Door de Wkkgz vindt de buitengerechtelijke afwikkeling van medische schadeclaims plaats in het klachtrecht in plaats van het aansprakelijkheidsrecht. Zorgaanbieders moeten zelf proactief en oplossingsgericht schadeclaims onderzoeken en beoordelen. De rol van de patiëntencontactpersoon in het ziekenhuis, van de zorgverlener en de samenwerking tussen ziekenhuis en verzekeraar zijn daarmee ingrijpend veranderd. Dit overzichtsartikel bespreekt de eerste stappen naar implementatie van de Wkkgz, de aard van het klachtrecht, de noodzaak van triage, de werkwijzen van zelfregelende ziekenhuizen, de noodzaak van informed consent, BGK , de zeswekentermijn, de eerste resultaten van de Wkkgz-geschilleninstanties, en het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet BIG. |
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De afwikkeling van medische schade onder de WkkgzDe beloften van het klachtrecht voor patiënten, de eerste stappen naar verwezenlijking door de ziekenhuizen en de eerste verrichtingen van de Wkkgz-geschilleninstanties |
Trefwoorden | schadeafwikkeling, medisch, klacht, claim, Wkkgz |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De verjaring van een vordering tot schadevergoeding op grond van de blootstelling aan asbest na Heijnen/Maersk |
Trefwoorden | asbest, verjaring, artikel 6 EVRM, redelijkheid en billijkheid, toegang tot de rechter |
Auteurs | Mr. P.T.J. Wolters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Heijnen/Maersk volhardt de Hoge Raad in zijn oordeel dat het Nederlandse recht met betrekking tot de verjaring van een vordering tot schadevergoeding op grond van de blootstelling aan asbest niet in strijd is met het recht op toegang tot de rechter van artikel 6 lid 1 EVRM. Het arrest verduidelijkt daarnaast de afweging van de gezichtspunten van Van Hese/Koninklijke Schelde. Het sluit aan bij de conclusies in de bestaande jurisprudentie en literatuur. Deze verduidelijking ondersteunt het oordeel dat het systeem van Van Hese/Koninklijke Schelde niet in strijd is met artikel 6 lid 1 EVRM. |
Jurisprudentie |
De (on)belastbaarheid van de letselschade-uitkering; de Hoge Raad houdt koersHR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:529 |
Trefwoorden | (on)belastbaarheid letselschade-uitkering, belastinggarantie, inkomstenbelasting, vermogensrendementsheffing |
Auteurs | Mr. R.H.J. Wildenburg |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De verhaalspositie van de WAM-verzekeraar bij hoofdelijke medeaansprakelijkheid van zijn verzekerde; zelfstandig of afhankelijk?HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:694 |
Trefwoorden | eigen recht artikel 6 WAM, WAM-verzekeraar, hoofdelijk verbonden schuldenaren, subrogatie, forumkeuze |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Sanctionering bij bewuste vernietiging van bewijsmateriaal, vergaand genoeg?Hof ’s-Hertogenbosch 10 januari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:31 |
Trefwoorden | bewijsnood, productaansprakelijkheid, equality of arms, res ipsa loquitur, omkering bewijslast |
Auteurs | Mr. M. de Zoete |
SamenvattingAuteursinformatie |
In onderhavig arrest is benadeelde in een nadeligere bewijspositie komen te verkeren doordat de ongevalsladder waar het om draait, door de wederpartij is vernietigd. Hierdoor is benadeelde in bewijsnood komen te verkeren. De vraag die in dit arrest centraal stond, was welke consequenties de vernietiging van de ongevalsladder diende te hebben voor de bewijspositie van de benadeelde en de toewijsbaarheid van de vordering. In deze annotatie wordt onderzocht of het hof een andere route van het bewijsrecht had kunnen, dan wel had moeten bewandelen, om zo te komen tot een rechtvaardiger uitkomst in deze procedure. |