In de zomer van 2024 werd Nederland uitgenodigd voor de eerste landenreview, acht jaar na de ratificatie van het VN-verdrag Handicap. Na rapportage en monitoring op papier, mocht Nederland nu in Genève verschijnen voor een dialoog met het Comité. In dit artikel tracht ik samen te vatten hoe de afgelopen jaren hebben geleid tot het sluitstuk van de eerste toezicht cyclus; de Concluding Observations. Daarnaast analyseer ik de meest prangende punten uit die Observations: hoe kijkt het Comité naar de Nederlandse implementatie en welk werk staat ons de komende jaren te doen? |
Handicap & Recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
‘De procedures verliepen niet geheel volgens het boekje’ |
Trefwoorden | Toegang tot het recht, Rechtsbescherming, Concluding Observations, VN-verdrag Handicap, Landenrapportage |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
Auteursinformatie |
Artikel |
Acht jaar VN-verdrag Handicap; de eerste toezichtcyclus compleet |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, CRPD-comité, Mensen met een beperking, Concluding Observations, Landenreview |
Auteurs | J.S. Ogier LL.B. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over de rechtspositie van de burger bij de toepassing van maatwerk: een kwalitatief empirische studie van de Wmo 2015 |
Trefwoorden | burgerperspectief, rechtspositie, keukentafelgesprek, informeel contact, etnografische observaties |
Auteurs | Mr. E.M. Linthorst en Dr. L.E. Oldenhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kwetsbare burgers met een beperkt doenvermogen ondervinden vaak moeilijkheden bij het realiseren van hun rechten. Het idee van een responsieve overheid beoogt meer rekening te houden met het burgerperspectief door nadruk te leggen op informeel contact tussen burger en overheid. In deze informele fase, in het bijzonder binnen de Wmo 2015, is de rechtspositie van burgers echter kwetsbaar, deels omdat formele juridische kaders, zoals de Awb, hier niet van toepassing zijn. Dit kan leiden tot ontmoediging of uitsluiting van voorzieningen. Huidige verbetervoorstellen richten zich vooral op betere rechtsbescherming achteraf, maar er is nog onvoldoende empirische kennis van de rechtspositie van burgers in de voorfase. Deze bijdrage onderzoekt de onzekerheden die burgers zelf ervaren in de verschillende fases rondom het informele keukentafelgesprek. Dit gebeurt middels een empirische studie van de interacties tussen burgers en Wmo-consulenten tijdens keukentafelgesprekken. De bevindingen bieden inzicht in hoe burgers hun rechtspositie percipiëren en welke verbeteringen, naast juridische verbetervoorstellen, nodig zijn om de toegang tot voorzieningen en rechtsbescherming te waarborgen. |
Interview |
Je moet als persoon met een beperking zelf een deskundige zijnInterview met advocaten Renske Imkamp en Matthijs Vermaat |
Trefwoorden | Sociaal domein, Wet maatschappelijke ondersteuning, Cliëntondersteuning, Resultaatgericht beschikken, Persoonsgebonden budget |
Auteurs | Mr. A.R. Stolk en Mr. D.C. Houtzager |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mensen met een beperking krijgen veelvuldig te maken met procedures bij gemeenten. Bijvoorbeeld voor het aanvragen van voorzieningen. Hoe toegankelijk zijn die procedures? Hoe is het gesteld met de rechtsbescherming voor mensen met een beperking? En welke knelpunten zijn er? In een interview vertellen advocaten Renkse Imkamp en Matthijs Vermaat over het bijstaan van cliënten die met de Wmo 2015, de Wlz en de Jeugdwet te maken hebben. |
Artikel |
Cliëntondersteuning: ‘oliemannetjes’ in de zorg |
Trefwoorden | cliëntondersteuning, Sociaal domein, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, keukentafelgesprek |
Auteurs | M. Vermaat, E. Bauhuis, Y. Belgerette e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het najaar van 2022 is het Integraal Zorgakkoord (IZA) ondertekend. De bedoeling is dat wordt toegewerkt naar passende zorg en ondersteuning, samen met de patiënt, op de juiste plek en met de nadruk op gezondheid. Dat is een nobel streven, maar het is niet makkelijk om in ‘de zorg’ je weg te vinden. Om de burger/verzekerde/cliënt bij te staan in diens contacten met de diverse instanties is de cliëntondersteuning in het leven geroepen. Cliëntondersteuning heeft de potentie om de toegang tot passende zorg voor cliënten te verbeteren en kan t een bijdrage leveren aan meer “geïntegreerde” zorg. Het is echter ook voorstelbaar dat cliëntondersteuners in meer of mindere mate tegen dezelfde belemmeringen aanlopen als de burger/verzekerde/cliënt. Om dit te onderzoeken is door de Vrije Universiteit onderzocht hoe cliëntondersteuners hun functioneren ervaren en welke belemmeringen zij daarbij al dan niet ervaren. Dat leverde verhelderende inzichten op. |
Artikel |
Nood breekt niet elke wetDe mensenrechtelijke positie en toegang tot rechtsbescherming van mensen met een functiebeperking bij rampen |
Trefwoorden | Noodrecht, Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, Rechtsbescherming, Coronapandemie, Necroveiligheid |
Auteurs | Mr. dr. E. Dijkstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zelden zijn onze mensenrechten belangrijker en kwetsbaarder dan in noodsituaties, zoals tijdens rampen en hun nasleep. In dit artikel bespreek ik daarom de belangrijkste verplichtingen die de internationale mensenrechtenverdragen de aangesloten staten opleggen gedurende zulke grimmige tijden. Deze verplichtingen worden in het VN-verdrag Handicap verder gespecificeerd waar zij mensen met een functiebeperking betreffen. Maar als we vervolgens de Nederlandse wet- en regelgeving omtrent noodsituaties onder de loep nemen, blijkt dat deze momenteel op een aantal punten ontoereikend kan worden genoemd. En dit is mogelijk inclusief de beschikbare rechtsbescherming. De concrete gevolgen van zulke gebreken waar het mensenrechtelijke verplichtingen betreft, maak ik duidelijk aan de hand van een nog steeds actueel voorbeeld. Namelijk de mate waarin het recht op leven en het recht op de hoogst haalbare mate van gezondheid van mensen met een functiebeperking werden beschermd in vergelijking met de rest van de bevolking tijdens het begin van de COVID-19-pandemie. |
Artikel |
Financieel misbruik van oudere personen met afnemende wilsbekwaamheid: een verkenning van huidig onderzoek en de mogelijkheden tot rechtsbescherming |
Trefwoorden | Financieel misbruik ouderen, Wilsonbekwaamheid, Dementie, Rechtsbescherming, Eigen regie |
Auteurs | Mr. dr. H.N. Stelma-Roorda |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel er vanuit de overheid en de media steeds meer aandacht is voor financieel misbruik van ouderen, is er in Nederland nog weinig onderzoek gedaan op dit gebied. Een groep die in dit verband specifieke aandacht behoeft zijn oudere personen die door een ziekte als Alzheimer te maken krijgen met afnemende wilsbekwaamheid. Voor deze ouderen zal het immers over het algemeen steeds moeilijker worden om te controleren of hun financiële belagen op een bevredigende manier door anderen worden behartigd wanneer zij daar zelf niet meer toe in staat zijn. Onderzoek naar de prevalentie, aard en gevolgen van financieel misbruik onder oudere personen met afnemende wilsbekwaamheid kan een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de preventie en aanpak van financieel misbruik onder deze groep. Bij het vaststellen van het beleid op dit terrein is daarnaast van belang dat zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de eigen regie van de oudere persoon. |