Dit artikel neemt artikel 4:4 BW onder de loep: is het terecht dat de bepalingen van dat artikel, die uit het oude recht stammen, twintig jaar geleden als erfrechtelijke regels zijn blijven bestaan, en hebben zij nu en over twintig jaar nog bestaansrecht? |
Tijdschrift Erfrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Twintig jaar nieuw erfrecht |
Artikel |
Is artikel 4:4 BW nog bij de tijd? |
Trefwoorden | erfovereenkomst, belemmeringen, vrijheden, cautio, Socini |
Auteurs | Mr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Twintig jaar uitlegging van uiterste wilsbeschikkingen als inspiratie voor een ‘uitlegarm’ testament |
Trefwoorden | artikel 4:46 BW, uitleg testament, verhoudingen en omstandigheden, considerans, scenario’s |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is de afgelopen twintig jaar veel jurisprudentie op het gebied van de uitlegging van testamenten gepubliceerd. Hierin wordt door de rechter systematisch artikel 4:46 BW toegepast: wat waren de verhoudingen die erflater wilde regelen en onder welke omstandigheden is het testament gemaakt? In deze bijdrage wordt aan de hand van deze jurisprudentie naar mogelijkheden gezocht om een testament ‘uitlegarm’ te maken; de notaris heeft immers de redactie van het testament in handen. Er zijn verschillende aandachtspunten die bij het maken van een testament in acht genomen kunnen worden. In deze bijdrage wordt een aantal van die aandachtspunten uitgewerkt. |
Artikel |
Naar een betere positie voor de minderjarige in het erfrecht |
Trefwoorden | toezicht, vermogensbeheer, boedelbeschrijving, ouderlijk vruchtgenot, kantonrechter |
Auteurs | Mr. dr. J.H.M. ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft bij de invoering van het erfrecht in 2003 vooral oog gehad voor de positie van de langstlevende echtgenoot en voor een vlotte boedelafwikkeling. Aan waarborgen voor minderjarige erfrechtelijke verkrijgers is nauwelijks aandacht besteed. Met het conceptwetsvoorstel dat door de minister op 17 april 2023. is aangekondigd, lijkt daar nu echt verandering in te komen. |
Artikel |
Twintig jaar erfprocesrecht in de advocatenpraktijk |
Trefwoorden | procesbevoegd, hoedanigheden, ondeelbare rechtsverhouding, procesrechtelijke puzzel, maatschappelijke ontwikkelingen |
Auteurs | Mr. P.G. Knoppers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen twintig jaar is er volop geprocedeerd in erfrechtzaken. Dit blijkt regelmatig een complexe aangelegenheid. Het erfprocesrecht is daarmee in de afgelopen jaren flink gevormd door de rechtspraak. In deze bijdrage komen diverse ontwikkelingen daaromtrent aan de orde. Het betreft geen limitatieve opsomming, maar een overdenking van de in het oog springende ontwikkelingen. |
Artikel |
Ontwikkeling van het Nederlandse internationaal erfrecht in de afgelopen twintig jaar |
Trefwoorden | ipr, Erfrechtverordening, Boek 10 BW, Haags Erfrechtverdrag 1989, Wet conflictenrecht erfopvolging |
Auteurs | Mr. dr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de ontwikkeling van de in Nederland geldende regels van internationaal erfrecht in de afgelopen twintig jaar centraal. Het aantal erfrechtelijke zaken met een internationaal karakter in de Nederlandse rechtspraktijk is in deze periode flink toegenomen. Door de komst van de ErfVo zijn de regels van internationaal erfrecht binnen de kring van lidstaten van de Europese Unie geharmoniseerd, waardoor estate planning en afwikkeling gemakkelijker zijn geworden. Op het vlak van de rechtskeuze zijn de mogelijkheden om voor Nederlands recht te kiezen afgenomen. Oude rechtskeuzes, uitgebracht vóór 17 augustus 2015 ten aanzien van de gehele erfopvolging, blijven echter geldig. De objectieve verwijzingsregels zijn daarentegen eenvoudiger geworden. In de praktijk kan voor erflaters die in Nederland wonen sneller worden aangenomen dat ons ‘nieuwe’ Nederlandse erfrecht van toepassing is. |
Artikel |
Benadeeld zeker, maar of het telt?Een beschouwing over giften in de zin van artikel 4:67 sub a BW |
Trefwoorden | legitieme portie, legitimaire massa, benadeling legitimaris, doelvermogens, civielrechtelijke vereenzelviging |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 4:67 sub a BW worden giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld bij de berekening van de legitimaire massa in aanmerking genomen, ongeacht de tijd die is verstreken tussen de gift en het overlijden. In deze bijdrage gaat de auteur in op de door artikel 4:67 sub a BW gestelde criteria, toegespitst op de inbreng van vermogen in een (buitenlands) doelvermogen, zoals bijvoorbeeld een trust, Stichting Particulier Fonds (SPF) naar het recht van Curaçao of een Liechtensteinse Privatstiftung. |
Artikel |
Is de vervaltermijn in artikel 4:85 BW om een beroep op de legitieme portie te doen aan herziening toe? |
Trefwoorden | legitieme, vervaltermijn, minderjarigen, wilsrecht, dwingend recht |
Auteurs | Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2003 heeft de vervaltermijn zijn intrede gedaan bij de regeling van de legitieme portie. De belangrijkste reden daarvoor was om de belanghebbenden, met name de erfgenamen, niet te lang in onzekerheid te laten of de legitimaris zich al dan niet op zijn wilsrecht zou beroepen. Maar door deze vervaltermijn kunnen de belangen van bepaalde legitimarissen onnodig in het gedrang komen. In dit artikel wordt geprobeerd een oplossing te vinden die een evenwicht vormt voor alle belanghebbenden. |