerelateerde letselschade; het belang van een gedetailleerde vaststellingsovereenkomst en belastinggarantie is bijvoorbeeld toegenomen. Deze bijdrage bespreekt de gevolgen en het verschil wanneer is uitgekeerd onder een ongevallen- of schadeverzekering dan wel een andersoortige rechtspositionele regeling. |
Jurisprudentie |
S(c)hockschade 2.0: het confrontatiegezichtspuntHR 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1250 (Friese festival) |
Trefwoorden | schadebegroting, eigen schuld |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch en Mr. A.J. Korff |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 20 september 2022 gaf de Hoge Raad een nadere duiding aan het confrontatiegezichtspunt bij shockschade. De auteurs bespreken dit arrest en schetsen de ontwikkeling van de confrontatie-eis in het Taxibus-arrest tot het confrontatiegezichtspunt in dit arrest. Daarbij plaatsen zij een aantal kritische opmerkingen over de motivering van het oordeel van de Hoge Raad in dit arrest. Verder stellen zij aan de orde of de vraag of de confrontatie te vermijden was niet feitelijk een eigenschuldverweer is, dat beoordeeld moet worden aan de hand van artikel 6:101 BW. |