Dit artikel onderzoekt de nieuwe EU-verordening voor ESG-ratings (ESGR) en belicht belangrijke tekortkomingen in de huidige ESG-ratingpraktijken. De nadruk ligt op een gebrek aan transparantie en nauwkeurigheid binnen de methoden van ESG-ratings, alsmede onduidelijkheden rondom de activiteiten en belangenconflicten van ratingaanbieders. ESG-ratings verschillen significant van traditionele kredietratings en omvatten complexe en multidimensionale aspecten van duurzaamheid. Dit maakt ze inherent subjectief. De ESGR richt zich op het versterken van transparantie en betrouwbaarheid van deze ratings door heldere methodologische eisen en strikte integriteitsnormen om belangenconflicten te vermijden, en lijkt te benadrukken dat een objectieve ESG-rating niet bestaat. |
Onderneming en Financiering
Meer op het gebied van Ondernemingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
De opkomst van juridische influencers |
Auteurs | A. van der Krans |
Auteursinformatie |
Wetenschap |
De Verordening ESG-ratings als volgende stap op de Europese weg naar duurzaamheid |
Trefwoorden | duurzame kapitaalmarkten, duurzaam ondernemen, duurzame financiering, Transparantie, ESG-scores |
Auteurs | A.J.F. Lafarre |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap |
Hoe om te gaan met regres- en subrogatieclaims in kredietovereenkomsten?Een pleidooi voor achterstelling |
Trefwoorden | concern, hoofdelijkheid, derdenzekerheid, garantie, ASR/Achmea |
Auteurs | M. Broere en M. Heddema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe om te gaan met wettelijk regres en subrogatie in kredietovereenkomsten? Na het arrest ASR/Achmea zijn in de financieringspraktijk verschillende oplossingen bedacht om de problematiek van wettelijk regres en subrogatie op te lossen. Deze oplossingen kunnen complex zijn en dat komt de duidelijkheid van dergelijke bepalingen niet ten goede. Het is de vraag of de in de praktijk gebruikelijke oplossingen nodig zijn om de risico’s van regres en subrogatie voor financiers te beperken. De auteurs van dit artikel pleiten voor het enkel achterstellen van regres en subrogatie en menen dat dit voldoende tegemoetkomt aan de mogelijke risico’s voor financiers. |
Wetenschap |
Conceptualizing sustainability |
Trefwoorden | circulaire economie, emissiereductie, greenwashing, stranded assets, SDGs |
Auteurs | H. Koster, C. de Groot, C.H.A. van Oostrum e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Duurzaamheid staat maatschappelijk volop in de belangstelling. Ook van ondernemingen wordt verwacht dat zij duurzaam ondernemen. Tegelijkertijd is het begrip duurzaamheid lastig te definiëren. Bestuurders van ondernemingen, de aandeelhouders van ondernemingen, en ook de andere stakeholders kunnen verschillende visies hebben op wat duurzaamheid is en wat wordt verwacht van de onderneming. De kernelementen van duurzaamheid zijn divers en er bestaat een toenemend aantal juridische initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Het is lastig om de begrippen die binnen het duurzaamheidsdebat een rol spelen op een juiste wijze te duiden en om de hoofdlijnen van het uitdijende regelgevend kader te volgen. Dit vraagt om een samenvattende benadering op hoofdlijnen. |
Wetenschap en praktijk |
De AI Act en haar impact op ‘Buy Now, Pay Later’-diensten |
Trefwoorden | Consumentenkrediet, Kredietscore, Automatische besluitvorming, Gebruikers van AI, Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) |
Auteurs | J. Schouten en W. Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Buy Now, Pay Later’-aanbieders (BNPL-aanbieders) zijn van fundamenteel belang in e-commerce. In dit artikel wordt ingegaan op de werking van ‘Buy Now, Pay Later’ (BNPL), het proces van kredietbeoordeling dat daarbij plaatsvindt, en de impact van de AI Act en de vernieuwde EU Consumer Credit Directive voor BNPL-aanbieders. Het sluit af met een beschouwing over de overlap tussen de AI Act en de AVG, met de nadruk op het gebruik van AI in kredietbeoordeling en de bijbehorende nalevingsvereisten. |
Wetenschap en praktijk |
De (on)mogelijkheden tot groepsherstructureringen onder de WHOA |
Trefwoorden | groepsakkoord, financiering, groepsgarantie, art. 372 Fw, geconsolideerd groepsakkoord |
Auteurs | E.C. Bos en G.J.C. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op de vraag of de inwerkingtreding van de WHOA op 1 januari 2021 heeft bijgedragen aan het herstructurerend vermogen van groepen, in het bijzonder ten aanzien van financiële dwarsverbanden die ontstaan door groepsfinanciering. Om tot een antwoord op deze vraag te komen hebben de auteurs gekeken naar de groep ex art. 2:24b BW en de wijze van financiering van de groep, om dit vervolgens af te zetten tegen het juridisch kader van de WHOA en de beschikbare jurisprudentie. Daarvoor maken zij een onderscheid tussen een akkoord dat voorziet in de wijziging van groepsgaranties en -aansprakelijkheden in de zin van art. 372 Fw en wat zij een geconsolideerd groepsakkoord noemen. Conclusie van het artikel is dat het reorganiserend vermogen van groepen is toegenomen door de WHOA, maar dat er mogelijkheden liggen om tot een breder gebruik te komen door het kunnen aanbieden van een geconsolideerd groepsakkoord. |