Naar aanleiding van een drietal vonnissen van de Rechtbank Haarlem wordt nader ingegaan op de vraag hoe volgens Nederlands internationaal erfrecht de aanspraak op een legitieme portie dient te worden beoordeeld, in het licht van een rechtskeuze voor buitenlands erfrecht. Aan de orde komen onder meer het verschil tussen een conflictenrechtelijke en een materieelrechtelijke rechtskeuze en de gevolgen van een dubbele nationaliteit van de testateur voor de geldigheid van diens rechtskeuze. Tevens wordt bezien of de verhouding tussen rechtskeuze en wettelijk erfdeel zal veranderen onder de toekomstige Europese Erfrechtverordening (conform het thans voorliggende voorstel) of na inwerkingtreding van Boek 10 BW (per 1 januari 2012). Ten slotte wordt kort aandacht geschonken aan de mogelijkheid uit het Oostenrijkse erfrecht een afstammeling te onterven, zonder dat daardoor enige aanspraak op een legitieme portie ontstaat. |
Tijdschrift Erfrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Rechtskeuze voor buitenlands erfrecht en het wettelijk erfdeel |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, rechtskeuze, legitieme portie/wettelijk erfdeel, Europese Erfrechtverordening, Boek 10 BW (Internationaal privaatrecht) |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De stichting familiebeheer |
Trefwoorden | stichting, bewind, executele, certificering, familiestichting |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoekt de auteur de rol die een stichting familiebeheer kan vervullen in het kader van de zeggenschap over familievermogen. De auteur gaat daarbij onder meer in op de verhouding van de stichting familiebeheer tot de stichting administratiekantoor en de familiestichting. |
Jurisprudentie |
Sed melius est verba benignius interpretari |
Trefwoorden | uiterste wilsbeschikking, uitleg, wettelijke verdeling, wilsrechten, ontzegging |
Auteurs | Mr. W. Breemhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onderzocht wordt de vraag of een welwillender uitleg van de litigieuze uiterste wilsbeschikking, die een ontzegging van de bevoegdheid, als bedoeld in artikel 4:19 e.v. BW behelsde, mogelijk zou zijn geweest dan die waarvan het hof – onuitgesproken – is uitgegaan. Hierbij komt ook de verhouding tussen het leerstuk van de uitleg en dat van de discrepantie tussen wil en verklaring aan de orde. |
Jurisprudentie |
Hebben verpleeghuizen iets gemeen met zwerfkatten? |
Trefwoorden | rechtspersoon/erfgenaam, uitleg testament, artikel 4:46 BW/uitleg, artikel 4:47 BW, artikel 4:56 BW |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en Mw. prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de aanwijzing van een rechtspersoon in een oude uiterste wil kan een probleem spelen wanneer de rechtspersoon ten tijde van het overlijden van de testateur niet meer bestaat. In de beide hier te bespreken situaties ging het om de aanwijzing van een rechtspersoon als erfgenaam die intussen had opgehouden te bestaan. |