|
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Normaal maatschappelijk risico en de omstandigheden van het geval. Een analyse van de jurisprudentie |
Auteurs | Ruud Veenhof en Gijsbert Keus |
Samenvatting |
Schadevergoeding aan zowel eiser als exploitant wegens overschrijding redelijke procestermijn |
Het houden van twaalf paarden is een vergunningplichtige inrichting |
Jurisprudentie |
ABRvS 16 januari 2013, nr. 201106394/1/A4 (GS Utrecht) (LJN: BY8552) |
Auteurs | Hans Paul Nijhoff |
Samenvatting |
Vanwege de goede procesorde kunnen na afloop van de beroepstermijn geen nieuwe beroepsgronden of nadere stukken worden ingediend. Onderzoeksverplichting naar beperking mobiliteit is mogelijk maar in dit geval onvoldoende gemotiveerd |
Ook bij toepassing van het bubble-concept dient de totale emissie te voldoen aan het prestatieniveau dat bij BBT hoort |
Woning is na het aanbrengen van verbindingen met de inrichting nog steeds niet als bedrijfswoning aan te merken |
Dat de illegale lozing waartegen is opgetreden geen gevaar voor mens en milieu oplevert, is geen criterium dat bij de beoordeling wordt betrokken |
De curatoren zijn verantwoordelijk voor de naleving van de voor de inrichting geldende milieuvergunning, maar hoeven geen zorg te dragen voor uitvoering van een niet aan hen, maar aan de gefailleerde opgelegde last onder dwangsom |
De StAB is te beschouwen als een onafhankelijke deskundige en de procedure rond het deskundigenonderzoek voldoet aan de maatstaven die voortvloeien uit het Mantovanelli-arrest |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 januari 2013, nr. 201102611/1/R2 (Overbetuwe/bestemmingsplan ‘Buitengebied, Noordhoeksestraat 5’) (LJN: BY8000) |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Spuitzone bij boomgaarden |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 januari 2013, nr. 201205781/1/R1 (Amsterdam/bestemmingsplan ‘Zuidelijke binnenstad’) (LJN: BY7994) |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Ontvankelijkheid. Hoogtematen. Regeling verbod short stay in bestemmingsplan |
Studentenappartementen. Bor. Geen uitgebreide voorbereidingsprocedure |
Aanwijzing van categorieën van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist |
Wabo. Afzonderlijke omgevingsvergunning. Twee of meer activiteiten |
Ten onrechte is in casu niet de plaatsing en instandhouding van een geluidscherm geregeld |
Afwijkingsregeling in bestemmingsplan is onverbindend omdat met toepassing daarvan de bestemming van de gronden wordt gewijzigd |
Grondslag voor afwijking van het bestemmingsplan; toepassen reguliere voorbereidingsprocedure en vergunning van rechtswege |
Toepassing Invoeringswet Wabo. Bouwaanvraag voor invoering Wabo. Omgevingsvergunning voor wijziging van ondergeschikt belang. Verleende ontheffing voor inwerkingtreding Wabo |
Procedureregeling in plan is in strijd met de Wabo. Begrip industrieterrein. Zonebeheersmodel |
Afstand tussen kampeerterrein en paardenfokkerij. Uitleg begrip geurgevoelig object als bedoeld in Wgv. VNG-brochure. Uitvoerbaarheid. Ten onrechte niet bepaald dat bedrijfswoning pas mag worden gebouwd na realisatie kampeerterrein |
Wabo. Bouwplan met verschillende onderdelen. Bijbehorend bouwwerk. Omgevingsvergunningvrije en omgevingsvergunningplichtige delen |
Artikelen 2 en 3 Bijlage II Bor. Meerekenen oppervlakte aanbouw. Geen onderscheid bestaande gedeelte en nieuwe aanbouw |
Verbod op nieuwvestiging van intensieve veehouderij in landbouwontwikkelingsgebieden. Ontheffingsregeling in provinciale verordening |
Weigering omgevingsvergunning naar aanleiding van zienswijzen |
Toepassing provinciale verordening. Reconstructieplan. Mestverwerkingsbedrijf |
Belanghebbende bij het niet tijdig vaststellen van een bestemmingsplan |
Bor. Bijgebouw een geheel. Geen splitsing in vergunningvrij en vergunningplichtig deel |
Nieuw landgoed. Begrip wooneenheid in provinciale verordening. Voorwaardelijke verplichting. Specifieke gebruiksregel in relatie tot overgangsrecht |
Dubbelbestemming ‘retentievoorziening’ leidt tot een planologisch nadeel wat betreft de bebouwingsmogelijkheden, omdat een redelijk denkende en handelende koper ook het in planologisch opzicht geringe risico op inundatie (eens per 100 jaar) tegen de extra kosten zal afwegen en dit in de waarde van die gronden zal verdisconteren |
Jurisprudentie |
ABRvS 6 maart 2013, nr. 201204106/1/A2 (Planschadevergoeding Arnhem) (LJN: BZ3341) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Planvoorschriften, eisen van welstand, het Bouwbesluit, zonlichttoetreding of privaatrechtelijke belemmeringen geven in het onderhavige geval geen aanleiding voor het oordeel dat een woning met een hoogte van 6 m of meer met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten |
Een bestemming kan op zichzelf geen beletsel vormen voor de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, welke daarmee niet in overeenstemming zijn |
Het college heeft bij de schadeberekening over het jaar 2010 in redelijkheid de economische huurwaarde als uitgangspunt mogen nemen, en geen rekening behoeven te houden met de werkelijk door wederpartij genoten huurinkomsten |