Tbsh
Rss

Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving

Meer op het gebied van Strafrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5, 2021 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Ambtsdelicten van Kamerleden en bewindslieden: het rapport van de commissie-Fokkens

Trefwoorden ambtsdelicten, ministers, Kamerleden, corruptie, strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Auteurs Mr. dr. E. Sikkema
SamenvattingAuteursinformatie

    Recent verscheen het rapport van de Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen (commissie-Fokkens). De commissie stelt vast dat de huidige wettelijke regeling voor de vervolging en berechting van Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsdelicten ernstig tekortschiet. Deze conclusie kan vermoedelijk op brede instemming rekenen. De auteur duidt enkele hoofdlijnen van het rapport aan en signaleert een punt dat nog om nadere aandacht vraagt.


Mr. dr. E. Sikkema
Mr. dr. E. Sikkema is senior wetgevingsadviseur bij de Afdeling advisering van de Raad van State.
Artikel

De modernisering van de bijzondere opsporing

Trefwoorden modernisering Strafvordering, bijzondere strafwetgeving, opsporingsbevoegdheden, bijzonder strafrecht, bijzonder strafprocesrecht
Auteurs J.M. Klaasen, S. Mabrouk en R. Swager
SamenvattingAuteursinformatie

    Zou het in het licht van de doelstellingen van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering wenselijk zijn om opsporingsbevoegdheden uit bijzondere strafwetgeving in het nieuwe Wetboek te regelen? In dit artikel wordt die vraag bevestigend beantwoord. Tevens wordt een voorzet gedaan voor hoe opsporingsbevoegdheden uit bijzondere strafwetgeving gemoderniseerd en geharmoniseerd hadden, of nog zouden, kunnen worden in het nieuwe Wetboek. Geïllustreerd wordt hoe betreding en inbeslagname in grote mate geharmoniseerd kunnen worden. Waar verdenkingscriteria op dit moment per wet verschillen, kunnen die verschillen gladgestreken of bewust gehandhaafd worden. Hoe dan ook verdient regeling in het nieuwe Wetboek de voorkeur.


J.M. Klaasen
J.M. Klaasen is student van de master Strafrecht van de Universiteit Utrecht.

S. Mabrouk
S. Mabrouk is student van de master Strafrecht van de Universiteit Utrecht.

R. Swager
R. Swager is student van de Legal Research Master van de Universiteit Utrecht.
Artikel

Access_open De politie als winkelier van smartphones met ‘versleutelde’ communicatiemiddelen: de inzet van de opsporingshandelingen getoetst aan het legaliteitsbeginsel

Trefwoorden digitale opsporing, legaliteitsbeginsel, Privacy, Operation Trojan Shield, ANOM-smartphone
Auteurs Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius, Mr. I.N. De Wit, D.A.G. Van Toor PhD LLM BSc e.a.
SamenvattingAuteursinformatie

    Met Operation Trojan Shield hebben de (Nederlandse) autoriteiten de populariteit van cryptophones perfect uitgebuit. In deze bijdrage wordt onderzocht welke wettelijke grondslag gebruikt zou kunnen zijn bij (1) de ontwikkeling van de hardware en de daarop geïnstalleerde software; (2) de verspreiding van de toestellen; (3) het verkrijgen van vertrouwelijke communicatie doordat de toestellen zijn gebruikt; en (4) de analyse van de inhoud van de verstuurde en ontvangen communicatie. De inzet van deze handelingen wordt ten slotte beoordeeld in het licht van het legaliteitsbeginsel zoals dat volgt uit artikel 8 lid 2 EVRM.


Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius
Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius is verbonden als docent Straf(proces)recht aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht.

Mr. I.N. De Wit
Mr. I.N. de Wit is verbonden als docent Straf(proces)recht aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht.

D.A.G. Van Toor PhD LLM BSc
D.A.G. van Toor PhD LLM BSc is verbonden als universitair docent aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht.

Mr. T. Beekhuis
Mr. T. Beekhuis is verbonden als promovenda aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) van de Universiteit Utrecht.
Artikel

Behoeft de uitbreiding van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën nadere overdenking?

Enkele opmerkingen naar aanleiding van geplaatste kanttekeningen bij het wetsvoorstel

Trefwoorden Wvmc, synthetische drugs, Drugsprecursoren, artikel 4a Wvmc, Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit
Auteurs Mr. J.C. van der Pijll
SamenvattingAuteursinformatie

    Met het momenteel aanhangige wetsvoorstel Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit probeert het kabinet de georganiseerde misdaad een volgende slag toe te brengen. Onderdeel van het wetsvoorstel is onder meer een ruimere strafbaarstelling van het enkele bezit van drugsprecursoren via de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Begin dit jaar verscheen in dit tijdschrift een kritisch artikel over dit onderdeel van het wetsvoorstel. Met dit artikel wordt beoogd de kritiek van een weerwoord te voorzien.


Mr. J.C. van der Pijll
Mr. J.C. van der Pijll is senior+ parketsecretaris bij het Expertisecentrum Synthetische Drugs van het Landelijk Parket te ’s-Hertogenbosch.
Artikel

Naschrift: waarom enkele opmerkingen bij geplaatste kanttekeningen tot uitbreiding van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën geen hout snijden

Trefwoorden drugsprecursoren, chemicaliën, verordeningen, rechtsbescherming, instrumentaliteit
Auteurs Mr. O.S. Pluimer
SamenvattingAuteursinformatie

    De beoogde uitbereiding van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën door invoering van een verbod op het verrichten van handelingen met bepaalde chemische stoffen houdt de gemoederen bezig. Bij het wetsvoorstel dat strekt tot invoering van dit verbod heb ik eerder in het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving de nodige kanttekeningen geplaatst. In dit nummer plaatst J.C. van der Pijll bij de kanttekeningen enkele opmerkingen. Via dit naschrift reageer ik op die opmerkingen en leg ik uit waarom deze in mijn visie geen hout snijden.


Mr. O.S. Pluimer
Mr. O.S. Pluimer is advocaat bij JahaeRaymakers te Amsterdam.
Jurisprudentie

Begunstiging en de bijzondere strafuitsluitingsgrond van artikel 189 lid 3 Sr

Noot bij HR 13 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1132

Trefwoorden begunstiging, artikel 189 Sr, bijzondere strafuitsluitingsgrond, opsporingsonderzoek belemmeren, bewijsmateriaal verstoppen
Auteurs Mr. dr. drs. B. van der Vorm
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze zaak staat een arrest van de Hoge Raad over begunstiging (artikel 189 Sr) centraal. Ten aanzien van dit delict geldt een bijzondere strafuitsluitingsgrond, die is neergelegd in het derde lid van artikel 189 Sr. De Hoge Raad casseert, omdat in het licht van wat door en namens de verdachte is aangevoerd, het oordeel van het hof dat het beroep op de strafuitsluitingsgrond uit artikel 189 lid 3 Sr moet worden verworpen, niet toereikend is gemotiveerd.


Mr. dr. drs. B. van der Vorm
Mr. dr. drs. B. van der Vorm is universitair docent straf(proces)recht en is verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht. Hij is tevens redacteur van dit tijdschrift.
Jurisprudentie

Biociden (met fipronil), schadelijk als bedoeld in artikel 174 Sr

Annotatie bij de uitspraken van rechtbank Overijssel van 12 april 2021 tegen de eigenaren van Chickfriend en Chickclean (ECLI:NL:RBOVE:2021:1508, ECLI:NL:RBOVE:2021:1517, ECLI:NL:RBOVE:2021:1518)

Trefwoorden Biociden, fipronil, gezondheid, schadelijk, Waren
Auteurs Mr. H.J. Gerrits
SamenvattingAuteursinformatie

    Voor het gebruik en het op de markt brengen van biociden geldt een strikt wettelijk systeem van voorwaarden en toelatingen. Op het moment dat niet-toegelaten biociden met de werkzame stof fipronil desondanks toch worden verkocht en toegepast bij voedselproducerende dieren worden deze handelingen aangemerkt als verkoop van voor het leven en de gezondheid schadelijke waren als bedoeld in artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. Daarbij speelt de mate van professionaliteit van de verdachten een belangrijke rol voor het bewijzen van opzet.


Mr. H.J. Gerrits
Mr. H.J. Gerrits is jurist bij de Inlichtingen- en opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Trending Topics

Cybersecurity en ‘datagedreven’ opsporing: stand van zaken met betrekking tot de interceptie van versleutelde cryptocommunicatie

Trefwoorden cybercrime, encryptie, internationale samenwerking, datagedreven opsporingsonderzoek, interceptie
Auteurs Mr. J.S. Boeser
SamenvattingAuteursinformatie

    Er is op dit moment veel te doen op het gebied van cybercrime en cybersecurity. Cyberaanvallen vormen een toenemende dreiging voor onze samenleving. Ook encryptie (de versleuteling van communicatie) levert de nodige uitdagingen op voor opsporingsdiensten. In een digitaliserende samenleving worden ‘datagedreven opsporing’ en digitaal bewijs steeds belangrijker. Tegelijkertijd roept dergelijk opsporingsonderzoek eveneens principiële vragen op, met name in het licht van de positie van de verdediging. In deze Trending Topics staat een typerend voorbeeld van ‘datagedreven’ onderzoek centraal, waar de afgelopen tijd veel om te doen is (geweest): de interceptie van versleutelde ‘cryptocommunicatie’. Reden voor een overzicht van de stand van zaken.


Mr. J.S. Boeser
Mr. J.S. Boeser is advocaat bij Van Doorne N.V. in Amsterdam.