Lange tijd kende de letselschadepraktijk een vrij eenzijdige focus op de financiële en juridische aspecten van letsel. Mede onder invloed van empirisch onderzoek naar de persoonlijke ervaringen van slachtoffers in de letselschadepraktijk hebben in de afgelopen decennia de niet-financiële behoeften van letselschadeslachtoffers aan aandacht en importantie gewonnen. In deze ontwikkelingen is tot op heden amper aandacht uitgegaan naar de persoonlijke ervaringen van veroorzakers van letsel. Het proefschrift van de auteur En de veroorzaker dan? zet hun ervaringen in het licht. De kern van het promotieonderzoek is een interviewstudie met wegens letselveroorzaking aangesproken zorgverleners en verkeersdeelnemers. Deze bijdrage beschrijft de daaruit gebleken immateriële belangen die aan veroorzakerzijde kunnen leven, en relateert deze aan de reeds bekende immateriële behoeften van letselschadeslachtoffers. De bijdrage sluit af met een oproep tot meer aandacht voor het veroorzakerperspectief, ook in praktijkinitiatieven die gericht zijn op het bevorderen van slachtoffer-veroorzakercontact. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
‘Ik was blij dat ik die man een hand heb kunnen geven’Over veroorzakers van letsel en hun relationele belangen in de civiele letselschadepraktijk |
Trefwoorden | immateriële belangen, slachtoffer-veroorzakercontact, excuses, erkenning |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
‘Landmark, don’t eyeball’: aansprakelijkheid voor schouderletsel door onjuiste toediening van een vaccin (SIRVA) |
Trefwoorden | vaccinatieschade, protocol, GBO, medische aansprakelijkheid, geneeskundige behandelingsovereenkomst |
Auteurs | Mr. drs. I. Haazen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het groeiende aantal vaccinaties door de recente massavaccinatiecampagnes blijkt het risico op schouderletsel door een onjuiste injectietechniek (‘SIRVA’) toegenomen. Niet correct vaccineren kan tot aansprakelijkheid van de toediener leiden. Hoe een vaccin veilig wordt toegediend, is geregeld in protocollen. Deze dienen voor de rechter als toetsingsinstrument ingeval een patiënt schade heeft opgelopen door een vaccinatie. De auteur onderzoekt of de vaccinatieprotocollen in Nederland onderling overeenstemmen en of deze overeenkomen met de internationale standaarden. Zij beoogt alertheid te creëren op SIRVA en adviseert de medische beroepsgroep te bekijken of er aanleiding is tot herziening van deze protocollen. |
Artikel |
Verlies van vrije tijd: ‘tijd is geld’ of onstoffelijk nadeel? |
Trefwoorden | artikel 6:96 BW, artikel 6:95 BW, artikel 6:97 BW, immateriële schade, vermogensschade |
Auteurs | Mr. H.P. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in dit artikel de literatuur en rechtspraak ten aanzien van de vergoeding van het verlies van (vrije) tijd als schade. Aan de hand daarvan betoogt zij dat het huidige recht geen basis biedt voor een concrete vergoeding van verloren ‘uren’ en dat een dergelijke benadering praktisch gezien ook weinig wenselijk zou zijn. |
Jurisprudentie |
Dubbele kwetsbaarheid & seksueel misbruik: alle pijlen op jeugdbeschermingsautoriteitenEHRM 3 november 2022, ECLI:CE:ECHR:2022:1103JUD005922712 (Loste/Frankrijk) |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheidsrecht, EVRM, positieve verplichting, schadevergoeding, jeugdbescherming |
Auteurs | Mr. dr. drs. E.C. Gijselaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beschreven wordt welke maatregelen de staat moet treffen om een uit huis geplaatste minderjarige te beschermen tegen seksueel misbruik. Nieuw is de verplichting om te voorzien in effectieve mechanismen voor detectie en rapportage. Naar verwachting kunnen de verantwoordelijke autoriteiten zich niet verschuilen achter een tekort aan financiële middelen die hun ten dienste staan voor het inrichten van een systeem als dusdanig. Uit eerdere rechtspraak van het EHRM volgt dat de direct getroffene bij schending van artikel 3 EVRM aanspraak moet kunnen maken op vergoeding van immateriële schade. Betoogd wordt dat het Nederlandse recht voldoende mogelijkheden biedt om dergelijke schade te vergoeden. |
Jurisprudentie |
Middelen en bijstand, een nieuwe koersCRvB 25 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:909 |
Trefwoorden | smartengeld, blijvend letsel, immateriële schade, bijstand |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), waarin de CRvB oordeelt dat de vergoeding van immateriële schade in geval van blijvend letsel in beginsel bedoeld is voor het resterende deel van het leven van de betrokkene. Dat betekent weer dat de vergoeding toegerekend moet worden aan die volledige periode (= de rest van het leven). De CRvB deelt het smartengeldbedrag door de statistische eindleeftijd minus de leeftijd ten tijde van het ongeval. Dat komt neer op € 125 per maand, en dat is aldus de CRvB niet een zodanig bedrag dat het geheel vrijlaten daarvan uit het oogpunt van bijstandverlening onverantwoord is. |
Jurisprudentie |
De hardheidsclausule van de Wet schadefonds geweldsmisdrijvenABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1845 |
Trefwoorden | tegemoetkoming, slachtoffer, geweldsmisdrijf, SGM, ernstig letsel |
Auteurs | Mr. L.A.J. Kock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 mei 2023 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak over de hardheidsclausule (art. 8 lid 1) in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Aan de hand van gesignaleerde knelpunten inzake de Wet schadefonds geweldsmisdrijven en het oordeel van de Afdeling van 10 mei 2023 wordt bekeken hoe de commissie voor toekomstige gevallen invulling aan de hardheidsclausule kan geven, en indien de hardheidsclausule van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven geen oplossing biedt voor de gesignaleerde knelpunten, hoe deze dan opgelost dienen te worden. |