15701247_covr
Rss

Onderneming en Financiering

Meer op het gebied van Ondernemingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2016 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Voorwoord

Casus

Implementatie van de gewijzigde Moeder-dochterrichtlijn in de Nederlandse vennootschaps- en dividendbelasting

Europa gaat belastingontwijking te lijf

Trefwoorden vennootschapsbelasting, dividendbelasting, multinationals, belastingontwijking, antimisbruikbepalingen
Auteurs Prof. dr. J.N. Bouwman
SamenvattingAuteursinformatie

    De discussie over belastingontwijking door multinationals en de daaruit voortvloeiende aanpassing van de – fiscale – Europese Moeder-dochterrichtlijn hebben de Nederlandse wetgever ertoe gebracht de vennootschaps- en dividendbelasting aan te scherpen. In beide belastingen zijn nieuwe antimisbruikbepalingen opgenomen die het ontwijken van in het bijzonder dividendbelasting door het gebruik van ‘tussenhoudsters’ moet voorkomen. Daarnaast zijn in de vennootschapsbelasting regels ingevoerd die door een moedervennootschap ontvangen winstuitkeringen van een dochtervennootschap niet langer vrijstellen maar belasten, als deze betalingen bij de dochtervennootschap in mindering op de fiscale winst zijn gekomen (het tegengaan van hybride mismatches). Na een analyse van de nieuwe regels blijkt dat er een aantal kanttekeningen is te plaatsen. Een daarvan luidt dat de uitvoering van de nieuwe antimisbruikbepalingen met de nodige onzekerheid is omgeven. Een andere is dat de wetgever nogal voortvarend is geweest bij de bestrijding van de hybride mismatches.


Prof. dr. J.N. Bouwman
Prof. dr. J.N. Bouwman is hoogleraar Fiscaal Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Praktijk

Meavita: to care or not to care?

Trefwoorden Meavita, governance, zorginstellingen, goed bestuur, interne toezichthouder
Auteurs Prof. mr. W.J. Oostwouder en C.J.L. Scholten
SamenvattingAuteursinformatie

    Met haar Meavita-beschikking onderstreept de Ondernemingskamer vrij recent nog maar eens het belang van goed bestuur en een kritische interne toezichthouder. De beschikking houdt een boodschap in voor alle bestuurders en commissarissen en zal er samen met de reeds aangescherpte kaderwetgeving, op stapel staande wetten en de eigen initiatieven van de zorgsector aan bijdragen dat de governance bij zorginstellingen wordt verbeterd. Ons inziens is dit echter niet voldoende en zal meer juridische kennis bij bestuurders, maar voornamelijk ook bij commissarissen een groot verschil kunnen maken om in de toekomst problemen zoals die speelden bij Meavita te kunnen voorkomen.


Prof. mr. W.J. Oostwouder
Prof. mr. W.J. Oostwouder is hoogleraar Bedrijfsfinancieel Recht aan de Universiteit Utrecht, advocaat bij Loyens & Loeff en directeur/eigenaar van Meer Kennis, Juridische en Governance Opleidingen (www.meerkennis.nl) te Hoofddorp.

C.J.L. Scholten
Mw. C.J.L. Scholten is student-medewerker bij Loyens & Loeff.
Praktijk

De nieuwe hypotheekmarkt

Trefwoorden hypothecair krediet, Hypotheekrichtlijn, verantwoorde kredietverstrekking, (bijzondere) zorgplicht, kredietwaardigheidstoets
Auteurs Mr. J.M. van Poelgeest en Mr. Q.A.G. Masius
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel beschrijft veranderingen op de Nederlandse hypotheekmarkt. Allereerst worden juridische implicaties van hypotheekmarktontwikkelingen beschreven. Daarna wordt de invloed van de Hypotheekrichtlijn/EBA-richtsnoeren op bestaand Nederlands recht beschreven ten aanzien van verantwoorde kredietverstrekking, precontractuele informatie en de zorgplicht om overkreditering te voorkomen. De implementatie van de richtlijn heeft als gevolg dat aanbieders veranderingen dienen door te voeren ten aanzien van informatieverstrekking, gegevensbewaring en het hypotheekaanvraagproces. Daarnaast wijst het artikel op hiaten: er bestaat onzekerheid over het lot van bestaande Nederlandse wetgeving/codes; daarnaast ontvangen consumenten nog steeds te veel informatie.


Mr. J.M. van Poelgeest
Mr. J.M. van Poelgeest is advocaat bij Trivvy Advocatuur te Amsterdam.

Mr. Q.A.G. Masius
Mr. Q.A.G. Masius is promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen en medewerker bij het HU-lectoraat Schulden en Incasso te Utrecht.
Praktijk

(Beëindiging van) 403-aansprakelijkheid

De stand van zaken anno 2016

Trefwoorden 403-aansprakelijkheid, 403-verklaring, hoofdelijke aansprakelijkheid
Auteurs Mr. M.R.C. van Zoest
SamenvattingAuteursinformatie

    In de afgelopen jaren en maanden is over 403-aansprakelijkheid veel discussie geweest. Deze bijdrage beoogt aan de hand van min of meer recente rechtspraak een overzicht te geven van de stand van zaken anno 2016 ten aanzien van een aanzienlijk aantal deelonderwerpen inzake 403-aansprakelijkheid. Enkele deelonderwerpen zijn inmiddels dankzij rechtspraak duidelijk geworden, maar zeker niet alle. Ten aanzien van de nog steeds onduidelijke deelonderwerpen is inmiddels ingrijpen van de wetgever geboden.


Mr. M.R.C. van Zoest
Mr. M.R.C. van Zoest is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.