In december 2011 is de nieuwe Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) gereedgekomen. Deze Medische Paragraaf bestaat uit vijf onderdelen, en treedt in de plaats van de Beginselen 9 en 12 van de GBL 2006. De regeling in de Medische Paragraaf is niet alleen veel uitvoeriger, nieuw is dat er ook werkdocumenten zijn opgenomen, die zijn bedoeld als voorbeelden van een werkwijze waarmee de goede praktijken uit de Medische Paragraaf kunnen worden geoperationaliseerd. In deze bijdrage worden achtereenvolgens de totstandkoming, de opbouw en het toepassingsbereik van de Medische Paragraaf besproken. Daarna worden per onderdeel van de Medische Paragraaf de belangrijkste uitgangspunten en goede praktijken toegelicht. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling LetselschadeEnkele hoofdlijnen van totstandkoming, opzet en inhoud |
Trefwoorden | Gedragscode Behandeling Letselschade, Medische Paragraaf, medisch beoordelingstraject, medisch adviseur, medische gegevens, privacy, harmoniemodel, IWMD-vraagstelling |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Aquarius: een letselschaderegeling met duidelijke deadlines en een proactieve arts |
Trefwoorden | Gedragscode Behandeling Letselschade, Aquariusarts, harmonieus dualisme, escalatietraject, strikte deadlines |
Auteurs | Mevrouw mr. F.Th. Peters en J.M. Mossink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage beschrijven de auteurs een nieuw schaderegelingsproces in de letselschadepraktijk. Zij hebben een mensgericht, rechtvaardig en transparant letselschadetraject voor ogen, dat vooral op wederzijds vertrouwen is gebaseerd. Kenmerken zijn: een helder plan van aanpak met strikte deadlines, een werkwijze met één arts in plaats van twee medisch adviseurs en een escalatietraject in het geval geen overeenstemming over een te volgen deeltraject kan worden gevonden. Het proces wordt beproefd in een pilot die in oktober 2011 is gestart en waarschijnlijk in mei 2013 zal worden beëindigd. |
Artikel |
‘Lies, damned lies, and statistics’De berekening van het verlies van een kans bij medische aansprakelijkheid |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, stelplicht, bewijslast, schade, kans |
Auteurs | Mr. A.J. Van en Mevrouw mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij aansprakelijkheid in medische zaken liggen de stelplicht en de bewijslast ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv bij de patiënt. Dat houdt in dat hij moet stellen en, bij betwisting, moet bewijzen dat sprake is geweest van een tekortkoming, en dat deze bij hem heeft geleid tot gezondheidsschade. Voor de patiënt zijn dit twee lastig te nemen ‘hobbels’. De patiënt kan doorgaans moeilijk aantonen dat sprake is geweest van een tekortkoming, omdat hij niet goed kan achterhalen hoe de behandeling is verlopen en niet beschikt over voldoende kennis om precies aan te geven waarin de tekortkoming is gelegen. De patiënt kan doorgaans eveneens moeilijk aantonen dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en zijn schade: het vaststellen van het causaal verband wordt gecompliceerd doordat ten tijde van de behandeling reeds sprake was van een gezondheidsprobleem. Dit maakt dat op voorhand niet vaststaat dat de gezondheidssituatie, zoals die zich heeft aangediend na de medische fout, (volledig) is veroorzaakt door die fout. |
Artikel |
De toegang tot de deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: de rol van de rechter zoals door de wetgever beoogd? |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, doel wetgever, rol van de rechter, onderhandelingsfase, proportionaliteitstoets |
Auteurs | Mevrouw mr. S.J. de Groot en Mevrouw mr. J.E. van Oers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mevrouw mr. S.J. de Groot en mevrouw mr. J.E. van Oers, beiden werkzaam bij SAP Letselschade Advocaten, onderzochten de 92 gepubliceerde uitspraken anderhalf jaar na invoering van de Wet deelgeschilprocedure. Zij onderzochten of de wens van de wetgever, om de afwikkeling van letsel- en overlijdensschade te bespoedigen en de bemiddelende rol van de rechter nadrukkelijker op de voorgrond te plaatsen naast de traditioneel geschilbeslechtende, door de rechter wordt nageleefd. Hierbij hebben zij zich toegespitst op de beoordeling van de rechter bij het beantwoorden van de vraag ‘Is dit een deelgeschil?’ |
Artikel |
11-11-11, de Hoge Raad en 7:611Duidelijk, maar onvermijdelijk arbitrair |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, artikel 7:611 BW, schadevergoeding, verkeersongeval, werknemersbescherming |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Krispijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van artikel 7:611 BW als grondslag voor werkgeversaansprakelijkheid is al enige tijd in beweging. In de rechtspraak van de Hoge Raad tot nu toe werden de grenzen voor het toekennen van een schadevergoeding op grond van dit artikel telkens verlegd. Dit liet de mogelijkheid van verdere uitbreiding in de toekomst open. In veel gevallen was daardoor onduidelijk of een werknemer die een ongeval was overkomen bescherming kon ontlenen aan dit artikel of niet. Er werd dan ook reikhalzend uitgekeken naar een uitspraak waarin de Hoge Raad duidelijkheid zou geven over de toepassing van artikel 7:611. Op 11 november 2011 deed de Hoge Raad twee van deze uitspraken. |
Diversen |
Enkele overpeinzingen naar aanleiding van Letselverhalen van Raoul van Dort |
Auteurs | Mr. J.L.M. Misana |
Auteursinformatie |