In Nederland is het verlenen van gratie een bevoegdheid van de Kroon en heeft de rechter die de straf heeft opgelegd daarbij een zwaarwegende stem. Als het gaat om een lange gevangenisstraffen is het minder vanzelfsprekend geworden dat de minister die stem volgt. Hij wijkt dan af van het gerechtelijk advies. De afgelopen jaren zijn dergelijke afwijkende beslissingen aan de burgerlijke rechter voorgelegd. Deze heeft nu reeds enkele malen de minister bevolen zijn beslissing te herroepen. De vraag is echter welke ruimte de burgerlijke rechter heeft om de beslissing van de minister te toetsen en in verband daarmee: in hoeverre de minister eigenlijk van het gerechtelijk advies mag afwijken. Deze vragen worden in dit artikel vanuit bestuursrechtelijk perspectief benaderd. |
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
NTS 2021/1 |
Van de redactie |
Keskin en het onderbouwen van verzoeken tot het horen van getuigen: een presumptie van verdedigingsbelang“Uitspraak EHRM: Hoge Raad zal jurisprudentie t.a.v. het horen van getuigen à charge moeten aanpassen!” |
Artikel |
Gratie: een bestuursbevoegdheid getoetstEen beschouwing naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 |
Trefwoorden | gratieprocedure, bestuursbevoegdheid, levenslange gevangenisstraf, review mechanisme / herbeoordelingsmechanisme, artikel 3 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. dr. H.E. (Herman) Bröring en Mr. dr. W.F. (Wiene) van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregelsArtikel 5a WVW als effectief wapen tegen de wegpiraat? |
Trefwoorden | gevaarlijk rijgedrag, rechtsvergelijking, roekeloosheid, te duchten gevaar, wegpiraat |
Auteurs | Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. dr. M.J. (Mark) Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 5a WVW vult het ‘strafgat’ tussen de artikelen 5 en 6 WVW voor die gevallen waarin ernstig verkeersgevaarlijk gedrag zonder noemenswaardige gevolgen blijft. |
Artikel |
De bedreigde getuige en artikel 226a Sv: knelpunten uit de praktijk |
Trefwoorden | getuige, bedreigde getuige, anonieme getuige, artikel 226a Sv |
Auteurs | Mr. R. (Robin) Cozijnsen en Mr. dr. W.N. (Ward) Ferdinandusse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de wettelijke regeling omtrent de bedreigde getuige nader bezien. Na een korte omschrijving van de totstandkoming en de inhoud van de wettelijke regeling (art. 226a-226f Sv), wordt uitgebreid ingegaan op verschillende vragen en knelpunten die in de praktijk naar voren komen. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen besproken: de wettelijke plicht om verdachte vooraf op de vordering te horen, de bedreigde getuige in een zaak van een NN-verdachte en in zaken met meerdere verdachten, de praktische (on)uitvoerbaarheid van het waarborgen van anonimiteit en ten slotte het toetsingskader dat wordt gehanteerd bij een appel tegen een statusverlening. |
Artikel |
Klachtdelicten: de stand van zaken in de wet en jurisprudentieHoe een uitdrukkelijk verzoek om twijfel uit te sluiten een dode letter geworden is |
Trefwoorden | klacht, (klacht)termijn, persoonlijke levenssfeer, opportuniteit |
Auteurs | Mr. P.M. (Maaike) Kampen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer wordt beschermd door het klachtvereiste. De klacht was bedoeld als een uitdrukkelijk verzoek om vervolging. De vraag is hoe het er nu voor staat. In de wet lijkt het onderscheid tussen delicten die wel of geen klacht vereisen willekeurig en deels verouderd geworden. In de rechtspraak wordt behoudens contra-indicaties ruimhartig een bedoeling tot vervolging vastgesteld als de klacht ontbreekt. De wetgever wil de klacht behouden, maar lijkt niet enthousiast deze te eisen bij een nieuwe strafbaarstelling. De conclusie is dat het klachtvereiste ten dode opgeschreven is. Twee mogelijkheden in deze uitzichtloze situatie worden besproken. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/7HR 15 december 2020, 19/03044, ECLI:NL:HR:2020:2013 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/8HR 15 december 2020, 19/01763, ECLI:NL:HR:2020:1969 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/9HR 15 december 2020, 19/02757, ECLI:NL:HR:2020:2034 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/10HR 15 december 2020, 20/03532 en 20/01476, ECLI:NL:HR:2020:2037 en ECLI:NL:HR:2020:2008 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/11HR 8 december 2020, 19/03025, ECLI:NL:HR:2020:1957 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/13HR 1 december 2020, 18/03503, ECLI:NL:HR:2020:1889 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/12HR 8 december 2020, 19/05068, ECLI:NL:HR:2020:1973 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/13HR 1 december 2020, 19/01500, |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/15HR 10 november 2020, 19/02393, ECLI:NL:HR:2020:1757 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/14HR 17 november 2020, 19/02033, ECLI:NL:HR:2020:1804 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/16HR 3 november 2020, 19/02097, ECLI:NL:HR:2020:1727 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/17HR 27 oktober 2020, 19/01079, ECLI:NL:HR:2020:1693 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/18HR 27 oktober 2020, 19/04352, ECLI:NL:HR:2020:1681 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/19HR 27 oktober 2020, 19/03288, ECLI:NL:HR:2020:1675 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/20HR 27 oktober 2020, 19/04379, ECLI:NL:HR:2020:1685 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/21HR 6 oktober 2020, 18/04464, ECLI:NL:HR:2020:1488 |