|
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Jurisprudentie Wabo en milieu |
Auteurs | Valérie van ’t Lam |
Samenvatting |
Jurisprudentie |
ABRvS 3 april 2013, nr. 201113433/1/A4 (Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant) (ECLI:NL:RVS:2013:BZ7579) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
Het wijzigen van een gerealiseerde en vergunde veehouderij is een afzonderlijk project. De bestaande situatie hoeft niet te worden betrokken bij de vraag of een passende beoordeling op grond van de Habitatrichtlijn is vereist |
De Wegenverkeerswet is het toetsingskader voor parkeer- en verkeershinder. Er is geen plaats voor een aanvullende toets in het kader van de Wet milieubeheer |
Er is sprake van verschoonbare termijnoverschrijding nu appellante niet van het besluit op de hoogte is gesteld en het besluit niet is gepubliceerd |
Er is uitsluitend uitgegaan van de geluidbelasting van het verkeer van en naar de inrichting, maar niet van de binnenshuis optredende geluidbelasting van het totale wegverkeer |
De Habitatrichtlijn verzet zich niet tegen de uitzondering op vergunningplicht in artikel 19d lid 3 NB-wet 1998. De coördinatieplicht als bedoeld in de IPPC-richtlijn betreft enkel besluiten die hun grondslag vinden in regelgeving die de implementatie van de IPPC-richtlijn vormt. De NB-wet 1998 behoort niet tot die regelgeving |
Beoordeling gevolgen activiteit voor Duits Natura 2000-gebied aan de hand van de Habitatrichtlijn; deze richtlijn staat niet aan vergunningverlening in de weg, nu de aanvraag geen betrekking heeft op een project en verweerder binnen de grenzen van de beoordelingsmarge is gebleven |
Jurisprudentie |
ABRvS 1 mei 2013, nr. 201209215/1/R2 (GS Noord-Brabant) (ECLI:NL:RVS:2013:BZ9099) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
Artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn vereist niet dat slechts vergunning voor een project kan worden verleend indien het project de natuurlijke kenmerken van een gebied verbetert |
Met de enkele verwijzing naar de toepassing van het Beleidskader en de Beleidsregel is niet verzekerd dat het project niet zal leiden tot een aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied |
Milieuvergunning terecht ingetrokken omdat niet de best beschikbare technieken waren voorgeschreven. Ook niet-IPPC-inrichtingen moeten voldoen aan de best beschikbare technieken. Wijziging van de vergunning leidt tot een andere grondslag van de aanvraag op grond waarvan de ingetrokken vergunning is verleend |
Appellanten hebben een rechtstreeks noch objectief en persoonlijk belang dat door het besluit wordt geraakt |
Nu het aspect kosteneffectiviteit van betrokken techniek niet in het BREF is afgewogen, dient dit nader te worden bezien. Kosten van techniek zijn in beginsel niet redelijk en er zijn geen bijzondere omstandigheden die dat rechtvaardigen |
Er kan/mag rekening worden gehouden met ontwikkelingen die ná het BREF zijn opgetreden. De in geding zijnde maatregelen beantwoorden aan de best beschikbare technieken en zijn technisch haalbaar en gebruikelijk in de bedrijfstak waartoe appellante behoort |
Gedoogplicht van gebruik van gedeelte perceel voor verbreding watergang moet worden beschouwd als de feitelijke onteigening van dat gedeelte van het perceel hetgeen niet betekent dat altijd de Onteigeningswet moet worden toegepast |
Technische ontwikkeling verplicht verweerder om te bezien of de toegestane geluidbelasting verder kon of moest worden beperkt. Aanscherping geluidsnormen komt de facto neer op onmogelijk maken van deel van de bedrijfsvoering, derhalve op een gedeeltelijke intrekking van de vergunning. Deze bevoegdheid is niet opgenomen in artikelen 2.30 en 2.31 Wabo |
Ook een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) kan worden ingetrokken wegens het gedurende drie jaar geen handelingen verrichten met gebruikmaking van de vergunning |
Omvang monument. Dwarsschuren vormen met het hoofdgebouw bouwkundig en functioneel een eenheid |
Afwijken van bestemmingsplan. Bor. Vereiste dat aantal zelfstandige woningen gelijk blijft. Verwijzing naar norm in huisvestingsverordening |
Uitleg betekenis artikel 4, negende lid, van Bijlage II Bor; afwijken van het bestemmingsplan voor het gebruik van bouwwerken met een oppervlakte van niet meer dan 1.500 m2 |
Wijzigingsplan. Passende beoordeling en m.e.r.- plicht. Vastleggen van maximaal aantal melkkoeien en jongvee in voorschriften |
Begrip hetzelfde perceel als bedoeld in artikel 1 lid 1 Bijlage II Bor |
Onderdelen van monument. Beschermingsbereik van de aanwijzing |
Hoogtebepaling vergunningvrij bouwwerk |
Onlosmakelijke activiteiten. Gewijzigd artikel 2.7 lid 1 Wabo. Afzonderlijke omgevingsvergunningen |
Activiteit bouwen en activiteit strijdig met bestemmingsplan. Uitleg artikel 3 van Bijlage II Bor |
Schuur. Hoofdgebouw of niet. Verwezenlijking bestemming |
Aanvullende werking bouwverordening |
Geconcentreerde rechtsbescherming. Ontvankelijkheid. Samenloop procedure bestemmingsplan en ontheffing van provinciale verordening. Bevoegdheid gedeputeerde staten |
Uitsluiten nieuwvestiging of hervestiging intensieve veehouderij in LOG in strijd met provinciale verordening |
Beleidsregels. Hardheidsclausule. Kruimelgevallen |
Weigering omgevingsvergunning voor bouw varkensstal. Reconstructieplan en nadere afweging op gemeentelijk niveau |
Naar het oordeel van de Afdeling mogen de mogelijkheden van de uit te werken bestemming bij de planvergelijking niet buiten beschouwing worden gelaten |
Het niet-bestemd zijn van de woonboerderij staat niet in de weg aan de toekenning van een tegemoetkoming in planschade. De woonboerderij vertegenwoordigt een vermogensrechtelijke waarde, ook zonder dat hieraan in het bestemmingsplan een zogenoemde positieve bestemming is gegeven |
Jurisprudentie |
ABRvS 26 juni 2013, nr. 201210245/1/A2 (Planschade Hoogeveen) (ECLI:NL:RVS:2013:51) |
Auteurs | Peter Willems |
Samenvatting |
Waardebepaling bij niet-positieve bestemming |