13882066_covr
Rss

Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade

Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Access_open Opkomst en ondergang van de schadefondsen voor personenschade?

Trefwoorden schaderegelingen, rampen en crises, beroepsziekten, alternatieve vergoedingsmechanismen, directe verzekering
Auteurs Prof. mr. T. Hartlief
SamenvattingAuteursinformatie

    Zowel bij rampen en crises als bij beroepsziekten worden door overheid en door werkgevers steeds weer nieuwe schadefondsen ingevoerd. Dat is slecht nieuws. De trend wijst niet alleen op een onjuist beeld over de rol van de overheid bij het ‘dempen’ van de gevolgen van maatschappelijke tegenslag, maar is ook een indicatie dat ‘normale’ systemen zoals het aansprakelijkheidsrecht niet optimaal werken. Waar verbetering binnen die systemen mogelijk is, moet daarop worden ingezet. Anders verdient invoering van een alternatief vergoedingsmechanisme de voorkeur. Zo valt, ook in het belang van gedupeerden, het tij mogelijk te keren: hoe minder schadefondsen, des te beter.


Prof. mr. T. Hartlief
Prof. mr. T. Hartlief is advocaat-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Maastricht.

    Sinds het Smeerkuil II-arrest is een uitkering uit een ongevallenverzekering die door de werkgever op basis van de arbeidsvoorwaarden is afgesloten, fiscaal belast voor zover deze vergoeding uitgaat boven de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werkgever. Of en zo ja in hoeverre sprake is van een extra vergoeding (en dus fiscale belastbaarheid), hangt volgens de auteur af van het antwoord op de vraag of en zo ja in hoeverre deze uitkering bij het begroten van de civiele schadevergoeding als voordeel in de zin van art. 6:100 BW kan worden verrekend. Nu dat antwoord onduidelijk is, wordt de rechtspraktijk voor een dilemma geplaatst


Mr. dr. W.C.T. Weterings
Mr. dr. W.C.T. Weterings is advocaat bij Dirkzwager, sectie Aansprakelijkheid & Verzekering, te Arnhem en als universitair hoofddocent verbonden aan de Universiteit van Tilburg, vakgroep Private, Business & Labour Law.
Artikel

Reactie op het artikel ‘Evaluatie van de IWMD-vraagstelling causaal verband bij ongeval – resultaten van een enquête en opties voor revisie’ (TVP 2022, p. 1-14)

Trefwoorden expertise, vraagstelling, deskundigen, causaliteit, schadebepaling
Auteurs Mr. M.G.F. de Graaff-Bosch, Mr. I.W.A. Roelandschap, Mr. J.I. van der Winden e.a.
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel is een reactie op het eerdere artikel (Evaluatie van de IWMD-vraagstelling causaal verband bij ongeval – resultaten van een enquête en opties voor revisie, TVP 2022, p. 1-14) van de Interdisciplinaire Werkgroep Medische Deskundigen. De betreffende werkgroep heeft in het artikel in TVP 2022-1 verzocht om een reactie vanuit de praktijk. De auteurs geven, daar waar nodig, suggesties en verbreden hiermee hopelijk de visie van de werkgroep.


Mr. M.G.F. de Graaff-Bosch
Mr. M.G.F. de Graaff-Bosch is advocaat bij BAEN Advocatuur te Utrecht.

Mr. I.W.A. Roelandschap
Mr. I.W.A. Roelandschap is advocaat bij Slot Letselschade te Zeist.

Mr. J.I. van der Winden
Mr. J.I. van der Winden is advocaat bij Maet Advocaten te Almere.

Mr. A.M. Wolf
Mr. A.M. Wolf is advocaat bij Wolf Advocaten te Haarlem.
Artikel

Modernisering van de product­aansprakelijkheidsrichtlijn: innovatief en baanbrekend?

Trefwoorden aansprakelijkheid, product, gebreken, producent, voorstel Europese Commissie
Auteurs Mr. K.A. Jelsma en Mr. M. Amiri Bavandpour
SamenvattingAuteursinformatie

    De huidige richtlijn productaansprakelijkheid is al bijna veertig jaar geldend recht. Mede door de technologische ontwikkelingen heeft de Europese Commissie op 28 september 2022 een voorstel voor een herziene en geactualiseerde productaansprakelijkheidsrichtlijn gepubliceerd. Een aantal voorgestelde wijzigingen zullen in de praktijk niet voor veel verandering zorgen, maar een aantal wijzigingen zijn wel degelijk innovatief en baanbrekend. Duidelijk is wel dat veel van de nieuwe voorgestelde regels bedoeld zijn ter bescherming van de gelaedeerde. Potentieel kunnen deze wijzigingen voor betrokken marktdeelnemers leiden tot (veel) meer risico op claims en vordering en aldus hun risico op productaansprakelijkheid vergroten.


Mr. K.A. Jelsma
Mr. K.A. Jelsma is werkzaam als advocaat bij Hogan Lovells te Amsterdam.

Mr. M. Amiri Bavandpour
Mr. M. Amiri Bavandpour is werkzaam als advocaat bij Hogan Lovells te Amsterdam.
Jurisprudentie

De redelijke kosten ter vaststelling van de schade: wie betaalt?

HR 9 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1174, NJ 2022/343 (Redelijke kosten schadevaststelling)

Trefwoorden artikel 7:959 lid 1 BW, vergoeding kosten, artikel 7:961 lid 1 BW, samenloop, verzekering
Auteurs Mr. L. Bartels
SamenvattingAuteursinformatie

    In zijn arrest van 9 september 2022 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vergoeding van redelijke kosten ter vaststelling van de omvang van de schade als bedoeld in artikel 7:959 lid 1 BW. Aan de orde is onder andere de vraag of relevant is wie de kosten maakt. Ook komt de vraag aan bod welke kosten onder de redelijke kosten ter vaststelling van de schade vallen. In deze bijdrage wordt ingegaan op het oordeel van de Hoge Raad, waarbij ook wordt besproken of in de onderhavige kwestie sprake is van samenloop van verzekeringen.


Mr. L. Bartels
Mr. L. Bartels is schadebehandelaar bij Marsh te Rotterdam en daarnaast als docent/onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar zij promotieonderzoek doet naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.