In deze bijdrage worden de belangrijkste ontwikkelingen vanaf juni 2019 met betrekking tot het jeugdstraf(proces)recht uit de doeken gedaan. Zo worden de wijziging van het Wetboek van Strafvordering na implementatie van Richtlijn 2016/800/EU en de Wet USB besproken. Daarnaast zal inzicht worden gegeven in beleid over onder meer DNA-afname, verblijf in politiecellen en de reprimande. Ook een nieuw General Comment van het VN-Kinderrechtencomité en een mondiaal onderzoek naar vrijheidsbeneming komen aan de orde. Vervolgens worden wetsvoorstellen besproken, gevolgd door een korte reflectie op deze ontwikkelingen in het licht van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. |
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
NTS 2020/104 |
Van de redactie |
De zendmast ligt onder vuur |
Trefwoorden | artikel 161sexies Sr, gemeen gevaar, verlening van diensten, levensgevaar, werk voor telecommunicatie |
Artikel |
Kroniek jeugdstraf(proces)recht: the good, the bad & the ugly |
Trefwoorden | jeugdstrafrecht, jeugdstrafprocesrecht, IVRK, rechtsbijstand, tenuitvoerlegging |
Auteurs | Mr. drs. M. (Marije) Jeltes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |
Artikel |
Over het oogmerkbestanddeel in artikel 285b Sr, dwang en heimelijke belaging |
Trefwoorden | Oogmerk, belaging, dwang, artikel 285b Sr, heimelijke belaging |
Auteurs | Mr. A.B. (Anne-Berthe) van der Velde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor belaging ex artikel 285b Sr is vereist dat de belager ten tijde van de delictsgedraging beschikte over het oogmerk ‘die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen’. In deze bijdrage wordt de relatie tussen dit oogmerkbestanddeel en het begrip ‘dwingen’ onderzocht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de door de indieners van het wetsvoorstel beoogde werking van het bestanddeel niet tot uitdrukking is gekomen in de rechtspraak. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gevolgen voor (de toegevoegde waarde van) het oogmerkbestanddeel, van het oordeel van de Hoge Raad dat ook stiekem verrichte gedragingen als belaging kunnen worden aangemerkt. |
Artikel |
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaar of huurder van een henneppandEen verkenning en analyse van de jurisprudentie van de Hoge Raad |
Trefwoorden | strafrechtelijke aansprakelijkheid, eigenaar/huurder henneppand, hennepkwekerij, telen, opzettelijk aanwezig hebben |
Auteurs | Mr. N. (Nienke) Seijlhouwer-de Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door middel van een bespreking en analyse van de rechtspraak van de Hoge Raad worden in deze bijdrage de grote lijnen geschetst van de voorwaarden waaronder strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaren of huurders van henneppanden kan worden aangenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het telen van hennep en het opzettelijk aanwezig hebben daarvan. Daarnaast wordt het verschil tussen beide gedragingen belicht. Hiermee is beoogd de feitenrechter enige handvatten te bieden bij de beantwoording van de soms lastige vraag of de eigenaar of huurder van een pand in voorliggende zaken verantwoordelijk kan worden gehouden voor de daarin aangetroffen hennepkwekerij. |
Artikel |
Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagenOver wie een getuige à decharge het eerst mag verhoren |
Trefwoorden | getuigen, ondervragen, rechter-commissaris, advocaat, volgorde vragen |
Auteurs | Mr. R. (Rick) van Leusden en Mr. B.J. (Ben) Polman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ter terechtzitting is de regel dat een toegewezen getuige die door de verdediging, à decharge, is opgeroepen en niet eerder is gehoord, door de verdediging wordt ondervraagd. Dat betekent dat zij ter terechtzitting met voorrang boven de andere procespartijen begint ‘haar’ getuige te ondervragen, zij de volgorde van de vragen bepaalt en ook vrij is te kiezen om vragen niet te stellen. Die regel zou ook moeten gelden voor getuigenverhoren bij de rechter-commissaris en wettelijk moeten worden verankerd. In de praktijk vist de verdediging in laatstgenoemde verhoren namelijk nog te vaak achter het net. Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagen. |
Artikel |
De ‘Blue Whale Challenge’ en het strafrechtEen strafrechtelijke analyse van een spel dat automutilatie en zelfmoord promoot, is er noodzaak tot strafrechtelijke heroriëntatie? |
Trefwoorden | Blue Whale Challenge, aanzetten tot zelfdoding, hulp bij zelfdoding, artikel 294 Sr, zelfmoordspel |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het weerzinwekkende zelfmoordspel de ‘Blue Whale Challenge’ geanalyseerd. De auteur staat in het artikel stil bij de strafbaarstellingen van het aanzetten tot zelfdoding en het bieden van hulp bij zelfdoding, waarna een analyse volgt van de ‘Blue Whale Challenge’ naar Nederlands strafrecht. In deze bijdrage wordt door de auteur gezocht naar andere strafrechtelijke grondslagen om in een vroeg(er) stadium van deze ‘challenge’ in te grijpen. De bijdrage wordt afgesloten met een voorstel voor een nieuwe strafbepaling, mede ingegeven door de positieve verplichtingen van het EVRM. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/112HR 29 september 2020, 19/03612, ECLI:NL:HR:2020:1513 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/113HR 29 september 2020, 19/00464, ECLI:NL:HR:2020:1522 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/114HR 22 september 2020, 18/04840, ECLI:NL:HR:2020:1459 en HR 15 september 2020, 18/05382, ECLI:NL:HR:2020:1423 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/115HR 22 september 2020, 18/04172, ECLI:NL:HR:2020:1457 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/116HR 15 september 2020, 18/05561, ECLI:NL:HR:2020:1376 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/117HR 8 september 2020, 19/00523, ECLI:NL:HR:2020:1378 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/118HR 8 september 2020, 19/01778, ECLI:NL:HR:2020:1383 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/119HR 1 september 2020, 19/00177, ECLI:NL:HR:2020:1347 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/120HR 25 augustus 2020, 19/04195, ECLI:NL:HR:2020:1316 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/121HR 7 juli 2020, 19/02307, ECLI:NL:HR:2020:1158 |