Zowel bij rampen en crises als bij beroepsziekten worden door overheid en door werkgevers steeds weer nieuwe schadefondsen ingevoerd. Dat is slecht nieuws. De trend wijst niet alleen op een onjuist beeld over de rol van de overheid bij het ‘dempen’ van de gevolgen van maatschappelijke tegenslag, maar is ook een indicatie dat ‘normale’ systemen zoals het aansprakelijkheidsrecht niet optimaal werken. Waar verbetering binnen die systemen mogelijk is, moet daarop worden ingezet. Anders verdient invoering van een alternatief vergoedingsmechanisme de voorkeur. Zo valt, ook in het belang van gedupeerden, het tij mogelijk te keren: hoe minder schadefondsen, des te beter. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Opkomst en ondergang van de schadefondsen voor personenschade? |
Trefwoorden | schaderegelingen, rampen en crises, beroepsziekten, alternatieve vergoedingsmechanismen, directe verzekering |
Auteurs | Prof. mr. T. Hartlief |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Civielrechtelijke vergoeding van letselschade door een werkgever en fiscale (on)belastbaarheid van een uitkering uit een door een werkgever afgesloten ongevallenverzekering. Een kwestie van voordeelstoerekening? |
Trefwoorden | voordeelsverrekening |
Auteurs | Mr. dr. W.C.T. Weterings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het Smeerkuil II-arrest is een uitkering uit een ongevallenverzekering die door de werkgever op basis van de arbeidsvoorwaarden is afgesloten, fiscaal belast voor zover deze vergoeding uitgaat boven de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werkgever. Of en zo ja in hoeverre sprake is van een extra vergoeding (en dus fiscale belastbaarheid), hangt volgens de auteur af van het antwoord op de vraag of en zo ja in hoeverre deze uitkering bij het begroten van de civiele schadevergoeding als voordeel in de zin van art. 6:100 BW kan worden verrekend. Nu dat antwoord onduidelijk is, wordt de rechtspraktijk voor een dilemma geplaatst |
Artikel |
Reactie op het artikel ‘Evaluatie van de IWMD-vraagstelling causaal verband bij ongeval – resultaten van een enquête en opties voor revisie’ (TVP 2022, p. 1-14) |
Trefwoorden | expertise, vraagstelling, deskundigen, causaliteit, schadebepaling |
Auteurs | Mr. M.G.F. de Graaff-Bosch, Mr. I.W.A. Roelandschap, Mr. J.I. van der Winden e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel is een reactie op het eerdere artikel (Evaluatie van de IWMD-vraagstelling causaal verband bij ongeval – resultaten van een enquête en opties voor revisie, TVP 2022, p. 1-14) van de Interdisciplinaire Werkgroep Medische Deskundigen. De betreffende werkgroep heeft in het artikel in TVP 2022-1 verzocht om een reactie vanuit de praktijk. De auteurs geven, daar waar nodig, suggesties en verbreden hiermee hopelijk de visie van de werkgroep. |
Artikel |
Modernisering van de productaansprakelijkheidsrichtlijn: innovatief en baanbrekend? |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, product, gebreken, producent, voorstel Europese Commissie |
Auteurs | Mr. K.A. Jelsma en Mr. M. Amiri Bavandpour |
SamenvattingAuteursinformatie |
De huidige richtlijn productaansprakelijkheid is al bijna veertig jaar geldend recht. Mede door de technologische ontwikkelingen heeft de Europese Commissie op 28 september 2022 een voorstel voor een herziene en geactualiseerde productaansprakelijkheidsrichtlijn gepubliceerd. Een aantal voorgestelde wijzigingen zullen in de praktijk niet voor veel verandering zorgen, maar een aantal wijzigingen zijn wel degelijk innovatief en baanbrekend. Duidelijk is wel dat veel van de nieuwe voorgestelde regels bedoeld zijn ter bescherming van de gelaedeerde. Potentieel kunnen deze wijzigingen voor betrokken marktdeelnemers leiden tot (veel) meer risico op claims en vordering en aldus hun risico op productaansprakelijkheid vergroten. |
Jurisprudentie |
De redelijke kosten ter vaststelling van de schade: wie betaalt?HR 9 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1174, NJ 2022/343 (Redelijke kosten schadevaststelling) |
Trefwoorden | artikel 7:959 lid 1 BW, vergoeding kosten, artikel 7:961 lid 1 BW, samenloop, verzekering |
Auteurs | Mr. L. Bartels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 9 september 2022 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vergoeding van redelijke kosten ter vaststelling van de omvang van de schade als bedoeld in artikel 7:959 lid 1 BW. Aan de orde is onder andere de vraag of relevant is wie de kosten maakt. Ook komt de vraag aan bod welke kosten onder de redelijke kosten ter vaststelling van de schade vallen. In deze bijdrage wordt ingegaan op het oordeel van de Hoge Raad, waarbij ook wordt besproken of in de onderhavige kwestie sprake is van samenloop van verzekeringen. |