Dit nummer is samengesteld naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD) van het Openbaar Ministerie en vormt tegelijkertijd de opmaat naar een symposium dat op 23 november 2023 ter gelegenheid van dit jubileum door het LECD in Amsterdam wordt georganiseerd. Het jubileum en het symposium vormen een goede gelegenheid aandacht te besteden aan de vraag op welke wijze het strafrecht een bijdrage levert aan het tegengaan van discriminatie. |
Boom Strafblad
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Discriminatie en strafrecht |
Trefwoorden | Discriminatie, Strafrecht, LECD, Openbaar Ministerie |
Auteurs | prof. mr. J.H. (Jan) Crijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Voorwoord |
Trefwoorden | Discriminatie, Strafrecht, LECD |
Auteurs | mr. W.J. (Willem) Nijkerk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het 25-jarig jubileum van het LECD vormt de aanleiding van dit themanummer, waarmee we het onderwerp strafbare discriminatie breder onder de aandacht willen brengen door een aantal terugkerende thema’s en vragen bij de toepassing van de discriminatieartikelen uit te lichten. |
Artikel |
Het Babylonische artikel 137c Sr |
Trefwoorden | Groepsbelediging, Driestappenkader, Discriminatie, Artikel 137c Sr, Maatschappelijke context |
Auteurs | mr. P.C. (Paul) Velleman en mr. drs. S.J. (Fien) de Ruiter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het huidige groepsbeledigingsartikel biedt in principe een goed te volgen toetsingskader. Toch wordt het zogenaamde ‘driestappenkader’ niet altijd consistent toegepast door de Hoge Raad en lagere rechtbanken. Bepaalde termen die cruciaal zijn om de juridische redenering goed te volgen, worden door elkaar gebruikt in verschillende onderdelen van het driestappenkader. Dit gaat ten koste van de rechtseenheid. In deze bijdrage gaan de auteurs in op een aantal van dit soort onduidelijkheden en wordt aangegeven op welke wijze de jurisprudentie eenduidiger kan. |
Artikel |
Groepsbelediging in het licht van de Straatsburgse jurisprudentie |
Trefwoorden | Groepsbelediging (art. 137c Sr), Art. 10 EVRM, Maatschappelijk debat, Onnodig grievend, politicus |
Auteurs | dr. A.J. (Aernout) Nieuwenhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om vast te stellen of een uitlating een strafbare groepsbelediging (art. 137c Sr) vormt, onderzoekt de Nederlandse rechter achtereenvolgens een aantal factoren: ‘context van het maatschappelijk debat’, ‘onnodig grievende bewoordingen’, ‘politicus of niet’, etc. In deze bijdrage staat de vraag centraal in hoeverre dit ‘stappenplan’ voortvloeit uit de jurisprudentie van het EHRM. Eerst wordt de relevante jurisprudentie van het EHRM onder de loep genomen, waarna de blik zich richt op de Nederlandse jurisprudentie. |
Artikel |
Hate crimes en codis-feitenEen conceptuele vergelijking |
Trefwoorden | Hate crimes, Codis-feiten, Discriminatie, Rechtsvergelijking, Strafverzwaring |
Auteurs | mr. S.V. (Bas) Hellemons en mr. R.S. (Riemke) Levie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland hanteert het Openbaar Ministerie strafvorderlijk beleid met betrekking tot commune delicten waarbij discriminatie een rol speelt (codis-feiten). Internationaal wordt dit type feiten ook wel hate crimes genoemd. Kunnen in Nederland lessen worden getrokken uit de Amerikaanse benadering van hate crimes? In deze bijdrage worden codis-feiten en hate crimes op conceptueel niveau met elkaar vergeleken: wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Deze vergelijking legt conceptuele onduidelijkheden bloot, maar staat ook stil bij de vraag hoe de hieruit voortkomende vragen beantwoord kunnen worden. |
Artikel |
Discriminerende demonstranten |
Trefwoorden | Discriminatie, Demonstratierecht, Groepsbelediging, Vrijheid van meningsuiting, Mensenrechten |
Auteurs | mr. dr. N. (Klaas) Rozemond |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een verdachte wordt vrijgesproken voor haar uitlating over moslims tijdens een demonstratie van Pegida. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van het openbaar ministerie en betrekt daarbij dat de uitlating werd gedaan tijdens een demonstratie van een protestbeweging. Het demonstratierecht wordt beschermd door artikel 9 Gw en artikel 10 en 11 EVRM. Deze vrijspraak werpt een ander licht op de eerdere veroordelingen van Hans Janmaat, Constant Kusters en Geert Wilders. Wellicht moet achteraf worden geconstateerd dat deze veroordelingen onterecht waren. |
Artikel |
Functie en karakter van de strafbaarstelling van groepsbelediging |
Trefwoorden | Belediging van een groep mensen, Openbare orde, Rechtsbelangen, Krenkingsdelict, Schade |
Auteurs | prof. mr. J.M. (Jeroen) ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De functie van de strafbaarstelling van groepsbelediging is om het rechtsbelang van de openbare orde te beschermen en te bewaren. Wat is de betekenis van dit rechtsbelang voor deze strafbaarstelling? Het karakter van de groepsbelediging wordt in het bestanddeel belediging tot uitdrukking gebracht. Groepsbelediging levert een krenking op. Maar wat houdt die krenking in? Is er sprake van aanstoot of schade en hoe moet zij worden omschreven? En wat zeggen de functie en het karakter van groepsbelediging over dit misdrijf en meer algemeen over de verhouding tussen rechtsbelang en schade? |
Artikel |
‘Check your privilege’ in discriminatiezakenIn hoeverre speelt het behoren tot een meerderheids- of minderheidsgroep een rol bij de vervolging van discriminatiedelicten? |
Trefwoorden | Discriminatie, Meerderheidsgroep, Minderheidsgroep, Racisme, Openbare orde |
Auteurs | mr. drs. T.M.D. (Tamara) Buruma en mr. F.T.C. (Frederieke) Dölle |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoeken de auteurs in hoeverre het feit dat een uitlating tot een minderheidsgroep – of juist tot een meerderheidsgroep – gericht is, een rol speelt bij de vervolging van discriminatiedelicten. Staat de rechter specifiek stil bij de omvang van de groep waartoe het slachtoffer behoort? Kan er sprake zijn van discriminatie als de verdachte zich richt tegen een meerderheid die een dominante stem heeft in het maatschappelijk debat? En zo ja, is vervolging ook in die gevallen wenselijk? |