|
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Normaal maatschappelijk risico bij planschade: weerzien van een oude bekende? |
Auteurs | Ruud Veenhof |
Samenvatting |
Ontheffing Flora- en faunawet vereist. Door het woningbouwproject wordt het in de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- en verblijfplaats van het steenuilenpaartje overtreden |
Aanvraag bevat onvoldoende akoestische informatie om de gevolgen voor het milieu te kunnen beoordelen. Verweerder heeft onvoldoende kennis en feiten vergaard |
Jurisprudentie |
ABRvS 10 oktober 2012, nr. 201010326/1/A4 (GS Limburg) (LJN: BX9705) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
De Habitatrichtlijn vereist niet dat een project slechts kan worden vergund indien het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied verbetert. Voor zover de Habitatrichtlijn verplicht tot het treffen van maatregelen om een te hoge depositie te doen verminderen, volgt daaruit niet dat het bevoegd gezag moet kiezen voor de maatregel van het weigeren van de vergunning. Er is ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van het project voor een in Duitsland gelegen Natura 2000-gebied |
Verzoek om intrekking milieuvergunning tijdig en terecht afgewezen. Verweerder heeft de bevoegdheid om een hogere geurbelasting toe te staan dan reeds vergund. Verweerder mocht ervan uitgaan dat van de vergunde rechten gebruik zal worden gemaakt |
Bij het verlenen van een ontheffing van het verbod in de Flora- en faunawet op het doden van inheemse diersoorten mag worden getoetst aan de voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Dat er vrijstellingen gelden op grond van andere bepalingen bij of krachtens de Flora- en faunawet biedt geen grond voor een ander oordeel |
De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom is voor een ander oogmerk gebruikt dan waarvoor de wetgever die bevoegdheid heeft bedoeld (détournement de pouvoir) |
Geen uitzondering op vergunningplicht wegens bestaand gebruik, nu sprake is van een project in de zin van de Habitatrichtlijn en niet vaststaat of dit project vóór 10 juni 1994 rechtmatig tot stand is gebracht. Tevens staat niet vast of concreet zicht op legalisatie bestaat |
Ondanks het bestaan van een milieuvergunning voor de inrichting kan de vergunning voor een in zo’n inrichting te organiseren evenement worden geweigerd vanwege de gevolgen van dat evenement voor het milieu |
Jurisprudentie |
Vz. ABRvS 21 november 2012, nr. 201101656/T1/A4 (GS Gelderland) (LJN: BY3744) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
De omschakeling naar een ander huisvestings-systeem is dermate ingrijpend voor de bedrijfsvoering en de consequenties daarvan dat niet kan worden gesproken van ‘bestaand gebruik’. Daardoor geen uitzondering op vergunningplicht voor bestaand gebruik |
Jurisprudentie |
ABRvS 28 november 2012, nr. 201105076/1/A4 (Gemeente Lelystad) (LJN: BY4396) |
Auteurs | Valérie van ’t Lam |
Samenvatting |
Milieuvergunning terecht geweigerd wegens gevaar van verspreiding van dierziekten |
Door het ontbreken van formele of processuele connexiteit stond tegen het besluit geen bezwaar open |
Het college heeft ten onrechte niet ter plaatse onderzocht of aan de voorschriften van de milieuvergunning wordt voldaan |
Door ontbreken van zeggenschap vormen de veehouderij en de vergistingsinstallatie zelfstandige inrichtingen waarvoor afzonderlijke vergunningen moeten worden aangevraagd |
Limitering aantal paardenboxen en paarden betreft planologisch belang. Beperkingen aan omgevingsvergunningvrij bouwen |
Strandhuisjes. Wijzigingsbevoegdheid. Passende beoordeling. Plan-m.e.r. ontbreekt |
Jurisprudentie |
ABRvS 26 september 2012, nr. 201200377/1/A1 (Steenbergen/Ontheffing en bouwvergunning) (LJN: BX8270) |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Geen beschermende werking bouwovergangsrecht in geval van bouwvergunning die is aangehouden |
Vergunningvrije bouwwerken onder de werking van de Woningwet en de Wabo |
Aanwijzing van categorieën gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Rechtszekerheid |
Jurisprudentie |
ABRvS 3 oktober 2012, nr. 201202886/1/A1 (Echt-Susteren/weigering handhaving) (LJN: BX8968) |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Berekening oppervlakte bijgebouwen. Garage is in casu geen bijbehorend bouwwerk aangezien deze functioneel en bouwkundig niet uit delen bestaat, maar één geheel is |
Geluidsoverlast stemgeluid kinderdagverblijf |
Nieuwe aanvraag omgevingsvergunning na eerder afgewezen vrijstellingsverzoek. Inwerkingtreding Wabo. Geen beperktere bevoegdheid tot weigeren |
Crisis- en herstelwet niet van toepassing |
Wijze van toetsing in bezwaar bij overgangsrecht WRO-Wro |
Onderzoek naar externe veiligheid bij vaststelling van wijzigingsbevoegdheid. Verantwoording in de zin van artikel 12 Bevb |
Afwijken van bestemmingsplan. Begrip perceel in het Bor |
Overgangsrecht Wonw, WMB en Wabo. Aanhoudingsplicht bouwvergunning |
Jurisprudentie |
ABRvS 14 november 2012, nr. 201201949/1/R1 (Zaanstad/bestemmingsplan ‘C100’) (LJN: BY3067) |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Aandeel sociale woningbouw. Afwijken van anterieure overeenkomst |
In stand laten rechtsgevolgen. Monitoringstool NSL. Exceptieve toetsing. Vaststellen hogere grenswaarden bij vaststellen uitwerkingsplan. Exploitatieplan |
Woningen op korte afstand van kartonfabriek niet aanvaardbaar. Chw. Omdat klachten over milieuhinder zijn te verwachten is ook het bezwaar inzake het woon- en leefklimaat ontvankelijk |
Jurisprudentie |
ABRvS 27 december 2012, nr. 201204789/1/A1 (Ouder-Amstel/handhaving) (LJN: BY7347) |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Achtererfgebied als bedoeld in artikel 1 lid 1 van bijlage II Bor |
Jurisprudentie |
ARRvS 7 november 2012, nr. 201110908/1/A2 (Planschadevergoeding Rhenen) (LJN: BY2475) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Dat een uitwerkingsplan thans, anders dan onder het oude recht, oorzaak van planschade kan zijn, dient tot gevolg te hebben dat bij een vergelijking tussen een bestemmingsplan en het nieuwe planologische regime niet wordt uitgegaan van de maximale mogelijkheden van de uitwerkingsregels van dat bestemmingsplan |
Dat in artikel 6.2, tweede lid, van de Wro, waarin de forfaitaire drempel van 2% is opgenomen, niet van toepassing is, staat er niet aan in de weg dat bij de beoordeling of de schade binnen het normale maatschappelijke risico valt een forfaitaire drempel of een kortingspercentage kan worden toegepast |
Geen drempel wegens normaal maatschappelijk risico op grond van artikel 20d Tracéwet |