Dorien Bakker en Hanna Tolsma gaan in op het betrekkelijk nieuwe fenomeen van omgevingsfondsen bij wind- en zonneparken. De fondsen zijn bedoeld om te komen tot een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten bij duurzame energieprojecten een beogen het draagvlak voor duurzame energieprojecten te bevorderen. Aangezien een wettelijke regeling omtrent omgevingsfondsen ontbreekt, staat het de betrokken partijen in grote mate vrij om de vormgeving van een omgevingsfonds te bepalen. In hun bijdrage leggen auteurs het omgevingsfonds onder de juridische loep en beantwoorden zij de vraag in hoeverre het huidige juridische kader regels over zeggenschap en waarborgen voor een eerlijke verdeling van gelden uit omgevingsfondsen kent. |
Tijdschrift voor Omgevingsrecht
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
In deze aflevering van het Tijdschrift voor Omgevingsrecht |
Auteurs | Mr. H.A.J. (Henk) Gierveld |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
De digitale ontsluiting van het projectbesluit op grond van de Omgevingswet |
Trefwoorden | Omgevingswet, digitaal, DSO |
Auteurs | Mr. H.A.J. (Henk) Gierveld |
Auteursinformatie |
Artikel |
Omgevingsfondsen bij wind- en zonneparkenPecunia non olet? |
Trefwoorden | Klimaatakkoord, participatie, energie, financiering |
Auteurs | Mr. D.E. (Dorien) Bakker en Prof. mr. H.D. (Hanna) Tolsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Ambivalente illusiesHet arrest van het Europese Hof over grondwateronttrekking in het Natura 2000-gebied Doñana |
Trefwoorden | Kaderrichtlijn Water, stand still, grondwater, bodemdaling, verdroging |
Auteurs | Drs. H.E. (Hans) Woldendorp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 juni 2021 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen over de grootschalige onttrekking van grondwater in de omgeving van het Natura 2000-gebied Doñana in het zuiden van Spanje. De overexploitatie van de aanwezige grondwatervoorraden rond het gebied vindt, vooral, plaats voor de landbouw en, in mindere mate, het toerisme. Hans Woldendorp gaat in op de vraag wat Spanje aan deze overexploitatie had moeten doen en verdiept zich in de mogelijke betekenis van het arrest voor Nederland. Moet er in ons land niet meer worden gedaan tegen verdroging van Natura 2000-gebieden (en wellicht ook andere natuurgebieden) en aan het tegengaan van bodemdaling als gevolg van het waterbeheer in het landelijk gebied? Het arrest is om verschillende redenen interessant. Vanwege de vergelijking tussen de toepassing van het stand still-beginsel in Kaderrichtlijn water en de Habitatrichtlijn maar ook omdat het gaat over het (weinig aan de orde komende) kwantitatieve grondwaterbeheer. In een van zijn conclusies stelt de auteur dat het hem geen slechte zaak lijkt om meer te doen aan het tegengaan van de verdroging van belangrijke natuurgebieden en van verdere bodemdaling. Die bodemdaling, in combinatie met de gevolgen van klimaatverandering op termijn, zet immers zelfs de bewoonbaarheid van de laaggelegen delen van ons land op het spel. |
Artikel |
Naar een effectieve handhaving op maat in het omgevingsrecht |
Trefwoorden | Sanctie, handhaving, institutioneel, overtreding, omgevingsdienst |
Auteurs | Mr. dr. O.F. (Oda) Essens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 november 2019 promoveerde Oda Essens aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift getiteld ‘Operationalising Effective Public Enforcement of Environmental Law in the European Union, with a focus on England, Germany and the Netherlands’. In haar proefschrift heeft zij een model voor effectieve handhaving op maat ontworpen. Dit model bevat eisen aan de handhavingsorganisatie (institutionele eisen) en eisen aan de sancties (instrumentele eisen), zoals vastgelegd in wet- en regelgeving voor de publiekrechtelijke handhaving van het omgevingsrecht. Vervolgens heeft zij dat model toegepast op de publiekrechtelijke handhavingsorganisatie en sancties voor het omgevingsrecht in Nederland, Engeland en Duitsland. De toepassing heeft geleid tot good practices voor een ‘effectieve handhaving op maat’ in de drie landen en vanuit die good practices heeft zij aanbevelingen gedaan voor verbetering van de handhavingsorganisatie en de beschikbare sancties in de drie landen onderling. In dit artikel zet zij haar model voor effectieve handhaving op maat uiteen en belicht zij enkele belangrijke uitkomsten van de toetsing van de Nederlandse organisatie en sancties voor de publiekrechtelijke handhaving van het omgevingsrecht. |