Kan een schuldenaar gebruik maken van een opschortingsrecht zonder mee te delen dat en op welke grond hij opschort? De wet zwijgt hierover. Uit een arrest van afgelopen nazomer blijkt dat de Hoge Raad zijn op dit punt eerder uitgezette richtsnoeren tot een ‘bestendig kader’ heeft gevormd. Deze bijdrage beoogt dit kader te verhelderen en aldus de praktijk meer houvast te bieden bij beantwoording van eerdergenoemde vraag. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De kenbaarheid van opschorting |
Trefwoorden | opschorting, mededelingsplicht, mededelingsplicht, klachtplicht, ingebrekestelling |
Auteurs | Mr. M.M. Stolp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Nieuwe timeshareregeling biedt nog geen rechtszekerheid |
Trefwoorden | timeshare, gebruik in deeltijd, huur, appartementsrecht, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. C.G. Breedveld-de Voogd |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 23 februari 2011 is een nieuwe timesharerichtlijn in Boek 7 (titel 1A) BW geïmplementeerd. De ruimere definitie van het begrip timeshare doet vragen rijzen over welke huurovereenkomsten al dan niet onder de regeling vallen. De nieuwe regeling wordt tevens bezien vanuit het perspectief van het arrest Schena c.s./Akgi Royal Palm over de lotgevallen van een timeshare op Sint Maarten. |
Artikel |
Terugkomen van een eindbeslissing na gewijzigd rechterlijk inzicht |
Trefwoorden | bindend, eindbeslissing, heroverweging, terugkomen, tussenvonnis(uitspraak) |
Auteurs | Mr. C.S. Avendaño Canto |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een bespreking van het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2010 (Kojen/ABB), waarin de rechterlijke bevoegdheid om terug te komen van een bindende eindbeslissing in een tussenuitspraak is verruimd. Aan de orde komen de dogmatische implicaties voor de leer van de bindende eindbeslissing en de praktische gevolgen voor de procespartijen die met een heroverweging (dreigen te) worden geconfronteerd. Daarbij doe ik enkele suggesties die zien op de aanvaardbaarheid voor partijen van de heroverweging van een eindbeslissing. |
Artikel |
Art. 3:310 BW, subjectieve bekendheidseis en niet-stuiting verjaring zijdens minderjarigeHR 3 december 2010, LJN BN6241, RvdW 2010, 1449 (X/Bemoti c.s.) |
Trefwoorden | verjaring, subjectieve bekendheid, minderjarige, vertegenwoordiging |
Auteurs | Mr. J.H.M. van Swaaij en Mr. I.M. Walrecht |
SamenvattingAuteursinformatie |
HR 3 december 2010, LJN BN6241, RvdW 2010, 1449 (X/Bemoti c.s.). Korte verjaringstermijn van art. 3:310 BW. Subjectieve bekendheidseis ook als eenvoudig identiteitsonderzoek waarmee aansprakelijke persoon bekend was geworden, nagelaten is? Toerekening aan destijds 9-jarig letselschadeslachtoffer van ontoereikende wettelijke vertegenwoordiging door moeder in meelijwekkende omstandigheden? Derogerende werking van redelijkheid en billijkheid? |