|
Tijdschrift voor Omgevingsrecht
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Bestuurlijke boete in strafvorderlijk jasje |
Auteurs | Prof. mr. G.A. Biezeveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Eén jaar Wabo-jurisprudentie |
Trefwoorden | Wabo, Jurisprudentie, één jaar, Knelpunten |
Auteurs | Mr. J.R. van Angeren en Mevr. mr. V.M.Y. van ‘t Lam |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op dit moment iets meer dan een jaar in werking. Voor de auteurs vormde dat een reden om terug te blikken op één jaar ‘Wabo’-ervaring. Wat zijn tot nu toe de ervaringen met de Wabo; in het bijzonder wat zijn tot nu toe opvallende of van belang zijnde uitspraken over de Wabo? De conclusie is dat een jaar nadat de Wabo in werking is getreden er veel voorlopige voorzieningen zijn gewezen waarin de Wabo aan de orde is. Veel van die zaken gaan over het overgangsrecht en handhaving. Er zijn weinig uitspraken gewezen over omgevingsvergunningen die zien op verschillende van de in artikel 2.1 en 2.2 Wabo genoemde activiteiten, terwijl de doelstelling van de Wabo nu juist was dergelijke vergunningen mogelijk te maken. Er zijn over diverse onderwerpen uitspraken gewezen waarin bepaalde aspecten – bijvoorbeeld aspecten die voor de inwerkingtreding van de Wabo onduidelijk waren – nader worden uitgelegd. Ook zijn bepaalde in de literatuur genoemde knelpunten van de Wabo in jurisprudentie (al dan niet geheel) opgelost, zoals het belanghebbendebegrip en de vraag wat onder onlosmakelijke samenhang moet worden verstaan. Niet alle in de literatuur gesignaleerde knelpunten over de Wabo zijn in jurisprudentie opgelost, zoals de vraag hoe het begrip project moet worden uitgelegd. De auteurs wachten met spanning af op de contouren van de nieuwe Omgevingswet. |
Jurisprudentie |
Luchtkwaliteit in de jurisprudentieProgrammasystematiek blijft haar waarde bewijzen |
Trefwoorden | Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, fijn stof, stikstofdioxide, NEC-richtlijn |
Auteurs | Mr. dr. C.N. van der Sluis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het jaar 2010 en 2011 heeft het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zijn waarde bewezen in de rechtszaal. Ondanks tegenvallende ontwikkelingen of maatregelen die niet of anders werden uitgevoerd, blijft het NSL, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, een plan dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden. Daarmee vormt het dus een onderbouwing voor individuele projecten. Deze rapportageperiode bleek ook dat aan de grenswaarde voor PM2,5 nog geen toetsing plaatsvindt. Het toepasbaarheidsbeginsel – kort gezegd: daar waar geen mensen verblijven, wordt de luchtkwaliteit niet beoordeeld – wordt strikt toegepast en beoordeeld. De uitspraak van het Hof van Justitie van de EG over de NEC-richtlijn geeft aan dat uit de(ze) Europese richtlijn geen directe koppeling voortvloeit, waaruit zou volgen dat het mogelijk niet voldoen aan een nationaal emissieplafond een rol kan spelen bij individuele besluitvorming. |