De Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen is onlangs gewijzigd. Deze wijzigingen betreffen met name de verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid en zijn derhalve bijzonder relevant in het kader van de verwerking van medische informatie in de personenschadepraktijk. De auteur gaat in deze bijdrage in op de belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de verwerking van medische informatie. Deze wijzigingen roepen een aantal fundamentele vragen en onduidelijkheden op (die deels overigens ook al onder de oude versie van de Gedragscode bestonden). Dit betreft onder andere de vraag welke personen aan verzekeraarszijde de medische informatie van het letselschadeslachtoffer mogen inzien en wat de juridische grondslag daarvoor is. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen herzien: een overzicht van wijzigingen en consequenties voor de personenschadepraktijk |
Trefwoorden | wijziging Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen, functionele eenheid, inzage in medische informatie, medische machtiging |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Fundamentele rechten in de personenschadepraktijkEen verslag van het jaarcongres van PEOPIL |
Trefwoorden | PEOPIL, fundamentele rechten, persoonsschadepraktijk |
Auteurs | Mevrouw mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Pan European Organisation for Personal Injury Lawyers (PEOPIL) werd opgericht in 1997. Zij heeft zich onder andere ten doel gesteld op Europees niveau op te komen voor onder andere het recht op schadevergoeding en toegang tot het recht. PEOPIL organiseert regelmatig seminars en jaarlijks een congres. In juni van dit jaar vond het jaarcongres plaats in Genève, waar de fundamentele rechten in de personenschadepraktijk centraal stonden. In deze bijdrage wordt verslag gedaan van de lezingen die tijdens het congres werden gegeven. |
Jurisprudentie |
Kwalitatieve aansprakelijkheid jegens medebezitterHR 8 oktober 2010, LJN BM6095, RvdW 2010, 1164 |
Trefwoorden | kwalitatieve aansprakelijkheid, medebezit, hangmat, gebrekkige opstal |
Auteurs | Mevrouw mr. F. Leopold |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 8 oktober 2010 wees de Hoge Raad het baanbrekende Hangmat-arrest, waarin werd geoordeeld dat een vrouw die medebezitter was van een opstal haar echtgenoot die eveneens medebezitter was, kon aanspreken voor 50% van haar schade. In haar noot bij het arrest plaatst de auteur enige kanttekeningen bij het oordeel van de Hoge Raad. Zij gaat daarbij in op het relativiteitsvereiste, de aangenomen gedeeltelijke aansprakelijkheid van de medebezitter en de te verwachten impact van het arrest op ons aansprakelijkheidsrecht en de verzekeringsbranche. Het Hangmat-arrest levert vanuit dogmatisch oogpunt in elk geval het nodige voer voor discussie op. |
Jurisprudentie |
Voordeelsverrekening bij letselschadeHR 1 oktober 2010, LJN BM7808 |
Trefwoorden | sommenverzekering, schadeverzekering, voordeelsverrekening, arbeidsongeschiktheidsverzekering, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na veertig jaar heeft de Hoge Raad zich opnieuw uitgesproken over het antwoord op de vraag of een uitkering op grond van een sommenverzekering bij letselschade moet worden verrekend of niet. Het meest recente arrest daarover dateert uit 1969. Het arrest van 1 oktober 2010 verdient bespreking, omdat het (veel) meer richting geeft aan de discussie, of en zo ja, in hoeverre een uitkering uit hoofde van een sommenverzekering bij letselschade voor verrekening in aanmerking komt en wat dat voor invloed heeft op voor die verzekering in de loop der tijd betaalde premie. |
Jurisprudentie |
Positie regresnemerHof Arnhem 12 mei 2009, LJN BI5030 |
Trefwoorden | regres, eigen schuld, billijkheidscorrectie, ernst van het letsel |
Auteurs | Prof. mr. T. Hartlief |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is de positie van regresnemers in het kader van de billijkheidscorrectie? Profiteren zij enkel van meer objectieve factoren zoals de (uiteenlopende) mate van verwijtbaarheid of kunnen ook meer subjectieve factoren zoals de ernst van de gevolgen voor het slachtoffer aanleiding geven voor een billijkheidscorrectie ten voordele van regresnemers? Om te voorkomen dat ‘subrogatie in zieligheid’ plaatsvindt, zou toepassing van de billijkheidscorrectie naar het oordeel van de auteur in regres beperkt moeten blijven tot factoren als de uiteenlopende ernst van de wederzijds gemaakte fouten en de mate van verwijtbaarheid van ieders gedrag. |