Coronamaatregelen zijn zeer divers (zowel publiek als privaat) en kunnen verschillend uitpakken voor mensen met een beperking, al naar gelang hun omstandigheden, zoals de plaats waar zij wonen, werken en onderwijs volgen. Hoe verschillend individuele situaties van mensen met een beperking ook kunnen zijn, bij alle maatregelen rond corona moeten juridische analyses de rechten van mensen met een beperking betrekken: niet alleen in het licht van de Grondwet en wetgeving met waarborgen ter zake, maar ook van mensenrechtenverdragen en dan vooral het VN-verdrag Handicap. Het VN-verdrag Handicap is in coronatijd onverminderd van kracht. Uit het verdrag volgt dat ook bij de totstandkoming van coronamaatregelen nauw overleg geboden is met mensen met een beperking en hun representatieve organisaties. Deze bijdrage geeft aan welke aspecten bij het beoordelen van verschillende concrete coronamaatregelen in het bijzonder van belang zijn, gezien het VN-verdrag Handicap. |
Handicap & Recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Goed nieuws |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
Auteursinformatie |
Artikel |
De effecten van de coronamaatregelen voor mensen met een beperking vanuit een juridisch oogpunt |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, COVID-19, coronamaatregelen, lockdown, crisiscommunicatie |
Auteurs | Mr. M. Swaanenburg-van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wanneer je leven bepaald wordt door de wet– over handicap, regelgeving en identiteit |
Trefwoorden | Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Participatiewet (Pw), VN-verdrag Handicap, sociale zekerheid, rechtstheorie |
Auteurs | Mr. drs. E. Dijkstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor veel mensen met een functiebeperking geldt dat zij op wettelijk geregelde voorzieningen moeten vertrouwen voor hun basale levensbehoeften. De aannames van de wetgever betreffende welke noden van deze groep tot de verantwoordelijkheid van de maatschappij behoren, bepalen dus de mate waarin zij in deze behoeften kunnen voorzien en hoe zij – en hun omgeving – hun leven kunnen inrichten. In dit artikel wordt onderbouwd waarom de huidige aannames van de wetgever een grote groep mensen met een functiebeperking in de steek laten. In de participatiemaatschappij staan deelname aan de reguliere arbeidsmarkt en vertrouwen op het eigen netwerk namelijk centraal. Dientengevolge schiet de huidige sociale zekerheid voor mensen die niet of niet gedeeltelijk kunnen werken en geen daadkrachtig netwerk te hebben, veelal tekort. Een begin van de oplossing van dit probleem, zo wordt voorgesteld, is het opnieuw waarderen van bijdragen buiten de reguliere arbeidsmarkt en het uitbreiden en bestendigen van de voorzieningen voor mensen met een functiebeperking. |
Artikel |
Opvang in de Wmo? Alleen als je het echt niet zelf kan!Wet, recht en de gemeentelijke spagaat |
Trefwoorden | opvang, dakloos, thuisloos, zelfredzaam, Wmo 2015 |
Auteurs | Mr. E. Klein Egelink, Mr. L. Veenman en Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Burgers kunnen dak- of thuisloos raken. Velen lossen dat probleem voor kortere of langere termijn zelf op. Sommigen lukt dat niet. Zij kloppen bij de gemeente aan voor opvang. Dat kan op grond van de Wmo 2015. Maar niet iedereen wordt opgevangen en deel van hen die wel opvang krijgt, wordt na verloop van tijd weer uit de opvang gezet. Zonder huis, thuis of dak boven hun hoofd. Toch vinden gemeenten dat deze mensen ‘zelfredzaam’ zijn. In dit artikel gaan wij in op de vraag wat gemeenten op grond van de Wmo 2015 moet doen en hoe de rechtspraak luidt. Of gemeenten buiten de Wmo ook ingevolge internationale verdragen tot een vorm van opvang zijn verplicht, valt buiten het bestek van dit artikel. |
Artikel |
Levenstestament en bewind in relatie tot het VN-verdrag Handicap |
Trefwoorden | verstandelijke beperking, levenstestament, bewind, VN-verdrag Handicap, beschermingsmaatregel |
Auteurs | J.S. Ogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beschermingsmaatregelen zijn van bijzonder belang voor mensen met een (verstandelijke) beperking die hun wil niet kunnen uiten. Daarmee is het VN-verdrag Handicap ook van toepassing op deze maatregelen. Met de opkomst van het notariële levenstestament kan men zich afvragen of deze nieuwe vorm van bescherming voldoet aan het Verdrag. Tegelijk werpt het de vraag op of huidige wettelijke beschermingsmaatregelen dat wel doen. In dit artikel onderzoek ik in hoeverre het levenstestament en beschermingsbewind in overeenstemming zijn met het Verdrag. |