De laatste jaren gebruiken criminelen veelvuldig dure cryptodiensten. In het redactioneel wordt beoordeeld of het enkele gebruik van een speciale cryptodienst voldoende is om een redelijk vermoeden van schuld en het recidivegevaar als grond voor voorlopige hechtenis aan te nemen. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Het enkele gebruik van cryptophones als basis voor procesrechtelijke concepten |
Trefwoorden | cryptocommunicatie, redelijk vermoeden van schuld, recidivegevaar, EncroChat, cryptofoon |
Auteurs | D.A.G. van Toor PhD LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De EncroChat-jurisprudentie: teleurstelling voor advocaten, overwinning voor justitie? |
Trefwoorden | EncroChat, cryptotelefoon, hackbevoegdheid, recht op een eerlijk proces, internationaal vertrouwensbeginsel |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.W. Schermer en Prof. mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel biedt een overzicht van de EncroChat-jurisprudentie, waar de auteurs zich met name richten op de onderzoekswensen van de verdediging. Daarbij worden eerst de details van de EncroChat-operatie uiteengezet. Vervolgens wordt op de bezwaren van de verdediging ingegaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de onderzoekshandelingen in de EncroChat-operatie en de onderzoekswensen ten aanzien van de toegang tot de gegevens. Het artikel sluit af met een beschouwing van de bevindingen. |
Artikel |
Cryptofoons, privacyvriendelijke applicaties en het vermoeden van onschuld |
Trefwoorden | cryptofoons, vermoeden van onschuld, bewijslast, privacy |
Auteurs | Dr. S. Royer en R. Vanleeuw LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de draagwijdte van het vermoeden van onschuld in de Europese rechtspraak van het Europees Hof en zij passen die toe in de context van cryptofoons. Ook enkele vraagstukken die hiermee verband houden, zoals de rechtspraak over decryptiebevelen en het verbod op anonieme vooraf betaalde belkaarten, worden geanalyseerd. Tot slot beantwoorden de auteurs de vraag in welke mate geldende principes kunnen worden doorgetrokken naar de gebruikers van zogenaamde privacyvriendelijke applicaties, zoals Signal en Telegram. |
Artikel |
Het gebruik van resultaten uit de EncroChat-hack in de Duitse strafrechtspleging |
Trefwoorden | cryptocommunicatie, bewijsuitsluiting, EncroChat, cryptofoon |
Auteurs | D.A.G. van Toor PhD LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Anders dan vele Nederlandse advocaten (in Nederlandse strafzaken) slaagde een Duitse advocaat (in een Duitse strafzaak) erin de resultaten van de EncroChat-hack uit te laten sluiten van het bewijs. Dit is precies wat vele Nederlandse advocaten hebben geprobeerd te bereiken, en daarom is het interessant te bekijken hoe de beoordeling van de EncroChat-hack in Duitsland plaatsvindt en waarom het Landgericht Berlijn tot de bovengenoemde beslissing is gekomen. |
Artikel |
Executieve jurisdictie: het (grote) obstakel in grensoverschrijdende opsporingsonderzoeken naar (gebruikers van) cryptoaanbieders? |
Trefwoorden | executieve jurisdictie, EncroChat, Rechtshulp, JIT, grensoverschrijdend opsporingsonderzoek |
Auteurs | Mr. L.W. Verbeek en Mr. T. Beekhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdens het grensoverschrijdende opsporingsonderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders worden opsporingsautoriteiten voor complexe juridische vraagstukken gesteld wanneer zij rechtsmacht willen uitoefenen buiten de eigen landsgrenzen. Immers, autoriteiten zijn bij het uitoefenen van executieve jurisdictie gebonden aan hun eigen territorium, terwijl het onderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders een internationaal karakter kent. In de EU zijn verschillende mogelijkheden ontwikkeld om grensoverschrijdend op te sporen. In deze bijdrage worden twee van deze mogelijkheden: een rechtshulpverzoek en het oprichten van een Joint Investigation Team geanalyseerd. Bij beide mogelijkheden stuiten opsporingsautoriteiten op bezwaren. De auteurs concluderen dat het grensoverschrijdend opsporingsonderzoek noopt tot een efficiëntere Europeesrechtelijke onderzoeksaanpak. |
Artikel |
De reikwijdte van het inzagerecht en ‘equality of arms’ in het licht van grote datasets, Hansken en toekomstige ontwikkelingen |
Trefwoorden | dataset, equality of arms, inzage, Ennetcom, Hansken |
Auteurs | Mr. M.M. Egberts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een reactie op drie artikelen waarin het inzagerecht van de verdediging in grote datasets centraal staat. Na het schetsen van een wettelijk kader, zal aan de hand van de strafzaak TandemII worden geschetst hoe de praktijk zich verhoudt tot het verdragsrechtelijk kader. Vervolgens wordt ingegaan op de werking, validiteit en forensische betrouwbaarheid van de zoekmachine Hansken en de mogelijkheden tot contra-expertise. Ten slotte wordt besproken hoe gewerkt wordt aan de door de verdediging gewenste inzage op afstand en welke haken en ogen daaraan verbonden zijn. |
Trending Topics |
Bulkbevoegdheden en strafrechtelijk onderzoekLessen uit de jurisprudentie van het EHRM voor de normering van grootschalige data-analyse |
Trefwoorden | bulk-hacking, bulkinterceptie van communicatie, grootschalige data-analyse, normering, EHRM |
Auteurs | Dr. M. Galič |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bulkbevoegdheden, zoals bulkinterceptie van communicatie en bulk-hacking, worden steeds vaker gebruikt, niet alleen in zaken van nationale veiligheid, maar ook in strafrechtelijke onderzoeken naar zware criminaliteit. De EncroChat-hack is daar een recent voorbeeld van. De vraag die echter nog moet worden beantwoord is: hoe moeten deze bevoegdheden, die tot grootschalige data-analyse in strafrechtelijke onderzoeken leiden, worden genormeerd zodat zij in overeenstemming zijn met artikel 8 EVRM? Twee recente arresten van het EHRM met betrekking tot bulkinterceptie bieden enkele lessen. Zij laten zien dat bulkbevoegdheden moeten worden beschouwd als een proces dat ‘end-to-end-waarborgen’ vereist en een gedetailleerde regulering van alle verwerkingsfasen, te weten de verzameling, de selectie, de analyse en het gebruik (waaronder het delen) van de data. |
Jurisprudentie |
Oprichter van cryptotelefoonaanbieder Ennetcom veroordeeldAnnotatie bij Rb. Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9085 |
Trefwoorden | Ennetcom, cryptotelefoon, PGP, détournement de pouvoir, privacy |
Auteurs | Prof. mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak richt zich op de oprichter van Ennetcom en de leverancier van cryptotelefoons. In deze annotatie worden de volgende drie elementen uit de uitspraak besproken en becommentarieerd: (1) de rechtmatigheid van het veiligstellen van de berichten; (2) de vraag is of er sprake is van misbruik van bevoegdheden (détournement de pouvoir); en (3) de vraag of het aanbieden van de cryptotelefoons een illegale activiteit is. |