Het doel van deze bijdrage is om kritisch te analyseren welke nieuwe koers de Hoge Raad met zijn arrest van 28 juni 2022 heeft ingezet. In deze bijdrage worden drie punten uitgelicht: de geïntroduceerde gezichtspuntenbenadering voor de beoordeling van een schokschadevordering, het vereiste van geestelijk letsel voor vergoeding van materiële en immateriële schokschade en de samenloop van de vergoeding van affectieschade en de vergoeding van immateriële schokschade. Ook wordt in gegaan op de conclusie van A-G’s Spronken en Lindenbergh van 22 februari 2022. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
20 jaar na Taxibus: hoe de wal het schip van schokschade toch heeft doen keren |
Trefwoorden | schokschade, affectieschade, immateriële schade, smartengeld, shockschade |
Auteurs | Prof. mr. R. Rijnhout en Mr. A.M. Overheul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Risicoverdeling in geval van gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen |
Trefwoorden | medische hulpmiddelen, juridisch-empirisch onderzoek,, medische aansprakelijkheid, verkeersopvattingen |
Auteurs | Prof. mr. R. Rijnhout en Mr. dr. S.N.P. Wiznitzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage concentreert zich op de invulling van de verkeersopvatting in het kader van de toerekening van ongeschikte medische hulpzaken (art. 6:77 BW). Het doel van deze bijdrage is om te onderzoeken of, vertrekkend vanuit het perspectief van de samenleving, het ziekenhuis de schade zou moeten vergoeden als gevolg van het gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen. Drie specifieke omstandigheden zijn onderzocht: fraude door de producent, het niet hebben van een verzekering aan de zijde van het ziekenhuis en een faillissement van de producent. |
Opinie |
Verzekeraars verbreken relatie met frauderende belangenbehartigerRb. Den Haag (vzr.) 25 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:5296 |
Trefwoorden | fraude, belangenbehartiger, samenwerking |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Twee verzekeraars constateerden, na een daartoe strekkend onderzoek, dat een belangenbehartiger, die een slachtoffer bijstond die in korte tijd tweemaal betrokken was bij een verkeersongeval, dezelfde schade bij ieder van hen had geclaimd. Hierop hebben de verzekeraars de samenwerking met de belangenbehartiger opgezegd. Voorts zijn zijn gegevens in het Extern Verwijzingsregister opgenomen. De belangenbehartiger kwam hiertegen op bij de Haagse voorzieningenrechter. De rechter stelde de verzekeraars echter in het gelijk. De getroffen maatregelen waren juist en proportioneel. Ook in een gelijktijdig gestart deelgeschil trok de frauderende belangenbehartiger aan het kortste eind. |
Jurisprudentie |
Tussentijds hoger beroep in de deelgeschilprocedureHR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, hoger beroep, deelgeschil |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over het instellen van hoger beroep tegen een tussenvonnis (art. 337 lid 2 Rv). De al bestaande mogelijkheden van tussentijds hoger beroep zijn daarbij nader op elkaar afgestemd, waarbij regie van de rechter en proceseconomie vooropstaan. De Hoge Raad heeft in het arrest een aantal regels geformuleerd. Dit betekent ook dat de Hoge Raad gedeeltelijk terugkomt op zijn eerdere arresten van 23 januari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AL7051 en 17 december 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3168 en ECLI:NL:HR:2004:AR3170. |