Moet ‘Ongekend onrecht’ tot een geheel vernieuwd wetgevingskwaliteitsbeleid leiden? Ja en nee. Nee, omdat de kernelementen van de kwaliteit van de wet een afgeleide zijn van de functie van de wet in ons politiek-juridisch stelsel. Als het stelsel niet verandert, geldt dat ook voor die kwaliteitseisen. Ja, omdat het erop lijkt dat rechtmatigheid niet meer de vooronderstelling van openbaar bestuur is, maar slechts een aspect of waarde waarmee óók rekening kan worden gehouden. Dat is in strijd met de juridische ratio en óók met de politieke. Om daaraan iets te doen moet de kern van de professionele standaard uit het juridische domein een plaats krijgen in het normatief kader voor professionaliteit in het politieke domein. Die cultuurverandering maakt meer kans met een constitutioneel hof op de achtergrond. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Perspectieven op wetgevingskwaliteitsbeleid en het wetgevingsproces |
Auteurs | M.J. Jacobs, L.C. Groen en D.R.P. de Kok |
Auteursinformatie |
Artikel |
Buiten het eigen speelveldDe normen voor de kwaliteit van de wet horen ook te gelden in de professionele cultuur van het politieke domein |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteitsbeleid, legisprudentie, juridische/politieke rationaliteit, functie van de wet, werking van de wet |
Auteurs | J.T.K. Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wetgeving in de loopgravenLessen van de Wet Huis voor Klokkenluiders |
Trefwoorden | initiatiefwet, klokkenluider, misstand, politieke lobby, publiek belang |
Auteurs | R. van Raak |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet voor de bescherming van klokkenluiders was politiek én wetstechnisch een avontuur. Door een tegenlobby van de gezamenlijke organisaties van werkgevers en werknemers (VNO-NCW en FNV) en vanwege de verschillen in opvatting over klokkenluiden en de behartiging van publieke belangen. Uit de politieke loopgravenoorlog rond deze initiatiefwet is een aantal lessen te trekken, onder meer over de eigen rol van de Tweede Kamer, het kabinet en de lobby. |
Artikel |
Interbestuurlijke verhoudingen in de Omgevingswet: ordeloos of een thorbeckiaans evenwicht? |
Trefwoorden | fysieke leefomgeving, Thorbecke, staatsinrichting, subsidiariteitsvereiste, beleidsruimte |
Auteurs | L.J. van Karnenbeek, F.A.G. Groothuijse en H.F.M.W. van Rijswick |
SamenvattingAuteursinformatie |
Thorbecke is de grondlegger van de gedecentraliseerde eenheidsstaat, de staatsinrichting die altijd nog wordt gehandhaafd. Ook de Omgevingswet lijkt op het eerste gezicht aan te sluiten bij de door Thorbecke neergelegde uitgangspunten van de gedecentraliseerde eenheidsstaat. Binnen de algemene gelding van de nieuwe wet beschikken de decentrale overheden, de gemeenten in het bijzonder, over een ruime mate van beleidsruimte. Tegelijkertijd kan deze in beginsel ruim toebedeelde gemeentelijke beleidsruimte relatief gemakkelijk worden beperkt. Dat komt omdat het subsidiariteitsvereiste volgens de auteurs een beperkte normerende werking heeft, waardoor bovengemeentelijk optreden juridisch minimaal is begrensd. De auteurs beargumenteren dat de mogelijkheid dat bovengemeentelijke overheden een stevige greep op gemeenten kunnen hebben, haaks staat op de uitgangspunten die Thorbecke aan de staatsinrichting ten grondslag heeft gelegd. |
Objets trouvés |
Autonomer en minder politiek sensitiefAmbtelijke reflecties op de zorgelijke relatie met de politiek |
Trefwoorden | politiek-ambtelijke verhoudingen, parlement, ambtenaren, leiderschap, media |
Auteurs | P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overheid lijkt een toenemend verzet te oogsten nu parlementaire reacties op ambtelijke optreden negatiever zijn geworden en bovendien niet weersproken of van context voorzien worden door de politieke en ambtelijke leiders. Aan de ambtelijke dienst gaat deze ontwikkeling niet ongemerkt voorbij, blijkens de vele lezenswaardige reflecties op het eigen functioneren. Nu deze reflecties nogal abstract en gericht op de morele dimensie zijn, is het de vraag of zij voldoende bruikbare remedies bevatten. In elk geval lijkt het aanbevelenswaardig dat de ambtelijke professionals zelf het initiatief gaan nemen tot het geven van uitleg en context van bekritiseerd ambtelijke handelen, als deel van de actuele nieuwsvoorziening. |
Legisprudentie |
Experimenteerbepalingen |
Trefwoorden | Raad van State, wetgevingsadvisering, experimenten |
Auteurs | M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het ontwerp voor de elfde wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving kraakte de Afdeling advisering van de Raad van State enkele kritische noten over het wetgevingsbeleid rondom experimenteerbepalingen. In deze aflevering van Legisprudentie geeft de auteur een bloemlezing van de advisering over experimenteerbepalingen van de afgelopen decennia. |
Datagedreven wetgeven |
‘Law smells’Over digitale vertalingen van regelgeving en de uitvoeringspraktijk |
Trefwoorden | digitalisering, geautomatiseerde besluitvorming, uitvoerbaarheid |
Auteurs | A.C.M. Meuwese en I. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nu steeds meer wetgeving op digitale wijze wordt uitgevoerd, is er ook toenemende aandacht voor het proces en de methode van ‘digitale vertaling’ van regelgeving. Deze bijdrage maakt de aansluiting tussen de digitaliseringspraktijk en de wetgevingspraktijk concreter door ervaringen uit verschillende projecten, en met name het RAAK-project, te delen en te laten zien wat wetgevingsjuristen hiervan kunnen leren. |