Een van de meest besproken arresten van 2011 is misschien wel het arrest Ruiz Zambrano, in ieder geval wat betreft de ontwikkeling van het Europees burgerschap. In deze bijdrage wordt de reikwijdte van artikel 20 VWEU besproken. Centraal staat hoe de Nederlandse rechter omgaat met de nieuwe lijn van jurisprudentie op het terrein van het Europees burgerschap. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Ruiz Zambrano the aftermath: de impact van artikel 20 VWEU op de Nederlandse rechtspraak |
Trefwoorden | Europees burgerschap, Nederlandse rechtspraak, artikel 20 VWEU |
Auteurs | Mr. H. van Eijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De plaats van het schadebrengende feit nader bepaald: het arrest eDate Advertising GmbH en Martinez |
Trefwoorden | bevoegde rechter, onrechtmatige daad, plaats van het schadebrengende feit, internetpublicatie, portretrecht |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 25 oktober 2010 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de gevoegde zaken eDate Advertising GmbH/X en Martinez/MGN Limited. Daarin heeft het Hof van Justitie een belangrijke aanvullende regel gegeven om te bepalen voor welke rechter degene die is geschaad door een publicatie op internet zijn volledige schade kan verhalen. Voor een dergelijk geval moet de plaats van het schadebrengende feit van artikel 5 punt 3 EEX-Verordening aldus worden uitgelegd dat tevens de rechter bevoegd is van de plaats waar de gelaedeerde het centrum van zijn belangen heeft. Tevens bepaalde het Hof van Justitie dat de bevoegde rechter daarbij overeenkomstig artikel 3 van de Richtlijn inzake elektronische handel (‘de Richtlijn’)1x Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (Pb. EG 2000, L 178/1). het recht van de vestigingstaat van de uitgever moet toepassen, met inbegrip van het civiele recht. Noten
|
Artikel |
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie twee jaar juridisch bindend: rechtspraak in beweging? |
Trefwoorden | EU-Handvest, grondrechten, rechtspraak, reikwijdte, EVRM |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beoogt inzicht te bieden in de wijze waarop de rechtspraak van het Hof van Justitie en de Nederlandse colleges zich in het tweede jaar van juridische verbindendheid van het EU-Handvest heeft ontwikkeld. Daarbij komen onder meer de volgende onderwerpen ter sprake: de inroepbaarheid en de reikwijdte van het EU-Handvest, alsmede toetsing ten gronde, in het bijzonder wat betreft de rechtstreekse werking van EU-Handvestbepalingen, de uitleg van EU-Handvestbepalingen in relatie tot het EVRM, grondrechten in een Unierechtelijke context en prejudiciële verzoeken uit Nederland. De auteurs constateren een toename van zaken waarin het EU-Handvest in het tweede jaar aan de orde komt en bespeuren tekenen van beweging in de rechtspraak, hetgeen hoopvol is, nu het EU-Handvest nog steeds ‘jong’ is en veel uitleg behoeft. |
Artikel |
De Anti-Piraterij Verordening: grenzen aan de maatregelen bij de grens |
Trefwoorden | intellectuele Eigendom, anti-Piraterij Verordening, ontwikkelingen, recent arrest, commissievoorstel |
Auteurs | Mr. M.W. Wiegerinck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het recente arrest van het Hof van Justitie1x HvJ EU 1 december 2011, gevoegde zaken C-446/09, Koninklijke Philips Electronics N.V./Lucheng Meijing Industrial Company c.s. en C-495/09 Nokia Corporations/Her Majesty’s Commissioners of Revenue and Customs, <B9 10487>. Hierna: ‘arrest in de gevoegde zaken Philips en Nokia’,<B9 10487>. met betrekking tot de vervaardigingsfictie in de Anti-Piraterij Verordening en het voorstel van de Commissie voor een gewijzigde Anti-Piraterij Verordening.2x Europese Commissie, Brussel 24 mei 2011, Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, COM (2011) 285 definitief. Noten
|
Artikel |
(Fast)food for thoughts: de uitspraak van het Hof van Justitie in de Scarlet/Sabam-zaak |
Trefwoorden | handhaving intellectuele eigendom, ISPs, grondrechten, proportionaliteit, E-Commerce Richtlijn |
Auteurs | Dr. N. Helberger en Mr. drs. J. van Hoboken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met Scarlet/Sabam heeft het Hof van Justitie een belangrijke uitspraak gedaan over de juiste balans in de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten op internet en zorgplichten van ISPs. Meer concreet gaat het over het controversiële gebruik van internet monitoring en filters door ISPs voor het verkeer van hun klanten in de ‘strijd tegen piraterij’. De discussie rond de handhaving van auteursrechtschendingen op het internet en de betrokkenheid van ISPs is buitengewoon actueel, ook met het oog op een aantal recente ontwikkelingen in Europa, waaronder de aanvulling van delen uit de E-Commerce Richtlijn. Dit artikel plaatst de uitspraak in zijn grotere politieke context en biedt een aantal kritische reflecties. |