|
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Jurisprudentie |
ABRvS 4 april 2012, nr. 201003331/1/A4 (GS Noord-Brabant) (LJN: BW0777) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
De intrekking van een vergunning elders kan als mitigerende maatregel worden aangemerkt die bij de passende beoordeling mocht worden betrokken. Er is sprake van een directe samenhang tussen het bedrijf waarvan de vergunning is ingetrokken en het bedrijf waarvoor vergunning is verleend |
Er is geen sprake van zodanige locatiespecifieke omstandigheden op grond waarvan verdergaande eisen dan de beste beschikbare technieken kunnen worden gesteld |
Het door schepen bij het aan- en afmeren veroorzaakte geluid moet als indirecte hinder worden aangemerkt |
Met de verruiming van de geurcontour wordt niet de grondslag van de aanvraag verlaten |
Jurisprudentie |
ABRvS 25 april 2012, nr. 200902437/1/A4 (GS Zeeland) (LJN: BW3940) |
Auteurs | Hans Paul Nijhoff |
Samenvatting |
Er is sprake van bijzondere omstandigheden die een nadere beoordeling van de kosteneffectiviteit van de te treffen BBT-maatregelen wenselijk maken |
Jurisprudentie |
ABRvS 2 mei 2012, nr. 201011900/1/A4 (Gemeente Apeldoorn) (LJN: BW4511) |
Auteurs | Valérie van ’t Lam |
Samenvatting |
Appellanten zijn niet ontvankelijk aangezien het met het beroep beoogde doel (te weten: weigering vergunning of het verbinden van andere voorschriften aan de vergunning) vanwege de inwerkingtreding van het Bor niet meer kan worden bereikt |
Nu appellante haar concurrentiebelang niet aannemelijk heeft gemaakt, is zij geen belanghebbende en mitsdien niet-ontvankelijk in haar beroep |
Geen reden voor strengere emissie-eis nu de emissie-eis uit het Bees A strenger is dan de bovengrens van de emissierange in het van toepassing zijnde BBT-document. De ten opzichte van het BREF aangescherpte emissiegrenswaarde uit de Oplegnotitie BREF Grote stookinstallaties is van toepassing, nu het gaat om een aangewezen BBT-document. Daarbij is niet van belang dat deze strengere eis afkomstig is uit het beoordelingskader dat voor het Rijnmond-gebied vanwege de zich daar voordoende locatiespecifieke omstandigheden wordt gehanteerd |
Uitleg van de begrippen ‘verstoren’ en ‘verstorend effect’ in respectievelijk de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet |
Jurisprudentie |
ABRvS 30 mei 2012, nr. 201010331 (GS Limburg) (LJN: BW6948) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
Artikel 19kd van de Natuurbeschermingswet 1998 maakt geen uitzondering op de vergunningplicht |
Bij het stellen van de geluidsgrenswaarden voor bijzondere activiteiten is terecht aansluiting gezocht bij de spraakverstaanbaarheid in de woningen rondom de inrichting |
Wisseling van diercategorie%n moet worden aangemerkt als een verandering van activiteiten, waardoor de grondslag van de aanvraag van de vigerende vergunning wordt verlaten |
Handhavend optreden op basis van geluidsonderzoek dat deel uitmaakt van de vergunning niet mogelijk |
Artikel 8 EVRM ziet niet op overlast van incidenteel karakter |
Appellante is belanghebbende nu zij een bundeling van rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken individuele belangen tot stand brengt waarmee effectieve rechtsbescherming gediend kan zijn. Geluid van doorgaand treinverkeer binnen de inrichting in dit geval ten onrechte niet bij de beoordeling betrokken. Evenals bij vaar- en wegverkeer geeft ook het geluid van treinverkeer van en naar een inrichting op een gezoneerd industrieterrein geen grond om de vergunning te weigeren |
Omgevingsvergunning nodig voor nieuwe silo wegens strijd met bestemmingsplan |
Wijzigingsplan maakt uitbreiding melkveehouderij mogelijk. M.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit |
Oprichten geitenmelkstal niet zonder meer in strijd met 8 EVRM. Beoordeling gezondheidsaspecten bij vergunningverlening op grond van WMB |
Omgevingsvergunning. Ten onrechte splitsing aangebracht tussen activiteit bouwen en activiteit strijdig met bestemmingsplan |
Leemte in gewijzigde Woningwet. Betrekken van stedenbouwkundige voorschriften bij de beoordeling van de aanvraag bouwvergunning tweede fase |
Crisis- en herstelwet van toepassing. De rechtbank oordeelt dat niet aannemelijk is dat eisers zijn benadeeld in hun belangen door in het strijd met de WGH ontbreken van een akoestisch onderzoek |
Het niet gelden van geluidwaarden voor onversterkte muziek op grond van het Barim heeft niet tot gevolg dat er geen belangenafweging in het kader van de ruimtelijk relevante effecten op het woon- en leefklimaat in de omgeving kan plaatsvinden |
Jurisprudentie |
ABRvS 6 juni 2012, nr. 201102419/1/A2 (Sittard-Geleen/Aanwijzing monument) (LJN: BW7605) |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Gemeentelijke verordening Cultuurhistorie. Aanwijzing gemeentelijk monument. Feitelijke onjuistheden in redengevende omschrijving |
Plan-m.e.r.-verplichting in geval van wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van intensieve veehouderij in reconstructiegebied. Actualiseringsplicht bestemmingsplan en verwerken bouwvoornemens |
Jurisprudentie |
ABRvS 27 juni 2012, nr. 201111729/1/R2 (Schouwen-Duiveland/bestemmingsplan ‘Windpark Zierikzee’) (LJN: BW9568) |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Bezwaren inzake schending normen van de NB-wet 1998 blijven in casu op grond van het relativiteitsbeginsel buiten beschouwing |
Lengte van de bouwwerken is niet in de planvoorschriften gelimiteerd. Maximale invulling van de planologische mogelijkheden door redelijke uitleg van de bepaling |
Jurisprudentie |
ABRvS 30 mei 2012, nr. 201106164/1/A2 (Planschade Loppersum) (LJN: BW6912) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Voor voorzienbaarheid van een planologische verandering buiten het eigen perceel is alleen de planologische situatie ten tijde van de koop van belang |
Overgangsbepaling vergelijkbaar met positieve bestemming |