Deze zomer is het wetsvoorstel tot implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 waarin de zogeheten mandatory disclosure wordt geïntroduceerd bij de Tweede kamer ingediend. Kort gezegd is dat de verplichting om grensoverschrijdende belastingbesparende constructies te melden. Dit wetsvoorstel is geamendeerd en op 14 november 2019 door de Tweede kamer en op 18 december 2019 door de Eerste kamer aangenomen.1x Stb. 2019, 509. Voorafgaand aan de indiening van het wetsvoorstel is een conceptwettekst beschikbaar gesteld voor internetconsultatie. In dit artikel worden de hoofdlijnen van de richtlijn en daarmee ook van het wetsvoorstel toegelicht. Daarna bespreekt de auteur het advies van de Raad van State. Ten slotte wordt ingegaan op de reactie die de regering in de memorie van toelichting op deze commentaren heeft gegeven. De conclusie luidt dat er wel enige verduidelijking heeft plaatsgevonden, maar dat er geen enkele inhoudelijke wijziging ten opzichte van de conceptwettekst aan te wijzen valt. Voor een groot aantal onderdelen is dat begrijpelijk omdat de richtlijn geen beleidsruimte laat, maar waar die beleidsruimte wél bestaat, heeft de regering gekozen voor maximale bevoegdheden van de Belastingdienst en disproportionele sanctiemogelijkheden. Noten
|
Onderneming en Financiering
Meer op het gebied van Ondernemingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Naleving van de Nederlandse Corporate Governance Code: 99%? |
Trefwoorden | Corporate governance code, naleving, vrouwenquota, Monitoring commissie |
Auteurs | Mr. T. Spronk |
Auteursinformatie |
Wetenschap en praktijk |
Verplichte melding van belasting ‘constructies’ |
Trefwoorden | verplichte melding, belastingconstructies, DAC 6 |
Auteurs | Mr. N.J. Schutte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap en praktijk |
(On)zekerheden bij het financieren van het product-als-dienstmodel |
Trefwoorden | zekerheden, circulaire economie, product-als-dienstmodel, natrekking, financiering |
Auteurs | Mr. dr. C.H.A. van Oostrum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemingen die ondernemen conform de uitgangpunten van de circulaire economie ervaren moeilijkheden bij het aantrekken van vreemd vermogen. Dit komt omdat hun innovatieve verdienmodellen voor kredietverstrekkers onzekerheden bevatten. Deze onzekerheden komen ook tot uitdrukking bij het op waarde schatten van de geboden zekerheden. Deze problematiek speelt met name bij circulaire ondernemingen met een product-als-dienstmodel. De problematiek komt voort uit het gegeven dat deze ondernemingen het product-als-dienstmodel toepassen op producten die een lage waarde vertegenwoordigen of die vatbaar zijn voor natrekking. Dit in tegenstelling tot ondernemingen met een traditionele toepassing van het product-als-dienstmodel zoals autoleasemaatschappijen. In dit artikel bespreekt de auteur onzekerheden die een rol spelen bij het bieden van zekerheid voor de financiering van het product-als-dienstmodel zoals dat wordt toegepast door circulaire ondernemingen. Ook wordt ingegaan op mogelijke oplossingen die zijn aangedragen in de literatuur en de praktijk. |
Wetenschap |
Enkele opmerkingen over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een bestuurder van een rechtspersoon na ontslag: opzeggen of ontbinden? |
Trefwoorden | bestuurder en rechtspositie, ontslag van bestuurder, arbeidsovereenkomst, beëindiging arbeidsovereenkomst |
Auteurs | Mr. C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een rechtspersoon die een bestuurder heeft ontslagen zal in veel gevallen ook de resterende arbeidsovereenkomst met die bestuurder willen beëindigen. Bij een vereniging, een naamloze vennootschap en een besloten vennootschap kan dat op grond van Boek 2 BW eenvoudig door de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Bij een stichting ligt dat anders: een stichting moet de arbeidsovereenkomst beëindigen met inachtneming van de regels van het arbeidsovereenkomstenrecht. Dat betekent door opzegging van de arbeidsovereenkomst na daarvoor toestemming te hebben gekregen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, of door de kantonrechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De voorgestelde Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zal aan deze uitzonderingsituatie een einde maken. |
Wetenschap |
De Wet zorgplicht kinderarbeid nader belicht |
Trefwoorden | kinderarbeid, zorgplicht, maatschappelijk verantwoord ondernemen, corporate governance, CSR |
Auteurs | Mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoekt de auteur de Wet zorgplicht kinderarbeid en analyseert hij wat de consequenties kunnen zijn van deze wet voor het bedrijfsleven. |
Wetenschap |
Human Rights Provisions in General Corporate LendingHow banks could implement their responsibility to respect human rights by including human rights provisions in corporate lending documentation |
Trefwoorden | Banks, Human rights, Corporate lending, Sustainability linked loans, LMA |
Auteurs | Mr. W.B. de Boer en Prof. M. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focusses on the role of banks in the area of human rights and corporate lending. By including contractual provisions on human rights in loan documentation, banks can manage human rights risks. Banks could hereby build on the emerging practice of the ‘sustainability linked loans’ by including predetermined sustainability targets focused on human rights. The international loan market currently lacks a level playing field on including human rights provisions. This article concludes with providing guidance for human rights provisions in loan agreements, based on standard loan market (LMA) documentation. |