|
Tijdschrift voor Omgevingsrecht
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Omgevingswet: offer you can’t refuse! |
Auteurs | Mr. J.H.G. van den Broek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Interbestuurlijk toezicht ‘nieuwe stijl’ een stap dichterbij: voorlopig nog dubbel toezicht op gemeentelijke planologische besluiten |
Trefwoorden | interbestuurlijk toezicht (IBT), reactieve aanwijzing (RA), beroep, schorsing en vernietiging, indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, toezichthouder, bestuursorgaan |
Auteurs | Mr. dr. H.J. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de betekenis van het in mei 2010 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt) voor het toezicht door Rijk en provincies op gemeentelijke planologische besluiten. Met de Wrgt worden een herijking en revitalisering van klassieke toezichtinstrumenten uit de Provincie- en Gemeentewet beoogd, namelijk het schorsings- en vernietigingsrecht en de indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Deze gemeentelijke planologische besluiten betreffen bestemmingsplannen en bepaalde omgevingsvergunningen en projectuitvoeringsbesluiten. In afwijking van de uitgangspunten van het wetsvoorstel blijft voorlopig nog dubbel toezicht – dus van Rijk en provincies – op deze gemeentelijke planologische besluiten bestaan. Daarbij hebben de toezichthouders van Rijk en provincie de beschikking over een specifiek toezichtinstrument, namelijk de reactieve aanwijzing. Bovendien kunnen deze toezichthouders beroep bij de bestuursrechter instellen als alternatief voor het geven van een reactieve aanwijzing. Het is echter de vraag of een provinciale toezichthouder ook van dat beroepsrecht gebruik kan maken wanneer het een gemeentelijk planologisch besluit betreft voor een project dat valt onder de Crisis- en herstelwet. Artikel 1.4 Chw lijkt aan het instellen van beroep in de weg te staan. De vraag is hoe deze instrumenten zich verhouden tot het generieke schorsings- en vernietigingsrecht en op welke wijze toezichthouders met deze instrumenten zouden moeten omgaan. Ook wordt stilgestaan bij de vraag welke toezichthouder bevoegd is tot indeplaatsstelling over te gaan wanneer een gemeentebestuur in verzuim blijft tijdig een bestemmingsplan te actualiseren en er dus sprake is van taakverwaarlozing. |
Artikel |
Lsp in het omgevingsrecht en de Awb |
Trefwoorden | Afdeling 4.1.3.3 Awb, lex silencio positivo, positieve fictieve beschikking, omgevingsvergunning van rechtswege |
Auteurs | Mr. dr. K.J. de Graaf en H.A. Komduur |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn op 28 december 2009 kent de Awb een regeling waardoor een toestemming van rechtswege wordt geacht te zijn verleend in het geval niet tijdig wordt beslist op een aanvraag. Deze regeling doet zich ook gevoelen in het omgevingsrecht. Zo geldt de zogenaamde lex silencio positivo per 1 oktober 2010 voor elke aanvraag voor een omgevingsvergunning waarop de reguliere procedure van toepassing is. De regeling is mede het gevolg van de wens van de overheid om de burger binnen de wettelijke beslistermijn rechtszekerheid te bieden over zijn aanvraag. Het systeem van fictieve positieve besluiten zou daarom op zoveel mogelijk toestemmingsstelsel van toepassing moeten zijn. In deze bijdrage staat allereerst centraal voor welke toestemmingsstelsels het systeem van de lex silencio positivo geldt. Vervolgens worden de juridische haken en ogen van de regeling besproken en wordt ingegaan op de vraag of de betrokken burgers rechtszekerheid ontlenen aan een van rechtswege verleende vergunning. |
Artikel |
Knelpunten en mogelijkheden bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen geurcontouren: de belangen van veehouderijen in de besluitvormingsprocedure |
Trefwoorden | Wet geurhinder en veehouderij, Besluit landbouw milieubeheer, geurgevoelige objecten, ruimtelijke ontwikkelingen, geurcontouren |
Auteurs | Mr. ing. E. Houwertjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rond een veehouderij gelegen geurcontouren dienen ertoe om geurhinder bij geurgevoelige objecten te reguleren. Milieurechtelijk gezien mogen daarbinnen in beginsel geen geurgevoelige objecten zijn gelegen. De geurcontouren gelden echter niet als grenswaarden in het ruimtelijke ordeningsrecht. Rechten van een bestaande veehouderij kunnen dan ook worden beperkt wanneer binnen een geurcontour geurgevoelige objecten worden geprojecteerd. De veehouderijen die onder de werking van het Besluit landbouw milieubeheer vallen worden daarbij ten opzichte van de vergunningplichtige veehouderijen, waarbij de vigerende vergunning in beginsel de bestaande rechten waarborgt, onevenredig benadeeld. Deze veehouderijen worden met de komst van de geurgevoelige objecten vergunningplichtig. Bestaande rechten worden in dat geval niet gewaarborgd door de Wet geurhinder en veehouderij. De situatie kan daardoor ontstaan dat een voorheen, onder het Besluit landbouw milieubeheer, legale veehouderij niet kan worden gelegaliseerd middels omgevingsvergunning. Om het voortbestaan van dergelijke veehouderijen te garanderen verdient het aanbeveling in het milieurecht een regeling op te nemen waarmee de bestaande rechten worden gewaarborgd. |