In dit artikel worden aandachtspunten gesignaleerd voor de gezichtspuntenbenadering van Hoogeveen bij shockschade. In de rechtspraak wordt er bij het gezichtspunt van de confrontatie van naasten en nabestaanden met geweldsmisdrijven nog veel gewicht toegekend aan de precieze wijze van de confrontatie en aan het moment waarop die plaatsvond. Deze beperkte uitleg vraagt volgens de auteurs om een onderbouwing. Voor reddingswerkers oogt Hoogeveen onnodig restrictief en ligt aansluiting bij de ratio van de koerswijziging van de Centrale Raad van Beroep in de rede. Daarnaast doen zij enkele voorstellen voor de toepassing van het gezichtspunt van nauwe relatie met het primaire slachtoffer. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Over gezichtspunten en aannames bij de begrenzing van het recht op schadevergoeding bij shockschade in en na Hoogeveen |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, smartengeld, jurisprudentie, letsel, personenschade |
Auteurs | Dr. mr. E.F.D. Engelhard en Prof. dr. I.M. Engelhard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Whiplash associated disorder en causaal verbandHR 22 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1275 |
Trefwoorden | condicio-sine-qua-nonverband, medisch moeilijk objectiveerbaar letsel, whiplash |
Auteurs | Mr. J.F. Roth |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 22 september 2023 volgt de Hoge Raad A-G Lindenberg in zijn conclusie en oordeelt dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op de in het eerste tussenarrest opengelaten mogelijkheid dat condicio-sine-qua-nonverband wordt aangenomen, ook indien een aandoening op neurologisch vakgebied niet komt vast te staan. De in de lagere rechtspraak ontwikkelde ‘whiplashjurisprudentie’ blijft daarmee in stand. In deze bijdrage bespreekt de auteur het oordeel van de Hoge Raad en voorziet het arrest van commentaar. |
Jurisprudentie |
Uitspraak inzake dwangarbeid bij de Zusters van de Goede Herder: de toepasselijkheid en het collectief toetsen van de doorbrekingsleerRb. Noord-Holland 29 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2811 |
Trefwoorden | verjaring, historisch onrecht, schadevergoeding, collectieve actie, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. dr. L.A.B.M. Wijntjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt geflecteerd op een zaak waarin kloostercongregatie de Goede Herder wordt aangesproken omdat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld door vrouwen dwangarbeid te laten verrichten. De belangrijkste rechtsvraag in deze zaak is of het beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zodat de verjaring moet worden doorbroken. De rechtbank oordeelt dat de doorbrekingsleer ook kan worden toegepast in de onderhavige zaak en dus niet alleen in gevallen van verborgen schade. De verjaring kan echter niet als groep worden doorbroken, daarvoor verschillen de individuele omstandigheden te veel van elkaar. |