Te_1874-1681_2023_024_003_covr
Rss

Tijdschrift Erfrecht

Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 4, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Access_open Is artikel 4:4 BW nog bij de tijd?

Trefwoorden erfovereenkomst, belemmeringen, vrijheden, cautio, Socini
Auteurs Mr. R.E. Brinkman
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel neemt artikel 4:4 BW onder de loep: is het terecht dat de bepalingen van dat artikel, die uit het oude recht stammen, twintig jaar geleden als erfrechtelijke regels zijn blijven bestaan, en hebben zij nu en over twintig jaar nog bestaansrecht?


Mr. R.E. Brinkman
Mr. R.E. Brinkman is notaris te Hardenberg, als docent verbonden aan het Notarieel Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Artikel

Twintig jaar uitlegging van uiterste wilsbeschikkingen als inspiratie voor een ‘uitlegarm’ testament

Trefwoorden artikel 4:46 BW, uitleg testament, verhoudingen en omstandigheden, considerans, scenario’s
Auteurs Mr. L.A.G.M. van der Geld
SamenvattingAuteursinformatie

    Er is de afgelopen twintig jaar veel jurisprudentie op het gebied van de uitlegging van testamenten gepubliceerd. Hierin wordt door de rechter systematisch artikel 4:46 BW toegepast: wat waren de verhoudingen die erflater wilde regelen en onder welke omstandigheden is het testament gemaakt? In deze bijdrage wordt aan de hand van deze jurisprudentie naar mogelijkheden gezocht om een testament ‘uitlegarm’ te maken; de notaris heeft immers de redactie van het testament in handen. Er zijn verschillende aandachtspunten die bij het maken van een testament in acht genomen kunnen worden. In deze bijdrage wordt een aantal van die aandachtspunten uitgewerkt.


Mr. L.A.G.M. van der Geld
Mw. mr. L.A.G.M. van der Geld is directeur van Netwerk Notarissen, docent bij het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen en raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof Den Haag.
Artikel

Naar een betere positie voor de minderjarige in het erfrecht

Trefwoorden toezicht, vermogensbeheer, boedelbeschrijving, ouderlijk vruchtgenot, kantonrechter
Auteurs Mr. dr. J.H.M. ter Haar
SamenvattingAuteursinformatie

    De wetgever heeft bij de invoering van het erfrecht in 2003 vooral oog gehad voor de positie van de langstlevende echtgenoot en voor een vlotte boedelafwikkeling. Aan waarborgen voor minderjarige erfrechtelijke verkrijgers is nauwelijks aandacht besteed. Met het conceptwetsvoorstel dat door de minister op 17 april 2023. is aangekondigd, lijkt daar nu echt verandering in te komen.


Mr. dr. J.H.M. ter Haar
Mr. dr. J.H.M. ter Haar is universitair docent Notarieel recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel

Twintig jaar erfprocesrecht in de advocatenpraktijk

Trefwoorden procesbevoegd, hoedanigheden, ondeelbare rechtsverhouding, procesrechtelijke puzzel, maatschappelijke ontwikkelingen
Auteurs Mr. P.G. Knoppers
SamenvattingAuteursinformatie

    De afgelopen twintig jaar is er volop geprocedeerd in erfrechtzaken. Dit blijkt regelmatig een complexe aangelegenheid. Het erfprocesrecht is daarmee in de afgelopen jaren flink gevormd door de rechtspraak. In deze bijdrage komen diverse ontwikkelingen daaromtrent aan de orde. Het betreft geen limitatieve opsomming, maar een overdenking van de in het oog springende ontwikkelingen.


Mr. P.G. Knoppers
Mw. mr. P.G. Knoppers is advocaat-partner erfrecht bij SmeetsGijbels en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Rotterdam.
Artikel

Ontwikkeling van het Nederlandse internationaal erfrecht in de afgelopen twintig jaar

Trefwoorden ipr, Erfrechtverordening, Boek 10 BW, Haags Erfrechtverdrag 1989, Wet conflictenrecht erfopvolging
Auteurs Mr. dr. J.G. Knot
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage staat de ontwikkeling van de in Nederland geldende regels van internationaal erfrecht in de afgelopen twintig jaar centraal. Het aantal erfrechtelijke zaken met een internationaal karakter in de Nederlandse rechtspraktijk is in deze periode flink toegenomen. Door de komst van de ErfVo zijn de regels van internationaal erfrecht binnen de kring van lidstaten van de Europese Unie geharmoniseerd, waardoor estate planning en afwikkeling gemakkelijker zijn geworden. Op het vlak van de rechtskeuze zijn de mogelijkheden om voor Nederlands recht te kiezen afgenomen. Oude rechtskeuzes, uitgebracht vóór 17 augustus 2015 ten aanzien van de gehele erfopvolging, blijven echter geldig. De objectieve verwijzingsregels zijn daarentegen eenvoudiger geworden. In de praktijk kan voor erflaters die in Nederland wonen sneller worden aangenomen dat ons ‘nieuwe’ Nederlandse erfrecht van toepassing is.


Mr. dr. J.G. Knot
Mr. dr. J.G. Knot is raadsheer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en universitair docent internationaal privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel

Benadeeld zeker, maar of het telt?

Een beschouwing over giften in de zin van artikel 4:67 sub a BW

Trefwoorden legitieme portie, legitimaire massa, benadeling legitimaris, doelvermogens, civielrechtelijke vereenzelviging
Auteurs Mr. J.L.D.J. Maasland
SamenvattingAuteursinformatie

    Op grond van artikel 4:67 sub a BW worden giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld bij de berekening van de legitimaire massa in aanmerking genomen, ongeacht de tijd die is verstreken tussen de gift en het overlijden. In deze bijdrage gaat de auteur in op de door artikel 4:67 sub a BW gestelde criteria, toegespitst op de inbreng van vermogen in een (buitenlands) doelvermogen, zoals bijvoorbeeld een trust, Stichting Particulier Fonds (SPF) naar het recht van Curaçao of een Liechtensteinse Privatstiftung.


Mr. J.L.D.J. Maasland
Mr. J.L.D.J. Maasland is notaris bij Loyens & Loeff te Amsterdam.
Artikel

Is de vervaltermijn in artikel 4:85 BW om een beroep op de legitieme portie te doen aan herziening toe?

Trefwoorden legitieme, vervaltermijn, minderjarigen, wilsrecht, dwingend recht
Auteurs Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
SamenvattingAuteursinformatie

    In 2003 heeft de vervaltermijn zijn intrede gedaan bij de regeling van de legitieme portie. De belangrijkste reden daarvoor was om de belanghebbenden, met name de erfgenamen, niet te lang in onzekerheid te laten of de legitimaris zich al dan niet op zijn wilsrecht zou beroepen. Maar door deze vervaltermijn kunnen de belangen van bepaalde legitimarissen onnodig in het gedrang komen. In dit artikel wordt geprobeerd een oplossing te vinden die een evenwicht vormt voor alle belanghebbenden.


Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
Mw. prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg is emeritus hoogleraar, oud-notaris en raadsheer plaatsvervanger in Hof Den Bosch.