De wetgeving voor medische hulpmiddelen bevat – in tegenstelling tot de wetgeving voor geneesmiddelen – nauwelijks bepalingen over reclame en in het geheel geen bepalingen over financiële relaties (gunstbetoon) tussen leveranciers van hulpmiddelen en zorgprofessionals, waaronder artsen. Met ingang van 1 januari 2012 is de Gedragscode Medische Hulpmiddelen in werking getreden. Deze gedragscode bindt de leden van zes koepelorganisaties van fabrikanten/leveranciers van medische hulpmiddelen en stelt onder meer voorwaarden aan het geven van geschenken, financiële ondersteuning bij (deelname aan) bijeenkomsten, betaling voor dienstverlening en sponsoring. De Gedragscode gaat uit van wederkerigheid (wat leveranciers niet mogen aanbieden, mogen zorgprofessionals ook niet aannemen). Zorgprofessionals zullen formeel echter pas aan de Gedragscode gebonden zijn indien zij deze ook als zodanig hebben onderschreven. |
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
Meer op het gebied van Algemeen
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Het recht op voortplanting en zijn grenzen |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
Artikel |
Gunstbetoon en medische hulpmiddelen |
Trefwoorden | Gedragscode Medische Hulpmiddelen, gunstbetoon, medische hulpmiddelen, zelfregulering, reclame |
Auteurs | Mr. M.E. de Bruin en prof. mr. M.D.B. Schutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wie betaalt de schade van de patiënt in geval van een disfunctionerende prothese? |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, arts, medisch hulpmiddel, producent, prothese, zorgverzekering |
Auteurs | Mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen tijd wordt in de media veel aandacht besteed aan disfunctionerende protheses. Het blijkt niet om één zaak te gaan, maar betreft verschillende soorten protheses. Veelal zijn grote aantallen patiënten de dupe van een disfunctionerende prothese en lijden zij materiële en immateriële schade. In het onderhavige artikel wordt onderzoek gedaan naar de vergoedingsmogelijkheden in geval van schade die het gevolg is van een bij de geneeskundige behandeling gebruikte disfunctionerende prothese. Daarbij wordt acht geslagen op hetgeen de zorgverzekeraar, de arts en de producent aan de patiënt zouden moeten vergoeden en van welke verweren deze partijen zich kunnen bedienen. |
Column |
De consulent en de niet-aanspreekbare patiëntEen commentaar op de nadere uitleg van het euthanasiestandpunt van de KNMG |
Trefwoorden | consultatieplicht, Euthanasiewet, gevorderde dementie, niet-aanspreekbare patiënt, schriftelijke wilsverklaring |
Auteurs | Prof. dr. G.A. den Hartogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De KNMG heeft onlangs in een nadere uitleg van het Standpunt euthanasie uit 2003 de ‘medisch-professionele norm’ geformuleerd dat bij de wettelijk vereiste consultatie de consulent met de patiënt over de euthanasie moet hebben gecommuniceerd. Daarbij wordt erkend dat toepassing van de norm ertoe kan leiden dat een euthanasie als onzorgvuldig moet worden beschouwd hoewel die aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet voldoet. Ik betoog in dit commentaar dat de KNMG weinig argumenten aanvoert waarom het nodig zou zijn strikter te zijn dan de wet en dat geen van deze argumenten overtuigt. |
Recent |
De lancering van medische hulpmiddelen op de Europese marktEen beschrijving van het proces met enkele aanbevelingen |
Trefwoorden | CE-markering, conformiteitsbeoordeling, medische hulpmiddelen, notified body, PIP-implantaat |
Auteurs | Mr. drs. S.M. Singh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor het op de markt brengen van medische hulpmiddelen is geen vergunning nodig. De fabrikant moet een contract sluiten met een in een lidstaat aangewezen ‘aangemelde instelling’ om een conformiteitsbeoordeling uit te voeren over de medische hulpmiddelen. De producten worden dan getoetst aan de Richtlijn medische hulpmiddelen (93/42/EG). Als de producten voldoen wordt een CE-markering afgegeven en op het product aangebracht. De conformiteitsbeoordeling wordt vooral gedaan aan de hand van documenten. Dit artikel beschrijft de procedure om medische hulpmiddelen op de markt te brengen. Er worden kanttekeningen geplaatst bij deze procedure en enkele aanbevelingen gegeven. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak strafrecht |
Trefwoorden | deskundigenbewijs, IGZ, medische fouten, Professionele standaard, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. B.C.W. van Eijck en mr. C.W. Noorduyn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan bod komt de jurisprudentie van 1 november 2010 tot 1 maart 2012. Er wordt stilgestaan bij uitspraken betreffende het (afgeleid) medisch verschoningsrecht. Centraal daarbij staat het door de Hoge Raad te hanteren toetsingskader en de daaraan gekoppelde vraag wanneer sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Verder wordt een aantal uitspraken besproken waarbij medische fouten, zowel binnen de reguliere geneeskunst als in het alternatieve circuit, strafrechtelijk worden afgedaan. De professionele standaard en de geldende medische inzichten, ingevuld door deskundigen spelen daarbij een belangrijke rol. Verder wordt kritisch gekeken naar de samenloop van tucht- en strafrechtelijke procedures ter zake van hetzelfde feitencomplex. |
Diagnose-informatie op declaraties; privacy: gedeeltelijk zelf voorzien; opdracht opnieuw te beslissen op de bezwaren |
Specialistische dieetadvisering geen verzekerde prestatie meer; NVD e.a. voldoen niet aan relativiteitsvereiste; NFK voldoet wel; geen strijd met deugdelijke belangenafweging, zorgvuldigheidsbeginsel, huidige beleid en/of rechtszekerheidsbeginsel: afwijzing vorderingen |
BJZ verzoekt om vervangende toestemming voor voorschrijven anticonceptiepil voor minderjarige: verzoek verleent |
|
Beroep klaagster op haar verschoningsrecht minder zwaarwegend dan het belang bij een zorgvuldige en zo objectief mogelijke waarheidsvinding: klacht ongegrond |