Fraude is van alle tijden en kent veel verschijningsvormen. De Europese Unie poogt fraude onder meer aan te pakken met meldings- en meewerkverplichtingen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het toezicht op de financiële markt, waarvoor de Verordening marktmisbruik geldt. Een probleem kan ontstaan als degene die moet meewerken zelf verdachte is of vervolgens zou kunnen worden. Het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel geven de betrokkene immers bepaalde bescherming tegen het ongewild meewerken aan de eigen veroordeling. De (potentiële) wrijving tussen beide uitgangspunten wordt steeds nadrukkelijker zichtbaar. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Verplichte medewerking en het nemo tenetur-beginsel |
Trefwoorden | meldplicht, meewerkplicht, zwijgrecht, nemo tenetur |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kwalitatieve en transparante fraudebestrijdingEen verkennend onderzoek naar handhavingscriteria voor fraudedelicten |
Trefwoorden | fraude, handhavingscriteria, optimum remedium, hybride rechtspleging |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Fraude is een complex en wijdverspreid probleem. Terwijl de criminaliteitscijfers de afgelopen jaren zijn gedaald, neemt het aantal fraudegevallen met rasse schreden toe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat beleidsmakers hard willen optreden tegen fraudeurs. Echter, zaken zoals de toeslagenaffaire hebben laten zien dat het beleid daarin vaak doorschiet en dat de menselijke maat met enige regelmaat uit het oog verloren wordt. Daarom zou een set van handhavingscriteria dienen te worden ontwikkeld voor transparante en kwalitatieve handhaving van fraudedelicten. In dat kader wordt in dit artikel wordt een eerste verkennend onderzoek gedaan naar de gehanteerde handhavingscriteria bij fraudedelicten. |
Artikel |
Het transigeren in grote fraudezaken: een blik op de toekomst |
Trefwoorden | transactie, toetsing |
Auteurs | Mr. R.T. de Jong en prof. mr. R.M.I. Lamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 maart 2021 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd, dat onder meer voorziet in de introductie van een gerechtelijke toetsing van hoge transacties. Blijft de transactie daarmee een buitengerechtelijke afdoeningsmodaliteit (met een moment van gerechtelijke betrokkenheid) of verwordt het tot een pseudogerechtelijke procedure? De auteurs werpen met het oog op die vraag – na een korte beschrijving van de in het conceptwetsvoorstel geïntroduceerde toetsingsprocedure – een blik vooruit. |
Artikel |
De strafrechtelijke antifraudebepalingen in het licht van de uitkomsten van de ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag |
Trefwoorden | uitkeringsfraude, opzet, schulduitsluitingsgronden, straftoemeting, menselijke maat |
Auteurs | Prof. mr. J.M. ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag velde een negatief oordeel over de bestuursrechtelijke aanpak van fraude met kinderopvangtoeslag. De menselijke maat ontbrak. Het oordeel van de commissie roept de vraag op of ook ten aanzien van de strafrechtelijke aanpak van uitkeringsfraude kan worden gezegd dat de menselijke maat ontbreekt. Of ziet de strafrechter kansen daarmee wel rekening te houden en zo ja, op welke wijze en in welke gevallen? Deze vragen worden aan de hand van rechtspraakanalyse van arresten van hoven beantwoord. |
Artikel |
De asset freeze in sanctieregimes: verstrekkend maar nog onvoldoende bekend |
Trefwoorden | sancties, asset freeze, bevriezingsmaatregel, Sanctiewet, sanctieregelgeving |
Auteurs | Mr. T. Kodrzycki, mr. S. Verkerk en F. van Til |
SamenvattingAuteursinformatie |
De asset freeze, oftewel bevriezingsmaatregel, is een van de meest ingrijpende maatregelen die de (internationale) sanctieregimes kennen. Tegelijkertijd blijkt dat deze nog niet heel bekend is en soms over het hoofd wordt gezien. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben, ook strafrechtelijke. In dit artikel willen wij deze vreemde eend in de bijt aan een nadere beschouwing onderwerpen. |
Trending Topics |
Een concrete en verifieerbare verklaring van de verdachte bij een vermoeden van witwassen: een kapstok op basis van jurisprudentie |
Trefwoorden | stappenplan, witwassen, concrete verifieerbare verklaring, onbekend gronddelict, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. S. Visser en mr. R.A. Regtering |
SamenvattingAuteursinformatie |
In witwaszaken mag een rechter op grond van de stappenplan-aanpak tot het oordeel komen dat het niet anders kan dan dat het voorwerp afkomstig is uit misdrijf, hoewel dat misdrijf onbekend is. Bij het bestaan van een witwasvermoeden mag van een verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare verklaring geeft die niet (hoogst) onwaarschijnlijk is. Maar wanneer is een verklaring concreet en verifieerbaar? Beantwoording van deze vraag is van belang om te bepalen of de verklaring geverifieerd moet worden door de opsporing. Naar aanleiding van een jurisprudentie-analyse trachten we hiervoor handvatten te bieden in dit artikel. |
Jurisprudentie |
De valkuil van het witwassen van uit valsheid in geschrift afkomstig vermogenAnnotatie bij Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1491 |
Trefwoorden | Witwassen |
Auteurs | Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1491) geannoteerd. In dit arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het gerechtshof de ruime mogelijkheden van de witwasbepalingen niet goed heeft toegepast. Dat betekent nog niet dat het ruime bereik van die bepalingen met dit arrest ook worden ingeperkt. |