De burger is niet een altijd rationeel handelende persoon, zoals de wetgever veronderstelt. Zijn doenvermogen, zoals de WRR het noemt, verschilt soms sterk van dat beeld. Doordat de wetgever van het verkeerde beeld uitgaat, bouwt hij een rechtsstaat op die op papier klopt (bureaucratische rechtsstaat) maar voor de echte burger geen werkelijkheid wordt (geen responsieve rechtsstaat is). Zoals economen inmiddels afstand hebben genomen van het rationele-actormodel, zullen juristen dat ook moeten doen. Wanneer rechtsstaat, recht en overheidsbeleid worden gebaseerd op een beeld van de burger zoals die echt is, wordt de rechtsstaat responsief, en worden wet en beleid doeltreffender. |
RegelMaat
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
De empathische wetgever |
Auteurs | Mr. dr. G.J.M. Evers |
Auteursinformatie |
Artikel |
Wetgeving in de responsieve rechtsstaat |
Trefwoorden | responsieve rechtsstaat, procedurele rechtvaardigheid, gelijkheidsbeginsel, schulden |
Auteurs | Prof. dr. M. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Empathie in het sociaal domein |
Trefwoorden | mensbeeld, beleidstheorie, implementatie, sociale zekerheid |
Auteurs | Mr. dr. A. Tollenaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan wetgeving ligt altijd een mensbeeld ten grondslag. Het mensbeeld bestaat uit het geheel aan eigenschappen (voorkeuren, vaardigheden, motieven) van degene die door de wet wordt geraakt of beschermd. De mensbeelden kunnen worden onderscheiden in een drietal dimensies: zelfredzaam, bureaucratische vaardigheden en calculerend gedrag. De analyse van de totstandkoming van de wetgeving in de sociale zekerheid leert dat de mensbeelden van verschillende recente wetten verschillend scoren op deze dimensies. Onduidelijk is waar de wetgever zijn mensbeeld op baseert. Bij wetgeving lijken mensbeelden vooral te worden gebruikt om wettelijke voorschriften te legitimeren. Bij de uitvoering van de wetten blijken weer andere mensbeelden te domineren. Dit is ingegeven door enerzijds meer specifieke kennis van de normadressaat (voorschriften worden niet zo streng gehandhaafd als de wetgever zou willen, omdat de handhaving ongewenste effecten heeft) en anderzijds bezuinigingsdrift (waardoor procedurele barrières worden opgeworpen die de wetgever niet voor ogen stonden). Dit geconstateerde verschil tussen uitvoering en wetgeving leidt tot de aanbeveling om bij wetgeving meer kennis over de mensbeelden in de uitvoeringspraktijk te betrekken. |
Artikel |
De empathische Belastingdienst |
Trefwoorden | vertrouwen, adequate klantinteractie, redzaamheid, inclusiviteit |
Auteurs | Drs. E.M. Nijenhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om regels na te kunnen leven hebben mensen het nodig vertrouwen te stellen in de overheid: de wetgever en de uitvoeringsinstantie. Basis voor het zich houden aan afspraken is wederzijds vertrouwen. Empathie voedt dit vertrouwen. Zonder begrip voor situaties en emoties die ontstaan bij het (niet-)nakomen van regels of het verkrijgen van rechten keldert het vertrouwen en daarmee de grond voor vrijwillige naleving. Een empathische Belastingdienst leert van belastingplichtigen wat ze nodig hebben bij het zakendoen met de Belastingdienst én trekt zich daar wat van aan. Zo hoopt de Belastingdienst de fiscale redzaamheid te versterken. Uit onderzoek blijkt hoe door die kennis processen verbeteren, waardoor mensen met meer zekerheid hun aangifte doen en toeslagen aanvragen. Ook blijkt wat er lastig is aan het toepassen van die kennis en waar grenzen aan het empathisch vermogen zitten vaak door wet- en regelgeving. |
Praktijk |
‘De sterke arm’: historische achtergronden van een metafoor |
Trefwoorden | Aanwijzingen voor de regelgeving, sterke arm, Politiewet, Algemene wet op het binnentreden |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘De sterke arm’ is een vorm van beeldspraak die in diverse wetten voorkomt. Aanwijzing 5.39 van de Aanwijzingen voor de regelgeving geeft een standaardformulering voor gevallen waarin geregeld moet worden dat een bepaalde bevoegdheid ‘zo nodig met behulp van de sterke arm’ wordt uitgeoefend. In deze bijdrage wordt aan de hand van de parlementaire geschiedenis ingegaan op de betekenis van deze uitdrukking. In de jaren negentig zijn veel sterke-armbevoegdheden geschrapt, omdat deze algemeen zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet op het binnentreden en het Wetboek van Strafvordering. Niet altijd wordt onderkend dat die algemene wetten al in sterke-armbevoegdheden voorzien, zodat er op dit punt soms overbodige bepalingen in specifieke wetten terecht zijn gekomen. Onder de ‘sterke arm’ moeten worden verstaan die onderdelen van het staatsapparaat die bevoegd zijn tot geweldgebruik: normaliter de politie, soms onderdelen van de krijgsmacht. Een aardig terminologisch punt is nog dat in vroeger tijden ook wel werd gesproken over ‘de sterke hand’ in plaats van ‘de sterke arm’. Aan het slot van deze bijdrage worden beschouwingen daarover uit de parlementaire geschiedenis aan de vergetelheid ontrukt. |
Diversen |
De Holocaustwet en alternatieve feiten in Polen |
Trefwoorden | vrijheid van meningsuiting, wetgeving, rechtsvergelijking, Polen, populisme |
Auteurs | Prof. mr. dr. S.H. Ranchordás |
SamenvattingAuteursinformatie |
In februari 2018 heeft de Poolse senaat een nieuwe wet aangenomen die het illegaal maakt om Polen te beschuldigen van medeplichtigheid bij de vervolging van Joodse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Poolse regering wil met name een einde maken aan de verwijzingen naar ‘Poolse concentratiekampen’ en de Poolse rol in de ondersteuning van Duits beleid tijdens de Tweede Wereldoorlog. |
Diversen |
Rectificatie RegelMaat 2018/afl. 1-2, p. 70-72 |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |