De bijdrage bespreekt de erkenning en tenuitvoerlegging van in andere EU-lidstaten opgelegde vrijheidsbenemende sancties in Nederland. De EU-lidstaten wilden door middel van kaderbesluiten de stroperige traditionele rechtshulp efficiënter maken. Nederland heeft aan deze wens gehoor gegeven bij de totstandkoming van de WETS. De WETS kent een belangrijke rol toe aan het hof Arnhem-Leeuwarden, dat de minister adviseert over de toelaatbaarheid van de strafoverdracht. De veroordeelde is niet bij deze procedure betrokken. De auteurs concluderen dat deze procedure op gespannen voet staat met het Unierecht en aanpassing verdient. |
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
NTS 2021/22 |
Van de redactie |
Seks tegen de wil, maar zonder verzet, wordt toch verkrachting |
Artikel |
De black box van de WETSGebrek aan transparantie en rechtsbescherming in de procedure van strafoverdracht |
Trefwoorden | WETS, strafoverdracht, rechtshulp, wederzijdse erkenning, Handvest |
Auteurs | Mr. F.T.C. (Frederieke) Dölle en Mr. T. (Tom) de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het fenomeen ‘pedojagen’: toepassingsbereik van artikel 359a Sv, bezien in het licht van een mogelijke strafzaak tegen de (vermeende) pedoseksueel |
Trefwoorden | pedojagen/pedojagers, (evidente) pedoseksueel, (normering) burgeropsporing, (buitensporig) optreden, aanvulling/nuancering artikel 359a Sv |
Auteurs | Mr. J.D. (Jessica) Schmahl en Mr. L.W. (Lune) Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Pedojagen’ is een groeiend fenomeen, zo blijkt uit recente incidenten. Strafvorderlijke autoriteiten dragen uit dat zij door pedojagers ontmaskerde vermeende pedoseksuelen niet zullen vervolgen. Het is de vraag of dit standpunt in de praktijk ook wordt nageleefd en of naleving altijd wenselijk is. De auteurs beargumenteren dat het OM tot vervolging moet kunnen overgaan wanneer door pedojagers een ‘evidente pedoseksueel’ wordt ontmaskerd. Onderzocht is welke ruimte het klassieke beoordelingskader van artikel 359a Sv (genuanceerd in HR 1 december 2020) aan de rechter biedt, dan wel zou moeten bieden, om consequenties te verbinden aan buitensporig optreden door pedojagers jegens de beschuldigde pedoseksueel. |
Artikel |
Steekwapens binnen de Wet wapens en munitieHet voornemen tot een algeheel draagverbod van messen voor minderjarigen bezien na een analyse van de huidige wet. |
Trefwoorden | steekwapens, WWM, draagverbod, minderjarigen, messen |
Auteurs | Mr. J. (Jeroen) Geurts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Via een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer lieten ministers Grapperhaus en Dekker weten met een actieplan te komen om het (steek)wapenbezit en -gebruik onder jongeren aan banden te leggen. Als onderdeel van dit plan wordt een algeheel draagverbod van alle messen genoemd. In deze bijdrage wordt beschreven welke voorwerpen onder welke omstandigheden als strafbaar steekwapen onder de WWM vallen. Vervolgens wordt, bezien vanuit de huidige WWM, beschreven waarmee de wetgever rekening moet houden als deze over wil gaan tot een algeheel draagverbod van messen voor minderjarigen. |
Artikel |
Niet gelijktijdig (consecutief) vervolgen binnen hetzelfde feitencomplexDe gevolgen van het niet gelijktijdig vervolgen, meer specifiek in het geval van artikel 140 Sr |
Trefwoorden | criminele organisatie, artikel 140 Sr, vervolgingsbeslissing, ne bis in idem-beginsel, beginselen van een behoorlijke procesorde |
Auteurs | Mr. dr. A.N. (André) Kesteloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de onderzoeken 13Biscoe en 13Quebec en de daaruit voortkomende uitspraken van de rechtbank Amsterdam worden in deze bijdrage de mogelijke gevolgen beschreven van het niet gelijktijdig vervolgen voor eerst overige gepleegde misdrijven en later voor artikel 140 Sr of andersom, terwijl de misdrijven en artikel 140 Sr wel gaan over hetzelfde feitencomplex. De auteur besteedt hierbij bijzondere aandacht aan de beginselen van een behoorlijke procesorde. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/28HR 16 februari 2021, 19/04191, ECLI:NL:HR:2021:218 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/29HR 16 februari 2021, 19/02501, ECLI:NL:HR:2021:216 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/30HR 16 februari 2021, 19/03157, ECLI:NL:HR:2021:211 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/31HR 16 februari 2021, 19/05668, ECLI:NL:HR:2021:236 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/33HR 9 februari 2021, 20/01738, ECLI:NL:HR:2021:190 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/32HR 9 februari 2021, 20/03433, ECLI:NL:HR:2021:193 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/34HR 9 februari 2021, 19/05471, ECLI:NL:HR:2021:202 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/35HR 9 februari 2021, 20/00828, ECLI:NL:HR:2021:197 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/36HR 2 februari 2021, 19/02027, ECLI:NL:HR:2021:129 |
Titel |
NTS 2021/37HR 19 januari 2021, 19/04024, ECLI:NL:HR:2021:69 |