Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt) in werking getreden. De Wrgt is niet van toepassing op de reactieve en proactieve aanwijzingsbevoegdheid in de Wet ruimtelijk ordening (Wro). Dit is gebaseerd op de (onjuiste) aanname dat de aanwijzingen geen interbestuurlijk toezicht zouden zijn, zoals door de Wrgt wordt gereguleerd. In deze bijdrage wordt beargumenteerd waarom de aanwijzingsbevoegdheden wel tot het interbestuurlijk toezicht behoren. Betoogd wordt dat de reactieve aanwijzing geen meerwaarde heeft ten opzichte van de instrumenten die de Wrgt biedt. In de aankomende Omgevingswet kan de reactieve aanwijzing van Rijk en provincie dan ook worden gemist. |
Tijdschrift voor Omgevingsrecht
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht vastgelegd |
Auteurs | Mr. T. Smolders |
Auteursinformatie |
Artikel |
Waarom aanwijzingen van Rijk en provincies op grond van de Wro tot het interbestuurlijk toezicht horen en waarom de reactieve aanwijzing kan worden gemist in de nieuwe Omgevingswet |
Trefwoorden | interbestuurlijk, toezicht, IBT, reactieve aanwijzing, Omgevingswet |
Auteurs | Mr. dr. H.J. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De introductie van ecosysteemdiensten in het groene omgevingsrecht |
Trefwoorden | ecosysteemdiensten, Europees recht, natuurbeschermingsrecht, omgevingsrecht, ruimtelijk bestuursrecht |
Auteurs | Mr. dr. F.H. Kistenkas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Introductie in het groene omgevingsrecht van het voor de juridische professie nog nieuwe concept van ecosysteemdiensten zal meer duurzame functiecombinaties mogelijk kunnen maken. Voor duurzame gebiedsontwikkeling is een balans van planet-people-profit (3P) nodig. Daarvoor heeft men in plaats van de thans in het omgevingsrecht gebruikelijke toetsing juist weging als rechtsvindingsmethodiek nodig. Daarbij zouden ecosysteemdiensten zeer behulpzaam kunnen zijn. In een duurzaamheidsladder zou wellicht al in de nieuwe Omgevingswet kunnen worden vastgelegd dat een plan of project een 3P-balans en intergenerationale meerwaarde zou moeten bewerkstelligen voor productiediensten, immateriële diensten en voor regulerende en ondersteunende diensten. |
Artikel |
Waar vinden we het Waddenzeebeleid? |
Trefwoorden | Waddenzee, natuurbescherming, Barro, Natura 2000 |
Auteurs | Mr. dr. P. Mendelts |
SamenvattingAuteursinformatie |
De centrale vraag van deze bijdrage is of en in hoeverre we het Waddenzeebeleid nog moeten zien als ruimtelijke-ordeningsbeleid, of dat het Natuurbeschermingswetkader die rol heeft overgenomen of zal moeten overnemen.De PKB Waddenzee is sinds de inwerkingtreding van de Wro enkel op basis van overgangsrecht van toepassing. Met de definitieve aanwijzing van het gebied als Natura 2000 en het bijbehorende beheerplan in de maak zijn veel functies uit de PKB overgenomen door de nieuwe instrumenten uit het natuurbeschermingsrecht. De Waddenzee wordt ook beschermd op basis van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Door het afnemende belang van de PKB binnen het Waddenzeebeleid en de verspreiding van belangrijke elementen over NB-wet 1998-kader en RO-kader dreigt versnippering van de bescherming van de Waddenzee. |
Jurisprudentie |
Waterwet 2011-2012 |
Trefwoorden | Waterwet, legger, gedoogplicht, watervergunning |
Auteurs | Mr. ir. S. Handgraaf en Mr. P. de Putter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In TO 2011, nummer 3 verscheen het eerste jurisprudentieoverzicht over de Waterwet. Inmiddels is er weer anderhalf jaar verstreken en kan een nieuwe balans worden opgemaakt. In deze bijdrage geven de auteurs een overzicht van de jurisprudentie op grond van de Waterwet. Zij beperken zich hierbij tot drie onderwerpen: de legger, gedoogplichten en de watervergunning. |