In het arrest Pammer en Alpenhof van 7 december 2010 heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over de vraag wanneer een onderneming bij het gebruik maken van een website zijn activiteiten richt op één of meer bepaalde lidstaten in de zin van artikel 15 lid 1 sub c EEX-Verordening. In deze bepaling is de toepasselijkheid van artikel 16 EEX-Verordening geregeld dat bepaalt dat, ingeval van een geschil over een consumentenovereenkomst, de consument de leverancier mag dagvaarden in de lidstaat waarin hij zijn woonplaats heeft. Die regel geldt als de betrokken onderneming zijn commerciële activiteiten (mede) richt op die lidstaat en de gesloten overeenkomst onder die activiteiten valt. De vraag die in dit arrest centraal stond is aan welke criteria een internetsite moet voldoen opdat de activiteiten van de onderneming kunnen worden geacht te zijn ‘gericht op’ de lidstaat van de consument. Het arrest is ook van belang voor het bepalen van het toepasselijk recht ingevolge Rome I en mogelijk ook voor het vaststellen van jurisdictie ingeval van inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht via een website.HvJ EU 7 december 2010, gevoegde zaken C-585/08, Pammer en C-144/09, Alpenhof, (n.n.g.) |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Jurisprudentie |
Pammer en Alpenhof: het richten van een website |
Trefwoorden | consumentenovereenkomst, bevoegdheid rechter, website, internationale rechtsmacht, EEX-Verordening |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Vogelaarheffing |
Trefwoorden | Vogelaarheffing, steunmaatregel, bijzonder projectsteun, staatsteun |
Auteurs | Mr. drs. N. Saanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Utrecht haalde op 26 november 2010 een streep door de Vogelaarheffing. Deze heffing was destijds ingesteld om de investeringen in de 40 krachtwijken mede te financieren. Een van de argumenten die de woningcorporaties gebruikten om tegen de heffing op te komen, was het argument dat de heffing een integrerend onderdeel uitmaakte van de steunmaatregel (bijzondere projectsteun) en dat deze steunmaatregel ten onrechte niet was gemeld bij de Europese Commissie. Daardoor zou de steunmaatregel, inclusief de heffing, onrechtmatig zijn. Dat argument trof doel. Dit artikel verkent hoe solide de argumentatie van de rechtbank is. |
Jurisprudentie |
Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie één jaar juridisch bindend: rechtspraak in kaart |
Trefwoorden | EU-Handvest, Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, Verdrag van Lissabon |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel brengt de Europese en Nederlandse rechtspraak over het EU-Handvest voor het eerste jaar waarin het juridisch bindend was in kaart aan de hand van verschillende thema’s: temporele aspecten, de reikwijdte van het EU-Handvest en toetsing ten gronde, waaronder de relatie tot het EVRM. De auteurs pleiten ervoor dat de verschillende etappes van uitleg van het EU-Handvest zo zichtbaar en helder mogelijk in de rechtspraak van met name het Hof van Justitie en de nationale rechterlijke colleges voor het voetlicht komen. |
Jurisprudentie |
Sociale zekerheid, vrij verkeer en Unieburgerschap: de rafelranden van het nieuwe zorgstelsel? |
Trefwoorden | het nieuwe zorgstelsel, Zorgverzekeringswet, gepensioneerden, verordening 1408/71/EG, artikel 21 en 45 VWEU |
Auteurs | Prof. mr. W. Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de invoering van het nieuwe zorgstelsel per 1 januari 2006 zijn ook Nederlandse pensioengerechtigden woonachtig in andere lidstaten verplicht aangesloten bij het Nederlandse systeem. Van Delft en een aantal anderen maakten hiertegen bezwaar. Ten aanzien van de Europese socialezekerheidsregels oordeelt het Hof van Justitie dat sprake is van een sluitend systeem van conflictregels dat een eigen keuze voor een bepaald regime door de rechthebbenden uitsluit. Aangezien in casu geen van hen in het buitenland gewerkt heeft zijn de bepalingen inzake het vrij verkeer van werknemers niet van toepassing. De nationale regeling mag echter ingezetenen en niet-ingezetenen niet verschillend behandelen. De verwijzende rechter dient te beoordelen of aan deze voorwaarde wordt voldaan. |
Jurisprudentie |
Reactie op Pieter Kuipers |
Trefwoorden | advocaat in dienstbetrekking, legal privilege, Akzo-arrest, onafhankelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Verkijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Reactie op artikel eenheid en verdeeldheid in Europa: EEX-Verordening versus CMR en het vrij verkeer van vonnissen in NtER 2011/01 p.13 |
Jurisprudentie |
Naschrift Pieter Kuipers |
Trefwoorden | advocaat in dienstbetrekking, legal privilege, Akzo-arrest, onafhankelijkheid |
Auteurs | Mr. P. Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naschrift Pieter Kuipers bij reactie Verkijk [d.d. 1 februari 2011] |
Agenda |
Agenda |
Samenvatting |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |