Op 1 januari 2011 is in de Europese Unie het nieuwe toezichtstelsel voor de financiële sector in werking getreden. Het is een groot bouwwerk geworden met drie sectorale pilaren (EBA, EIOPA en ESMA). De ECB fungeert, in de gedaante van de ESRB, als entablement en de ondergrond wordt gevormd door de toezichthouders in de lidstaten. In dit artikel komen de belangrijkste verschillen met de reeds eerder in NTER besproken voorstellen van september 2009 aan de orde.– Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betr. macroprudentieel toezicht van de Europese Unie en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s, Pb. EU 2010, L 331/1;– Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie, Pb. EU 2010, L 331/12;– Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie, Pb. EU 2010, L 331/48;– Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie, Pb. EU 2010, L 331/84;– Verordening (EU) Nr. 1096/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s, Pb. EU 2010, L 331/162 |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
The proof of the pudding…: het nieuwe EU-toezichtstelsel voor de financiële sector |
Trefwoorden | toezicht, banken, verzekeringsmaatschappijen, effectenhandel, financiële sector |
Auteurs | Mr. J.C. van Haersolte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De arresten Ruiz Zambrano en McCarthyHet Hof van Justitie en het effectieve genot van EU-burgerschapsrechten |
Trefwoorden | EU Burgerschap, interne situaties, omgekeerde discriminatie, fundamentele rechten, nationaliteitsrecht |
Auteurs | Mr. A.P. van der Mei, Prof. S.C.G. van den Bogaert en Prof. G.R. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Ruiz Zambrano heeft het Hof van Justitie verklaard dat een staatsburger van een derde staat zich op artikel 20 VWEU kan beroepen om aanspraak te maken op het recht van verblijf en afgifte van een werkvergunning in de lidstaat waar zijn ten laste komende kinderen verblijven en waarvan zij de nationaliteit bezitten. Deze uitspraak heeft potentieel vergaande gevolgen voor het EU-recht en de ontwikkeling van de beginselen inzake het EU-burgerschap in het algemeen, en voor de rechtspositie van EU-burgers die geen gebruik hebben gemaakt van hun vrije verkeersrechten in het bijzonder. Bijna twee maanden later echter oordeelde het Hof van Justitie in de zaak McCarthy dat EU-burgers die nooit hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend, zich niet kunnen beroepen op het EU-burgerschap om het verblijf van hun echtgenoot die uit een derde land komt, te regulariseren. Het heeft er dus alle schijn van dat het Hof van Justitie in McCarthy al meteen de eerste gelegenheid te baat heeft genomen om eventuele scherpe kantjes van Ruiz Zambrano af te vijlen.HvJ EU (Grote Kamer) 8 maart 2011, zaak C-34/09, Gerardo Ruiz Zambrano/Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), n.n.g. en HvJ EU (Derde Kamer) 5 mei 2011, zaak C-434/09, Shirley McCarthy/Secretary of State for the Home Department, n.n.g. |
Artikel |
Handhavingsautonomie bij de Decentrale Toepassing van het EU-Mededingingsrecht |
Trefwoorden | mededingingsrecht, decentrale handhaving, nationale autonomie, sancties, Verordening (EG) nr. 1/2003 |
Auteurs | M.J. Frese LL.M |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recente ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie en van de zijde van de Commissie wijzen erop dat de autonomie van de lidstaten bij de publieke handhaving van de artikelen 101 en 102 VWEU geen rustig goed is. Subsidiariteit en uniformiteit zoeken telkens een nieuwe balans en worden daarbij geholpen door fundamentele rechtsbeginselen. Deze bijdrage analyseert de ‘beschikkingsautonomie’ onder artikel 5 Verordening (EG) nr. 1/2003. De conclusie wordt getrokken dat nationale mededingingsautoriteiten niet rechtstreeks beschikkingsbevoegdheden ontlenen aan deze bepaling. Aangegeven wordt verder op welke wijze tekst, strekking en doelstelling van Verordening (EG) nr. 1/2003 de nationale beschikkingsautonomie bepalen. De consequenties hiervan worden vervolgens vanuit Nederlands perspectief bezien. |
Artikel |
De aanleg van infrastructuur als economische activiteit |
Trefwoorden | staatssteun, infrastructuur, onderneming, economische activiteit, steunomvang |
Auteurs | Mr. K. Sevinga en Mw. mr. drs. N. Saanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tien jaar na het arrest in de zaak Aéroport de Paris is het Gerecht in de gelegenheid gesteld om de in dat arrest uitgezette lijn over het begrip onderneming te verbinden met de vraag of overheidsfinanciering van luchthaveninfrastructuur onder de staatssteunregels valt. Het Gerecht bevestigt hiermee een inmiddels constante praktijk van de Europese Commissie.GvEA 24 maart 2011, gevoegde zaken T-443/08 Freistaat Sachsen en Land Sachsen-Anhalt/Commissie en T-455/08 Mitteldeutsche Flughafen AG en Flughafen Leipzig-Halle GmbH/Commissie (Leipzig-Halle), n.n.g. |