Op 1 januari 2013 is een vermogensinkomensbijtelling ingevoerd in de AWBZ. Hoens gaat in op de vraag of dit gevolgen heeft voor het antwoord op de vraag of (testamentaire) opeisbaarheid van de erfdelen gewenst of nodig is, zodra er sprake is van een (dreiging van een) door de vermogensinkomensbijtelling veroorzaakte vermogensintering. Bij de beantwoording staat de verzorging van de langstlevende voorop. Dat bij dit alles eenvoud het kenmerk van het ware ís, en kán zijn, volgt uit een arrest van de Hoge Raad van 1 februari 1991, NJ 1992, 259. |
Tijdschrift Erfrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
AWBZ: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?HR 1 februari 1991, NJ 1992, 259: vrijwillig uitbetalen revisited |
Trefwoorden | AWBZ, opeisbaarheid, uitbetalen, uitkeren, HR 1 februari 1991, NJ 1992, 259, vrijwillig |
Auteurs | Mr. F.M.H. Hoens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Murphy’s Law bij het testeren door een erflater die geen handtekening meer kan zetten |
Trefwoorden | ondertekening testament, lichamelijke handicap, nietigheid testament |
Auteurs | Prof. mr. B.E. Reinhartz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een testament dat in tegenwoordigheid van de notaris is ondertekend door middel van een handtekeningstempel door een testateur die vanwege een lichamelijke handicap niet meer met een pen kan ondertekenen, is geldig ondertekend. Men komt dan niet toe aan de nietigheid van artikel 4:109 BW of de surrogaathandtekening van artikel 43 Wna. Dat het testament als plaats van verlijden de plaats van vestiging van het notariskantoor vermeldt en niet de plaats waar het verzorgingstehuis is gevestigd waar de testateur verblijft en het testament daadwerkelijk is gepasseerd, levert in dit geval geen grond op voor vernietiging van het testament. |
Jurisprudentie |
Een quasi-legaat aan een quasi-echtgenote |
Trefwoorden | quasi-legaat, vereffenaar, uitkering levensverzekering, beneficiaire aanvaarding |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en Prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het arrest van HR 17 mei 2013, RvdW 2013, 689, ECLI:NL:HR:2013:BZ3643 besproken. In deze casus ging het om een begunstiging van de partner in een overeenkomst van levensverzekering die de latere erflater te haren behoeve had gesloten. Daarnaast had hij tevens in zijn laatste uiterste wil zijn partner tot enige erfgename en tot executeur benoemd, terwijl hij aan zijn kinderen geldlegaten had gemaakt. De nalatenschap bleek negatief te zijn. Deze combinatie leverde enkele rechtsvragen op die aan de Hoge Raad werden voorgelegd. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Auteurs | Mr. E.M. van Amersfoort |